De eerste sigaar. -
Voor het eerst vindt men van de sigaar melding gemaakt in de ‘Geschiedenis van Nicaragua’ van den Spaanschen geschiedschrijver Gonzalo Fernandez de Oviedo y Valdez, die in 1555 voltooid werd. Bij de feestelijke bijeenkomsten der Indianen, aldus verhaalt de geschiedschrijver, drinken zij zich graag een roes aan chicha, een uit maïs bereiden wijn, en nemen daarbij een pakje bladeren van planten, ongeveer zes duim lang en zoo breed als een vinger. Deze bladeren, die opgerold zijn en met een draad worden vastgehouden, worden aan het eene uiteinde in den mond gestoken. De Indianen trekken den rook naar binnen, houden dien een tijd lang bij zich en blazen hem dan uit den mond of uit de neusgaten weg.