De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15
(1898)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe zwarte kapu.
| |
[pagina 247]
| |
Na een poos stond de kapu voorzichtig op, overtuigde zich, dat zijn gezellen nu niet meer gevaarlijk waren en bond ze met veel vlugheid en handigheid met behulp van eenige door zijn moeder gereed gehouden touwen uit bast vervaardigd. De slapers merkten er niets van. Daarop ging hij naar de beide jagers, wierp zich voor den hertog op den grond, kuste hem de voeten en riep: ‘Ik dank den Hemel, dat hij mij de gelegenheid heeft gegeven, u o heer, een dienst te bewijzen. Herkent gij mij?’ ‘Gij zijt Bagin, de deserteur, die nu aan de doodstraf vervallen is, wanneer hij gegrepen wordt. Gij zijt de gevreesde kapu van een rooverbende,’ antwoordde hertog Frans. ‘Ik heb geroofd om te leven, evenals de Duitsche en de Turksche soldaten doen, maar aan mijn handen kleeft geen bloed. Deze vier daar hebben gevaar geloopen, als eerste offers van mijn hand te vallen. Ik had ze neergeveld om u, heer, als de oude met haar bilzenkruid geen beter middel geweten had.’ ‘Zij zullen slapen als houtblokken, twaalf, veertien uur lang,’ sprak de oude er tusschen. ‘En den vierden keer ben ik gedeserteerd,’ ging Bagin voort, ‘omdat gij, genadige heer, ondanks uwe voorspraak, mijne vrijheid niet hebt kunnen verwerven. Zes maanden heb ik er op gewacht. Maar nu ben ik de vrijheid moede, het leven, dat ik hier in de bosschen geleid heb, is erger dan dat van een opgejaagden wolf. Ik zal u en gij zult mij uit dit moerassig woud leiden, ik u in de armen van de keizersdochter, gij mij in 't gezelschap van eerlijke lieden. Maak mij tot uw knecht, heer, ik zal u trouw zijn als een slaaf!’ De beide prinsen beloofden, voor Bagin te zullen zorgen en men brak op. ‘Nog iets!’ sprak Bagin en hij maakte zich gereed om aan zijn voormalige slapende gezellen het geld weer af te nemen, maar de hertog verhinderde dit. ‘Mogen hun de weinige goudstukken dienen, om een nieuw leven te beginnen,’ zeide hij en gaf toen last om de armen der geboeiden vrij te maken, ten einde hun in staat te stellen zich bij hun ontwaken te kunnen redden. Uren lang had de kleine groep - de oude met eenige huishoudelijke artikelen beladen - door het woud gemarcheerd, en hertog Frans kon van vermoeidheid niet meer. Toen nam Bagin hem op den rug en droeg hem nog meerdere uren lang verder.Ga naar voetnoot1) Tegen den middag bereikte men het armzalige dorpje Slatina. Verder konden de oververmoeide ruiters niet; bij den Wallachijschen schout gebruikten zij wat melk en maïsbrij en sliepen daarna op stroo en schapenvellen tot den volgenden dag, op welken de door afgezonden boden onderlichte veldmaarschalk Seckendorf met een talrijk gevolg verscheen, om de vermiste en angstig gezochte vorsten persoonlijk af te halen en aan hertog Frans twee blijde tijdingen te brengen: het gelukkig herstel van zijn ernstig ziek geweest zijnd dochtertje Maria Elisabeth en zijn benoeming tot groothertog van Toskane. Over eenige weken zou het jonge echtpaar naar het schoone Toskane vertrekken. De eerste zorg van den nieuwen groothertog was, het lot van zijn redder te verzekeren. Het was geen gemakkelijke taak, en alleen de genade des keizers vermocht het wettelijk onvermijdelijk lot van Peter Bagin te veranderen. Hij werd gevangen gezet en het proces had zijn gewoon verloop. Het vertrouwen op de macht en den goeden wil van zijn hoogen beschermer werd op een zware proef gesteld, toen hij, na ter dood veroordeeld te zijn, eerst op het laatste oogenblik gratie ontving. De groothertog nam Bagin mee naar Florence en later naar Weenen als zijn getrouwen jagermeester, en behield hem ook in zijn dienst, toen hij in 1745 als Duitsch keizer gekroond werd. Ja, de reusachtige Bagin was - hoewel een zeventiger - nog flink en gezond en in keizerlijken dienst, toen keizer Frans in 1765 te Innsbruck onverwachts overleed. Maria Theresia had in het dorpje Slatina een nieuw kerkje gesticht en het met een rijk misgewaad begiftigd, waarop met goud geborduurde en met parelen versierde afbeeldingen te zien zijn, welke betrekking hebben op de verhaalde gebeurtenis. Het zorgvuldig bewaarde miskleed wordt tegenwoordig nog met trots aan de vreemdelingen vertoond, evenals de houten bekers, waaruit de vorsten op hun vermoeienden tocht gedronken hebben. |
|