[Nummer 13]
Ter gedachtenis
Van
Mr. Bernard Maria Bahlmann.
Op Vrijdag den 13en Mei jl., des namiddags te ongeveer twee ure, had in de groote vergaderzaal van de Tweede Kamer der Staten-Generaal eene ontzettende gebeurtenis plaats.
Daar ontviel aan de katholieke staatspartij en het katholieke Nederland, binnen weinige minuten, een der meest talentvolle en bekwame mannen, enkele oogenblikken nadat hij zich ten strijde had aangegord, om eene laatste hopelooze poging te wagen ten einde de wet op den verplichten persoonlijken krijgsdienst ten val te brengen.
Eén kreun, één snik, en Mr. Bernard Maria Bahlmann was niet meer. En bij zijn ontzield lichaam knielden zijn vrienden en medestrijders neder, aldus de groote Statenzaal, waar nog kort te voren zijn krachtig woord weerklonken had, herscheppend in een oord des gebeds, maar niet voor van de lippen des priesters het troostend woord gevloeid was, dat de christenziel in hoop en vertrouwen doet verschijnen voor den troon van den Goddelijken Rechter.
Mr. Bahlmann is heengegaan zooals hij geleefd had, ten volle voorbereid tot den dood, niet omdat hij wist dat zijn dagen geteld waren, maar omdat hij van zijn jeugd af was een godvreezend, vroom katholiek. Op iedere bladzijde van zijn levensboek staat zijne katholieke overtuiging gegrift.
Aan de Leidsche universiteit is zijn leus: Teneamus confessionem en hij weet ook zijn katholieke medestudenten voor die leuze te bezielen... En later, in alle omstandigheden des levens, waar en wanneer hij ook optreedt, als hij geworden is de man gerijpt door arbeid en ervaring, is zijn streven gericht op dat ééne groote doel: alle kracht, die van hem uitgaat, dienstbaar te maken aan het vaandel, dat hij met ijzeren vuist heeft vastgehouden, en waarmede hij nederstortte, toen de dood hem aangreep.
In waarheid mocht de groote katholieke redenaar den 17en Mei te Nijmegen aan Mr. Bahlmann's geopende groeve getuigen: dat zijn leven een hard leven geweest was, hard van werkzaamheid en moeite, hard van zorg en beslommering. Neen, deze man, ofschoon met aardsche goederen bedeeld, was geen Zondagskind.
Die het voorrecht hadden tot zijne vrienden te behooren, weten hoe hij, nimmer terugdeinzend voor den strijd, toch dikwijls den last als lood op zijn schouders voelde drukken! Maar dan vermande hij zich, één oogenblik van weifelmoedigheid mocht het door een onverbiddelijke kwaal aangetaste lichaam beheerschen, de reus rukte zich los uit den greep, en stond in zijn volle kracht voor de tegenstanders, die weinig vermoedden hoeveel levenssap hij telkenmale ten offer bracht aan 't geen hij meende dat zijn plicht was.
mr. bernard maria bahlmann.
Veel vaste wil, veel werkkracht was er in dezen volksvertegenwoordiger. Opgeleid voor den handel, eerst te Munster, later te Manchester, keerde hij in 1875 naar het vaderland terug, om zich aan de rechtsstudiën te wijden. Een oogenblik dacht hij er aan, de militaire loopbaan te kiezen, doch een waarschuwend woord van wijlen generaal Knoop weerhield hem.
Mr. Bahlmann, in 1849 op het buitengoed zijner familie het Geldersch Hof bij Nijmegen geboren, had toen reeds den 26jarigen leeftijd bereikt, en dit was een bezwaar, onoverkomelijk met het oog op de eigenaardige bevorderingstoestanden in het Nederlandsche leger.
Zijn toekomst lag elders, op een veld, waar hij grooter dienst aan zijn land en en zijne partij bewijzen zou.
In 1880 vaardigde het district Tilburg hem ter Tweede Kamer af, en sedert heeft hij onafgebroken voor dat district zitting gehad.
En nu is hij heengegaan, de eenvoudige en oprechte man, in de kracht zijns levens, ruim 49 jaar oud, geëerd door voor- en tegenstanders, omdat ook laatstgenoemden overtuigd waren van de rechtschapenheid van zijn karakter.
Heeft hij gearbeid zoolang het voor hem dag was, zijn veelzijdige kennis en talent, gepaard aan eene onverzettelijke wilskracht, doen der katholieke partij in hem een strijder verliezen, die nog geruimen tijd en dikwerf zal worden gemist.
En wel mocht de Voorzitter der Tweede Kamer zeggen, dat veler oogen zich nog menigmaal met weemoed zullen richten naar de plaats, vanwaar jarenlang Bahlmann's overtuigend woord zich deed hooren!
Vrede zij zijne asch! en zijne nagedachtenis blijve in gezegende herinnering bij ons katholieken, wien hij een voorbeeld van godsvrucht, deugd en plichtsbetrachting is geweest.
30 Mei 1898.
M. de Ras.