Prins George en Kreta.
Een jaar lang trachtten de mogendheden tevergeefs tot overeenstemming te komen omtrent de keuze van een Christen stadhouder voor het eiland Kreta.
Achtereenvolgens werden candidaat gesteld, maar als zoodanig verworpen: prins George van Griekenland, Numa Droz, voormalig president van den Zwitserschen Bondsraad, de Luxemburgsche kolonel Schoeffer en prins Petrovitsj, de neef van prins Nicolaas van Montenegro. De vertegenwoordigers der groote mogendheden wisten niet meer tot wien zich te wenden, toen de czaar opnieuw den tweeden zoon van den Griekschen koning aan hunne goedkeuring voordroeg.
Duitschland en Oostenrijk maakten groote bezwaren; maar Rusland handhaafde zijn voorstel, dat door Frankrijk werd gesteund, en, aangezien Engeland en Italië niet afkeerig waren van dezen candidaat, kwam de overeenkomst tot stand tusschen deze vier laatste regeeringen. Oostenrijk en Duitschland bepaalden zich er toe hunne troepen van Kreta terug te roepen en zich te onttrekken aan het Europeesch concert.
Van dat oogenblik af hadden de vier groote mogendheden den tijd om onderling het vraagstuk te bespreken en nauwkeurig de rol aan te geven, die hun lasthebber te vervullen zal hebben. Prins George toch is slechts benoemd voor den tijd van drie jaar, en daarin moet hij Kreta tot rust brengen en er een regelmatige administratie vestigen.
In overleg met de Nationale Vergadering, waarin alle Kretenzer elementen vertegenwoordigd zullen wezen, moet de stadhouder een zelfstandig bestuur invoeren, dat de veiligheid van personen en goederen kan verzekeren en vrijheid van godsdienst toestaat. Hij zal bovendien een locale krijgsmacht moeten stichten, in staat om de orde te handhaven.
Op deze grondslagen is het bestuur toevertrouwd aan prins George, die zijn mandaat heeft aanvaard en met de noodige plechtigheid als stadhouder van het eiland is ingehuldigd.
Prins George werd geboren te Corfoe in de maand Juni 1869. Hij studeerde met ijver, maakte snelle vorderingen, legde zich vooral toe op de beoefening der talen en werd geplaatst bij de marine, terwijl zijn oudere broeder, de erfprins en vermoedelijke troonopvolger, bij het leger ging. Hij volgde den cursus der Zeevaartschool van den Piraeus, zette zijn studie voort in Denemarken, waar hij vier jaren bleef en deed vervolgens verschillende reizen aan boord van Deensche oorlogsvaartuigen.
Bij zijn terugkeer in Griekenland werd hij benoemd tot overste van de kustverdediging des rijks en legde zich met ijver en met liefde toe op den dienst.
Bij gelegenheid van den laatsten oorlog voerde prins George het bevel over de torpedovloot, die was toegevoegd aan het eskader van het Oosten, en iedereen herinnert zich, hoe de moedige prins tot werkeloosheid werd gedoemd.
Door de christenbevolking van Kreta is prins George met vreugde en gejuich ontvangen en de Muzelmannen, hoewel zij misschien een andere keuze hadden gewenscht, kunnen hem niet erg vijandig zijn, want zij hebben van hem de belofte ontvangen, dat hij met volstrekte onpartijdigheid zijn mandaat zal vervullen, zonder onderscheid te maken tusschen of eenige voorliefde te toonen jegens de Kretenzers van de eene of andere belijdenis, van het eene of het andere ras.
De voorlichting en de medewerking van Numa Droz, die hem voor enkele dagen nog verzekerd schenen, zullen hem evenwel niet ten deel vallen. Men had gehoopt, dat de oud-president van den Zwitserschen bondsstaat met zijn rijpe ondervinding den goeden wil van prins George zou gesteund hebben. Maar daarop valt niet meer te rekenen, naar het schijnt, en dat is te bejammeren. Doch het is te hopen, dat de prins in het kleine rijk, dat gedurende twee en een halve eeuw zuchtte onder de Turksche overheersching en dat sedert zoovele jaren het Ottomaansche juk van de schouders trachtte te slingeren, de noodige medewerking vinden zal, om hem de moeilijke taak te helpen verlichten, die hij met moed en vertrouwen op zich heeft genomen.
En door heel Europa wordt de vurige, de hartgrondige wensch geslaakt, dat het zoo lang geteisterde volk, dat in de eeuwenlange verdrukking zijn welvaart zag verloren gaan, weder tot rust, bloei en voorspoed komen zal onder het onpartijdig en zegenrijk bestuur van den jeugdigen, moedigen en liefdevollen prins George van Griekenland.
L.v.M.
prins george van griekenland.