De duizendjarige rozeboom aan den dom te Hildesheim. -
Algemeen bekend is deze eerwaardige grijsaard onder de planten en ook in de Belgische Illustratie is er meermalen het een en ander over verteld. Herhaaldelijk is reeds de vrees geuit, dat de duizendjarige rozeboom het niet lang meer maken zou; maar het schijnt dat hij bestemd is ons het wonder van een altijd jeugdige levenskracht te vertoonen. Altijd is het tot dusver nog gelukt hem in het leven te houden en ook het gevaar, dat hem in den herfst van het vorig jaar bedreigde, is hij weer glansrijk te boven gekomen.
Toch zag het er toen bedenkelijk genoeg met hem uit, daar de twijgen bijna geheel met het bekende woekerinsect, de schild- of rozenluis bedekt waren. Er werden zaakkundigen tot zelfs van buitenslands geroepen om hier raad te schaffen. Op hun voorschrift werd de rozeboom met kalkmelk besproeid, die haar goede uitwerking niet gemist heeft: de uitkomst beantwoordde ten volle aan de verwachtingen.
Nog kort geleden is de duizendjarige rozeboom door mannen van het vak met groote nauwkeurigheid onderzocht en daarbij gebleken volkomen vrij te zijn van alle parasieten. Ook heeft de oude wortel in het laatste voorjaar weer twee nieuwe, krachtige loten geschoten, en een kwistige overvloed van rozen verheugde in het afgeloopen jaar de bezoekers van den dom.
Ook de overige rozeboomen op het Annenfriedhof waren heel sterk door de luis aangetast, en voor rozenliefhebbers is het van belang te vernemen door welk middel zij daarvan bevrijd werden. Dit middel, dat nog meer afdoende bleek dan de kalkmelk, daar niet alleen de insecten volkomen verwijderd werden, maar ook de stammen uitstekend bewaard bleven, bestaat in een mengsel van één deel petroleum op vijf deelen water.
Of de rozeboom van Hildesheim inderdaad den hoogen leeftijd heeft, waarop hij algemeen geschat wordt? Het is moeilijk te zeggen, hoewel men om de bekoorlijkheid van dit bloemenwonder er gaarne geloof aan hechten wil.
Het is een historisch feit, dat keizer Lodewijk de Vrome den dom van Hildesheim liet bouwen; aan dit feit knoopen zich verscheidene sagen vast, waarin altijd de rozeboom een aanzienlijke rol speelt. Alle stemmen hierin overeen, dat de rozenstruik stond op de plaats, waar het hoogaltaar verrijzen moest en dat Lodewijk de Vrome beval den struik niet uit te rukken, maar het hoogaltaar op zijn wortels te bouwen. Zoo geschiedde; maar de wortels van den struik drongen door de steenblokken heen naar buiten en bekleedden den muur der kerk met bladeren en bloesems - een levendig natuursieraad, poëtischer en verheffender dan de tooi, waarmee menschenhand het Godshuis kon opluisteren.