de republiek als eenmaal gevestigde regeeringsvorm aannamen en op wettelijk constitutioneel terrein den strijd voerden voor de goede, christelijke beginselen.
Nog in een ander opzicht toonde De Mun zich een trouw zoon der Kerk, een gehoorzaam opvolger der wenken van den H. Stoel. Leo XIII had gewezen op de dringende noodzakelijkheid om de sociale kwestie ernstig onder de oogen te zien, de billijke vorderingen van den arbeidersstand te bevredigen, den werkman te beschermen tegen het uitzuigend kapitalisme, de gegoeden en de lagere klassen, die als twee vijandige kampen tegen elkander over stonden, weer te verbroederen, ten einde de verbroken harmonie in de samenleving te herstellen en de jammerlijk ontwrichte maatschappij weer op hechte, gezonde grondslagen te vestigen.
Albert de Mun werd alzoo de leider der christelijk sociale beweging in Frankrijk; maar niet eenzijdig arbeidde hij in deze ééne richting. Gestadig hield hij daarbij heel het werk der christelijke wedergeboorte van Frankrijk in het oog.
Met treffende juistheid is dat geschetst door professor Quack, die in het tijdschrift De Gids een warm geschreven artikel wijdt aan den grooten Franschen katholieken strijder.
‘Geheel het optreden van den graaf De Mun in de Fransche Kamer’, schreef hij, ‘telkens in het belang van sociale aangelegenheden, beslaat een zeer oorspronkelijk bedrijf van het drama der Fransche binnenlandsche politiek. Toch zouden wij, wanneer wij uitsluitend op zulke maatregelen of incidenten van sociale politiek 't oog bleven vestigen, een onvolkomen beeld krijgen der werking van De Mun. Want zoowel zijne bemoeiing met de “Cercles” als zijne politieke werkzaamheden in het parlement, blijven altijd voor hem slechts middelen voor een doel. De behandeling en eventueele oplossing der arbeiderskwestie, hoe gewichtig en veelomvattend ook, is slechts een deel van het werk. Het groote doel is de verheffing en veredeling van geheel den Franschen geest in christelijken zin. In de middeleeuwen heette het, dat Frankrijk werkte de werken Gods. Gesta Dei per Francos luidde 't opschrift der rollen, waarin de daden der Fransche kruisvaarders waren opgeteekend. Welnu, iets soortgelijks is het ideaal van den graaf De Mun. Hij is dus niet tevreden, wanneer maatschappij en staat op enkele betere inrichtingen en wetten kunnen wijzen, waardoor de overheersching en onderdrukking der zwakkere elementen in de Fransche samenleving worden tegengegaan. Hij blijft niet staan bij Frankrijks bestaan en leven in den tegenwoordigen tijd. Neen: het is hem te doen om eenen omkeer van 't gemoed bij 't volk. Van andere overtuigingen, dan die door de revolutie van 1789 zijn geopenbaard, moet Frankrijk uitgaan. De volksgedachten moeten weder voortvloeien uit beginsel van het Katholieke Christendom. En dat alles moet niet kunstmatig worden geleid en gebogen. Niet iets gewilds of opgeschroefds moet worden verlangd. Neen, de christelijke daden, die De Mun verlangt, moeten, naar zijn inzien, natuurlijke vrucht van wording en ervaring zijn. Als door eene vaste gewoonte moeten allen weder leeren in aansluiting te leven met het
groote christelijke geheel. De nieuwe gevoelens, die hij oproept, hebben wortelen in de groeikracht van het verleden. Geen beroep op exploitatie behoeft te worden gedaan, maar alles moet geschieden, behoorlijk en standvastig, in eenvoud en trouw. In plaats van het hopeloos egoïsme en individualisme, dat wij allerwegen om ons zien; in plaats van het onder ons allen zoo gangbare denkbeeld, dat in levensomstandigheden niet het recht, maar de macht den doorslag geeft, moet en zal de dag aanbreken der volle rechtvaardigheid.’
Dat de dag der volle rechtvaardigheid ooit zal aanbreken is natuurlijk een droombeeld. Volle rechtvaardigheid heeft nooit ter wereld geheerscht en zal ook nooit heerschen zoolang zonde en hartstocht de menschelijke maatschappij beroeren. Maar ieder moet toch in zijnen kring zooveel mogelijk de gerechtigheid bevorderen, en wanneer eenmaal, wat God geve, kan getuigd worden dat onze tijd werkelijk de menschheid nader tot de gerechtigheid heeft gebracht, dan zal De Mun genoemd worden onder de mannen, aan wier ijver, volharding en toewijding die verblijdende uitkomst zal te danken zijn.
Het huis De Mun, uit den oudsten adel der provincie Bigorre gesproten, ontleent zijn naam aan eene heerlijkheid in de wijngaarden van Gourdon, op vier mijlen van Tarbes. Zij schreven in het Latijn de Muno, de Munio, en in de oude taal des lands de Meuny, de Mun en de Munde, wat de familie er ongetwijfeld toe gebracht heeft, in haar blazoen de wereld als figuur op te nemen. Haar devies is: Nil ultra. Met een aantal adellijke geslachten, als de Armagnacs, de Comminges, de Mauléon's en andere, zijn de De Mun's door huwelijken vermaagschapt.
Alexandre François, graaf De Mun, het hoofd van den jongeren tak in 1789, had den zevenjarigen oorlog meegemaakt en was in den slag bij Minden gekwetst. In 1814 tot luitenant-generaal benoemd, stierf hij twee jaar later op hoogen leeftijd. Hij was in 1782 gehuwd met Elisabeth Charlotte Helvetius, eene dochter van den beroemden philosoof van dien naam.
Hun eenige zoon, Jean Antoine Claude Adrien, markies De Mun, in 1773 geboren, ridder van den H. Lodewijk in 1814 en pair van Frankrijk in 1815, stichtte in 1821 een majoraat met den titel van markies. Hij huwde in 1805 met Henriette d'Ursel, dochter van den hertog en de hertogin, geboren d'Arenberg, en stierf in 1843, drie kinderen nalatend, van wie Adrien Alexandre Adelaïde Henri, in 1817 geboren, in het huwelijk trad met Eugénie Charlotte de la Ferronnays, die in 1842 overleed, weinige maanden na het leven te hebben geschonken aan hem, die te gelijker tijd een der gloriën zou zijn van het Parlement, de Academie en de Kerk van Frankrijk.
Graaf Albert de Mun, die den 21en Maart 1841 te Lumigny in het departement Seine-et-Marne geboren, is gehuwd met de gravin Simonne d'Andlau.