Het Bismarck-mausoleum te Friedrichsruh.
Donderdag den 16n Maart is in stillen eenvoud het stoffelijk overschot van vorst Bismarck en dat van zijn gemalin in het pas voltooide mausoleum in het park van Friedrichsruh bijgezet.
Reeds jaren vóór zijn dood had de gewezen rijkskanselier tot in de kleinste bijzonderheden vastgesteld, waar en hoe zijn lichaam aan den schoot der aarde zou worden toevertrouwd. Hij wilde rusten op den kleinen heuvel tegenover het oude slot, omruischt door het fluisteren der geweldige eiken en beuken van zijn Sachsenwald.
Den wensch van den overledene eerbiedigend, hebben zijn kinderen voor de hooge eer bedankt, die de keizer zijn oud-kanselier had toegedacht, en te Friedrichsruh een mausoleum laten oprichten. Reeds weinige dagen na den dood van den prins werd de architect Schorbach te Hannover met den bouw belast, en deze maakte daarmee zooveel haast, dat reeds den 22n Augustus il. met de eigenlijke werk zaamheden een aanvang kon worden gemaakt en den 8n September de fondamenten voltooid waren.
Het mausoleum, dat zich op een heuvel, den Schneckenberg, verheft, is een soort dubbel gebouw. Het bestaat uit het eigenlijk mausoleum, een ruim 12 meter hoog gebouw met een koepel, met koper gedekt en met een gouden kruis bekroond, en een lager gebouw, dat voor grafkapel bestemd is. Onder den koepel rusten alleen Bismarck en zijn gemalin; het familiegraf bevindt zich in de kapel. De onderbouw, van buiten graniet, van binnen baksteen, heeft een dikte van anderhalven meter; de in Romaanschen stijl gehouden bovenbouw is van tufsteen. De verlichting van het mausoleum geschiedt door de gekleurde vensters van den koepel, die een gedempt licht doorlaten. Van de voorhal leiden twee breede trappen naar de kapel. Rechts ziet men het altaar, links de rustplaatsen van Bismarck en zijn echtgenoote. Het gewelf is van bruin hout met zacht getinte ornamenten versierd; ook het schip is in zachten toon gehouden. De fraaie terrazzovloer is door Italianen gelegd. De sarcophaag en het altaar zijn nog niet geheel gereed.
Links van het praalgraf is een eenvoudig huisje gezet voor den invalide, die met de bewaking van het gebouw belast is.
Den 16n Maart had, zooals wij boven reeds aanstipten, de bijzetting van Bismarck en zijn gemalin plaats, die werd bijgewoond door keizer Wilhelm in kurassiers-uniform. Om halftwaalf kwam Z.M. te Friedrichsruh aan, waar hij aan het station ontvangen werd door Herbert von Bismarck, die de uniform van generaalmajoor droeg. Tien minuten later zette zich de stoet in beweging, die bestond uit een muziekkorps, een compagnie infanterie, een afdeeling kurassiers in hun witte uniform, die de kist van vorst Bismarck omgaven, den keizer, enkele militaire waardigheidbekleeders, prins Herbert, Bismarck's zuster, mevrouw Von Arnim, Bismarck's tweeden zoon, graaf Wilhelm, Bismarck's schoonzoon, graaf Rantzau, en diens kinderen, - in het geheel hoogstens een vijftigtal personen.
Eindelijk heeft dan de geweldige, de man van ijzer en bloed, voorgoed rust gevonden.