[Nummer 14]
De gedachteniskapel in de rue Jean Goujon
Te Parijs.
Den 4en Mei ll., den eersten verjaardag van den verschrikkelijken brand in de rue Jean Goujon te Parijs, bad op de plek, waar een jaar geleden zooveel edele telgen van Frankrijks eerste familiën in de vlammen het leven lieten, een treffende plechtigheid plaats. Mgr. Richard, de aartsbisschop van Parijs, legde er namelijk den eersten steen voor den bouw der herinneringskapel, die door de betrekkingen der slachtoffers ter eere hunner nagedachtenis zal worden opgetrokken.
De heer Guilbert, bouwkundige der regeering en opzichter over de historische gebouwen, heeft het ontwerp tot dit monument geleverd. Wij geven in dit nummer de teekening van den gevel, zooals die door de gezamenlijke inschrijvers voor het te stichten gebouw is goedgekeurd. De kosten worden op 900.000 franks geraamd, waarvan er reeds 700.000 zijn toegezegd. De parochie van Sint Clothilde, waartoe het meerendeel der slachtoffers behoorde, heeft alleen voor meer dan vierhonderd duizend franks ingeschreven.
De heer Guilbert heeft uitstekend partij weten te trekken van het betrekkelijk beperkte terrein, dat tot zijn beschikking kon worden gesteld. Het stuk grond meet slechts twintig meters langs de rue Jean Goujon bij veertig meters diepte.
De kapel, die daar zal gesticht worden, zal worden gebouwd in den stijl uit het tijdvak van Lodewijk XVI; ze zal vierkant van vorm zijn en versierd met een koepel, rustende op een inwendige colonnade. Omtrent den voorgevel, door onze gravure weergegeven, hoeven wij niet in nadere bijzonderheden te treden.
De vloer der kapel zal drie meter boven de straat zijn gelegen, zoodat er ruimte gevonden wordt voor een gewelfde crypte, wier vloer een meter beneden den beganen grond daalt.
De plannen voor het inwendige zijn nog niet bekend; toch weet men dat het geheel niet het karakter zal dragen van een grafmonument; veeleer zal de heele versiering samenwerken tot verheerlijking van degenen, die hier stierven als martelaren der liefdadigheid.
Aan weerszijden van het sanctuarium, wat meer naar achteren, zullen twee vierkante zalen worden gebouwd, die bestemd zijn als bewaarplaats voor de ex-voto's. Achter de kapel zal een tuin worden aangelegd, omgeven door een zuilengang, waarin veertien kleine kapellen worden aangebracht voor de staties van den kruisweg. In de wanden van dien zuilengang zullen ook de namen der slachtoffers van den brand, ten getale van honderd twee en twintig, worden gebeiteld.
De bewaking van het monument zal worden toevertrouwd aan de zusters, genaamd ‘Helpsters der zielen in het vagevuur.’ Een groep van deze religieuzen zal zich metterwoon vestigen in een der bijgebouwen en zich daar aan de werken der liefde wijden, die reeds op verscheidene punten van Parijs door deze congregatie beoefend worden.
Alleen de families der slachtoffers waren tot de plechtigheid van den 4en Mei ll. uitgenoodigd. Te recht had men begrepen, de smart dier treurende verwanten te moeten eerbiedigen en aan geen onbescheiden blikken van toeschouwers te mogen blootstellen. Al de aanwezigen waren dan ook in zwaren rouw gekleed.
Er was een groote tent opgeslagen ter plaatse waar voor een jaar het gebouw van den liefdadigheidsbazar stond. Daarbinnen zag men de fundeeringen voor het nieuwe gebouw met den gehouwen steen, waarin de oorkonde der stichting, in het Latijn opgesteld en gezegeld met de wapens van het aartsbisdom, moest worden gesloten. Onder de aanwezigen werden opgemerkt de hertog van Alençon, de hertogin van Vendôme, de hertog van Chartres, graaf Jean van Orleans en verder vertegenwoordigers der talrijke families, die indertijd door de ramp getroffen werden.
Nadat eerst voor de zielerust der slachtoffers gebeden was, verrichtte Mgr. Richard de plechtigheid der wijding van den eersten steen en verder van het heele bouwterrein. Ten slotte hield hij een aandoenlijke toespraak, die al de aanwezigen ten diepste roerde.
ontwerp voor de gedachteniskapel in de rue jean goujon te parijs.