De brand te Paramaribo (Suriname). -
In den regel hooren wij hier in het Moederland niet veel van onze bezittingen in Amerika, en als wij daarvan iets vernemen, dan is het gewoonlijk niet veel goeds. Zoo in September jl. de hevige kringstorm, die op de eilanden boven den wind (St. Eustatius, Saba en St. Martin) zoo groote verwoestingen aanrichtte; zoo in Januari jl. de felle brand, die te Paramaribo, de hoofdstad onzer kolonie Suriname, verscheidene huizen in de vlammen deed opgaan en een schade van twee en een halve ton veroorzaakte.
In den nacht van den 25en op den 26en Januari brak de brand uit, die in minder dan drie uur tijds vijf zeer groote en eenige kleinere gebouwen (alle winkels en magazijnen), gelegen op den hoek Van den Waterkant en den Heiligenweg, in de asch legde. Het treurigst was zeker, dat van al die gebouwen maar één - en dan nog slechts voor f 10 000 - verzekerd was.
Gelukkig was het dien nacht zeer stil, want anders ware de omvang der ramp niet te overzien geweest, daar er in de Knuffelsgracht, onmiddellijk achter de afgebrande perceelen, geen druppel water was en dit uit de rivier moest aangevoerd worden, hetgeen wegens den lagen waterstand met zeer veel moeilijkheden gepaard ging. Intusschen deed de brandweer, bijgestaan door officieren en manschappen van het garnizoen, schutterij en politie, wat zij kon om het verder voortwoekeren der vlammen te beteugelen.
Van onze twee gravures, naar photographieën genomen, geeft de eene een gezicht op een der fraaiste gedeelten van Paramaribo. Rechts van het gebouwtje, waarmee de steiger van den Kon. West-Indischen Maildienst verbonden is, (van den beschouwer gerekend) ontbreken de beide hoofdgebouwen, die bij den noodlottigen brand verwoest zijn.
De tweede gravure geeft een overzicht van de ramp. Rechts ziet men de rivier Suriname met de interkoloniale stoomboot Eden van de Royal Mail Steam Packet Company op de reede; links de overdekte markt en het brandspuithuis. Te midden der puinhoopen ziet men een grooten ijzeren regenbak en eenige kleinere.