De spelers. -
Na het rijke maal nog een spelletje, dat is wel geen loffelijk gebruik; maar men kan er zich, als de gasten het verlangen, toch niet altijd aan onttrekken.
De vrouw des huizes ziet het spel een poosje aan, maar spoedig verveelt het haar toch; zij gaat naar haar kamer en neemt een boek om den tijd te korten. Het duurt intusschen wat lang en zij valt er onwillekeurig bij in slaap.
Plotseling schrikt zij wakker, werpt een blik op de pendule, luistert of zij niets hoort in de heerenkamer.... Goede hemel! zitten zij altijd nog te spelen, en haar man, dien zij tot dusver nooit van speelzucht verwacht heeft, geeft zich ook al over aan dien gevaarlijken hartstocht!
Op de teenen sluipt zij de kamer binnen en, God zij dank, haar beste man is zoo onschuldig als een lam; hij slaapt al lang den slaap des rechtvaardigen, en alleen die twee oude ratten zijn de zondaars!
Dat is ongeveer de situatie, die de Duitsche kunstenaar J. Weiser ons op zijn schilderij laat bespieden. De oude deugnieten hebben in dit huis hun laatste partijtje gespeeld! Zie maar eens in het ontstemde gezicht van de jonge vrouw des huizes, en als ge het nog duidelijker hebben wilt, - kijk, daar komt de koffie al en dat beteekent: het spel is uit.