Zigeunerkamp. -
De Zigeuners zijn een raadselachtig zwervend volk, dat over heel Europa, een groot deel van Azië en zelfs over Noord-Amerika verstrooid leeft en sinds zijn eerste verschijning in Europa in het begin der veertiende eeuw de aandacht van taalkundigen, aardrijkskundigen en geschiedschrijvers om strijd heeft bezig gehouden.
Hun taal, waarvan men in Europa omstreeks vijftien verschillende tongvallen telt, wijst met beslistheid op Indië als de eigenlijke bakermat van dit nomadenvolk. Over hun intocht uit dat vaderland weet echter de geschiedenis niets. In Byzantium het tegenwoordige Constantinopel, werden voor de eerste maal in het jaar 810, onder de regeering van keizer Nicephorus Zigeuners gezien. Op Kreta moeten zij aangetroffen zijn omstreeks 1322, in Wallachije omstreeks 1370.
Als de dagteekening van hun eerste verschijning in Hongarije wordt het jaar 1417 opgegeven, terwijl de Boheemsche jaarboeken reeds een jaar vroeger van Zigeuners melding maken zonder ze aan te duiden als een te voren onbekend volk.
In Polen en Rusland zijn ze omstreeks 1500 binnengedrongen; naar Zweden kwamen zij in 1512. In het jaar 1477 doken zij in Spanje op, ongeveer gelijktijdig ook in Engeland.
Wat zijn karakter betreft, is dit volkje lichtzinnig, trouweloos, vreesachtig, kruipend tegenover geweld, daarentegen aanmatigend en onbeschaamd waar zij meenen zich dit te kunnen veroorloven. en ten slotte ook nog wraakzuchtig.
Allen geven zich over aan bedelarij, terwijl vooral de vrouwen en kinderen daarbij ook nog stelen. Meestal huldigen zij in schijn den godsdienst van het land waar zij zich ophouden. Aan vaste woonplaatsen binden zij zich maar bij uitzondering. Gewoonlijk houden zij zich nog bezig met de kleinsmederij, zooals het vervaardigen van spijkers, hoefijzers enz.; ook zijn ze bekend als ketellappers en vervaardigers van klein houten huisgerief. Een van hun lievelingsbedrijven in alle landen vormt de paardenhandel, omdat hun list en doortraptheid in het liegen en bedriegen hun daarbij een ruim arbeidsveld openen.
Wat hun lichaam betreft valt op te merken dat zij, als gewoonlijk bij natuurvolken het geval is, bijzonder fraai gevormd zijn, zoodat zij aan de bronzen meesterwerken van de plastiek der ouden herinneren. Hun donkere huidkleur draagt daar nog toe bij; opmerkelijk is het dat de kleur van hun gezicht gewoonlijk lichter is dan die van het overige lichaam.
Het aantal der Zigeuners bedraagt in Europa wel ten naaste bij een millioen, waarvan de helft alleen voor Turkije komt.