De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 15
(1898)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
gesteld, het nieuwste oorlogsschip van Nederland nauwkeurig te bezichtigen en dat mengsel van staal en ijzer, en ijzer en staal, te bewonderen, dat nu in Curaçao de vlag moet hoog houden, de belangen doen eerbiedigen, de Friesland. Wil Holland de vredevloot heur handelstaak zien vervullen, dan moet ook een oorlogsvloot gereed zijn om hare handelsbelangen te behartigen en desnoods te verdedigen. Zeker, 't is voor haar onmogelijk mee te dingen naar het verkrijgen eener vloot, als b.v. Frankrijk bezit; zij wordt als een quantité négligeable beschouwd door Engeland, wiens ééne slagschip de Majestic een grooteren inhoud heeft, dan hare drie nieuwste slagschepen te zamen, wiens reuzenkruiser de Terrible even snel loopt als haar snelste torpedoboot, maar tegen een mogendheid van den eersten rang zal zij wel nooit behoeven te strijden, want zulk een strijd zou een te schrillen wanklank te weeg brengen in het zoo eenstemmig (?) Europeesch concert; zulk een strijd zou - om onbewimpeld te spreken - de geduchte naijver der groote mogendheden nooit kunnen dulden. Geheel weerloos ter zee mag zij echter niet zijn, zij moet hare neutraliteit kunnen handhaven, in staat zijn de eer harer vlag en haren rang als koloniale mogendheid hoog te houden, en ze kunnen verweren als het moederland of de koloniën zouden worden bedreigd. Met volle recht merkte de helaas te vroeg ontslapen Mr. B. Bahlmann in den Noordbr. op, dat het Nederlandsche volk geenszins ongeneigd is, voldoende geld toe te staan voor de hervorming en verbetering harer marine, mits er een plan - uitmuntend door éénheid - zoude worden voorgesteld, dat hare financieele draagkracht niet zoude te boven gaan. En die hervorming en verbetering is zeer noodig! Als Amerika b.v. eens op Atjeh gedaan had, wat het nu in naam der menschelijkheid (?) wederrechtelijk op Cuba heeft verricht.... wat had Holland dan kunnen doen?.... Dan hadden zij de verouderde fregatten Van Speyk, Atjeh e.a. kunnen uitzenden, die evenals de Reina Cristina, het Spaansche admiraal- of vlaggeschip, zouden zijn in brand geschoten; dan hadden zij - door nood gedwongen - kunnen uitzenden een 10tal monitors, die evenals de Adder, treuriger nagedachtenis, misschien zouden zijn gezonken voordat zij in 't gezicht van den vijand waren gekomen.... Kortom, dan waren zij op zee bijna geheel weerloos geweest. In den laatsten tijd wordt - gelukkig - degelijk aan de verbetering der marine gewerkt. Sinds 1894 zijn te water gelaten drie flinke pantserschepen, vier minder zwaar gepantserde oorlogsbodems, terwijl er nu nog drie schepen van eenzelfde type of soort op stapel staan en welhaast de bouw verwacht mag worden van een grooter pantserschip, dat, ca. 5000 ton metende, èn voor het moederland èn voor Indië geschikt is, en door nog vijf andere schepen van eenzelfde type zal worden gevolgd. Nu de oorlog tusschen Spanje en Amerika woedt, kunnen wij geen courant of tijdschrift opnemen, geen onverschillig gesprek met een toevallig ontmoet persoon beginnen, of er zal melding in worden gemaakt van gevechtschepen, van kruisers, van torpedobooten enz. enz., en daarom zal 't den lezers der Belgische Illustratie wellicht niet ongevallig zijn, het een en ander over die oorlogsschepen van allerlei soort te vernemen, vooral in betrekking tot Nederland. | |
I.
| |
[pagina 120]
| |
nitiekokers zijn op de Piet Hein voor de bediening van het zware geschut aanwezig, natuurlijk zwaar gepantserd, daar de ramp niet te overzien zou zijn, als een granaat van een kanon van zwaar kaliber door vijandelijk vuur aan boord van het schip zou worden getroffen. Met de uiterste zorg moet op de oorlogsschepen het kruit, schietkatoen en ander gevaarlijk goedje worden bewaard, vandaar dat verschillende kranen met pijpen en kingstons kruitkamers en granaathokken onder water kunnen zetten. Eene duizeling beving mij, toen ik den commandotoren van de Piet Hein betrad. Evenals de barbette zwaar gepantserd, zal deze niet lich door 't vijandelijk vuur worden ontzet, daar de pantserplaten eene dikte hebben van 24 cM. Maar o! o! daarbinnen.... klein en bekrompen, moet die commandotoren den commandant en een stuurman herbergen en bevat daarenboven een rad voor de stoomstuurinrichting, telegrafen naar de machinekamers, stuurrad, geschut-opstellingen en torpedolanceerinrichtingen, een axiometer, waardoor de stand van het roer wordt aangegeven, spreekbuizen, torpedopeilinstrument enz. De commandant mag wel zorgen van zijn 260 manschappen niet den al te zwaarlijvigsten stuurman uit te kiezen en in den commandotoren bij zich te nemen!!! Onmiddellijk vóór den 1en en achter den 2en mast ziet men (thans in hun zwart omhulsel van allen glans beroofd) de twee projectors van het electrische zoeklicht. Evenals de krijgsmarsen, zijn zij bestemd tegen de torpedobooten te waken, die begunstigd door het nachtelijk duister een aanval op het pantserschip in den zin mochten hebben, om door ééne torpedolanceering het trotsche zeekasteel in de diepte te doen verdwijnen. Dáártegen dienen de zoeklichten, die, felle lichtbundels afwerpend, den nacht in dag herscheppen en de golven doen glinsteren in het schitterendste licht. Naar alle kanten kan er mede worden gemanoeuvreerd, heinde en verre de horizon doorzocht worden.
een lommerrijk hoekje in noord-brabant, naar een photographie.
Niet spoedig zal ik den Novemberavond van 't jaar 1895 vergeten, toen ik voor het eerst dat electrisch zoeklicht zag dansen door de lucht. Het dreigde te regenen, maar hopend dat het bij ‘dreigen’ zou blijven, begaven wij ons langs den Feyenoorddijk naar het etablissement ‘Feyenoord.’ Schilderachtig was 't die hel witte strepen zich tegen den avondhemel te zien afteekenen, alleraardigst de gevels der huizen met wonderlijke duidelijkheid plotseling te voorschijn te zien komen uit de duistere omgeving. Maar het ‘dreigen’ ging over in daden, en Ter Haar's vers ging in vervulling: Daar valt een drop,
Daar stroomt een regen, enz.
Een geweldige regenbui barstte los, die in letterlijken zin met een straal koud water het vuur onzer geestdrift doofde; op den niet al te best onderhouden weg hadden zich reeds meertjes en beekjes gevormd, die ons dwongen onze oogen op den grond in plaats van naar de lucht gevestigd te houden, en met een zware verkoudheid boette ik mijn eerste aanschouwen van de zoeklichten van de Piet Hein.
(Wordt vervolgd.) |
|