zijn, dan toch het opwekkend watertooneel bij te wonen.
Op een rustbed, opzettelijk voor deze gelegenheid vervaardigd, werd hij in een ambulance-rijtuig van Marlborough House vervoerd naar het spoorhal Paddington, van waar hij met den trein naar Portsmouth stoomde. Hier werd hij door de matrozen, die daarop door lange oefening te voren afgericht waren, in zijn rustbed aan boord van het koninklijke jacht Osborne gedragen, dat ook al opzettelijk met het oog op zijn ziekte voor hem was ingericht; en een half uur later stoomde het jacht naar Cowes, waar de groote wedstrijd moest plaats hebben.
De prins was vergezeld van zijn gemalin en dochter, alsmede van prins Nicolaas en prinses Maria van Griekenland, terwijl daags daarna, Zondag 31 Juli, koningin Victoria zelf ook aan boord van het koninklijk jacht verscheen.
Onze gravure op blz. 245 stelt de aankomst voor van de Osborne op het tooneel van den strijd, waar zij begroet werd door een koninklijk saluut van Harer Majesteit Crescent, die als wachtschip te Cowes gemeerd lag. Zoodra het koninklijk vaartuig verscheen, streken al de jachten, die voor de regatta zeilvaardig lagen, eerbiedig de vlag.
Op zijn rustbed liggende, zag de prins van onder een tent, aan boord der Osborne opgeslagen, te midden van zijn vorstelijke familie den lang verbeiden wedstrijd op Maandag 1 Augustus aan. Ongelukkig voldeed die niet aan de hooggespannen verwachting. De wind was namelijk niet sterk genoeg voor groote wedvaarten, waarom de af te leggen afstand om de helft moest bekort worden. Toch bedroeg die altijd nog ten naaste bij vier uren zeilens. De jachten moesten van Cowes zeilen tot een lichtschip, op onze gravure van blz. 244 afgebeeld, na dit omgezeild te hebben, terugkeeren en vervolgens denzelfden toer nog eens maken. De hoogste winner van dien dag was de Bona, behoorende aan den hertog van Abruzzi. Het mooiste nummer van het programma was de wedstrijd voor jachten van 55 tot 68 voet. Vijf booten hadden zich daarvoor aangemeld; bij het uitzeilen scheen het aanvankelijk, dat geen van de vijf het in snelheid van de andere winnen zou: ze bleven alle gelijk. Eindelijk scheen de Astrild toch het eerst het gestelde eindpunt te zullen bereiken, maar ze werd op het laatst nog voorbijgezeild door de Senta, die den prijs wegdroeg: ze had den tocht gemaakt in 3 uren, 57 minuten en 59 seconden.
Den volgenden dag moest er gezeild worden om den prijs door de koningin uitgeloofd, een prachtigen vergulden beker. Ditmaal was wind en weer gunstig en de wedstrijd leverde een opwekkend en prachtig schouwspel op. De prijs viel ten deel aan de Betty, behoorende aan het parlementslid John Gretton. Onze beide platen kunnen den lezer eenigermate een denkbeeld geven van het belangrijk watertooneel.