Bij de Platen.
De dom te Limburg aan de Lahn. -
Gelijk wij ieder jaar met vernieuwde geestdrift weer de verrijzenis des Heeren gedenken, zoo voelen we ons telkens weer opgewekt en bemoedigd als wij zien, hoe, evenals de Verlosser, ook telkens het ware, goede en schoone, door Hem op aarde gebracht, weer luistervol oprijst uit het graf, waarin boosheid of dwaling het hadden willen verstikken.
Die gestadige herleving en opstanding van het christelijk beginsel, vaak na de diepste miskenning en vernedering, nemen we ook waar in de wedergeboorte der christelijke bouwkunst met de aanverwante zusterkunsten, waarvan onze eeuw getuige is.
Wie zal ze tellen, de oude kathedralen, de eerwaardige heiligdommen, die, eeuwenlang verwaarloosd en in puin gezonken, in onzen tijd door vromen kunstzin weer luistervol zijn opgericht? In ons vaderland, in Duitschland, in Frankrijk, in Engeland, alom openbaart zich onder de edelsten en besten de belangstelling, de vereering, de bewondering voor de grootsche monumenten, ons door het katholieke voorgeslacht der middeleeuwen nagelaten. Overal tijgt men aan den arbeid, om die geplunderde, gebeeldstormde, vervallen en door oplapping soms onkenbaar geworden oude kathedralen en kloosters weer in hun oude pracht te herstellen.
Tot de mooiste kerken van Duitschland, die, in de middeleeuwen gebouwd, eerst in den jongsten tijd overeenkomstig den oorspronkelijken stijl hersteld en in den geest van haar schepper voltooid zijn, behoort de dom te Limburg aan de Lahn, door onze tweede gravure weergegeven.
Limburg is thans een klein plaatsje van maar 6500 inwoners in het Pruisische Regierungsbezirk Wiesbaden, maar was in de middeleeuwen aanmerkelijk grooter en kon, volgens de getuigenis der kroniek, in 1326 meer dan 2000 geharnaste strijders in het veld brengen.
Als blijvende herinnering aan zijn toenmalige grootheid bezit het oude, schilderachtig gelegen stadje zijn dom met zeven torens, die op een steile rots aan den oever der rivier verrijst als het prachtigste gedenkstuk van den stijl, die den overgang vormde van het Romaansch naar de Gothiek, bewonderenswaardig zoowel om de grootschheid van het geheel als om de heerlijke overeenstemming der deelen, in een woord ‘een wonderbouw, die in majesteit en bevalligheid onder de gedenkstukken der Duitsche kunst haars gelijke niet heeft.’
Vroeger stond op de plek van den tegenwoordigen dom een kapel, in het jaar 909 door den gauwgraaf Konrad Kurzbold van de Lahn gebouwd. De bouw van den nieuwen dom werd ondernomen in het begin der dertiende eeuw door graaf Hendrik I van Limburg en in 1235 werd hij ingewijd. Voltooid werd hij eigenlijk pas in het jaar 1865, terwijl hij tusschen de jaren 1872 en '78 zoowel van binnen als van buiten een ingrijpende vernieuwing onderging, waartoe de Pruisische regeering voor 180.000 mark bij droeg.
De oude rijke schilderingen van het inwendige, die men onder de kalk terugvond, werden door Wittkopf voortreffelijk gerestaureerd.
De Limburgsche dom is een basilica, waarvan het plan, de profileeringen en versieringen Romaansch zijn, terwijl heel het constructieve stelsel Gothisch is.
Onder de bezienswaardigheden van het inwendige worden vooral geroemd: een door acht zuilen gedragen gothieke doopvont uit de dertiende eeuw; het grafteeken van graaf Konrad Kurzbold († 948) voor het hoogaltaar met liggende figuur en een laat-gothiek tabernakel, niet minder de rijke, uit Trier afkomstige domschat.
De werking van het heele gebouw, vooral van de rivierzijde gezien, is buitengemeen schilderachtig en geeft aan het oude stadje voor kunstvrienden en toeristen een levendige aantrekkelijkheid.