Bij de Platen.
De tempel van Minerva te Rome. -
Binnenkort zullen weer een aantal onzer landgenooten de reis naar Rome ondernemen. Sedert in 1886, ter gelegenheid van 's Pausen gouden priesterjubilé de eerste Nederlandsche bedevaart naar de graven der Apostelen trok, hebben de karavanen naar de Eeuwige stad elkander in steeds korter tusschenpoozen opgevolgd. Geen wonder: wie eenmaal te Rome is geweest, wenscht er terug te keeren, en is hij zelf daartoe niet in staat, dan wekt hij toch bij anderen den lust, er op hun beurt heen te gaan.
Daarom zal het onzen lezers ook niet onverschillig zijn, dat wij hun telkens nieuwe hoekjes uit die merkwaardigste van alle steden laten zien. De echt karakteristieke plekjes worden zeldzaam, daar de moderne Wandalen er gestadig op uit zijn, het oude eerbiedwaardige Rome te verwoesten om er een doodgewone moderne wereldstad van te maken.
Hun vernielzucht geldt intusschen hoofdzakelijk het pauselijk Rome; het antieke heidensche Rome geniet hun bijzondere vereering, en liefst zouden zij het heele heidendom met zijn goden en godinnen weer in eere brengen. Maar zelfs die voorliefde voor de puinen uit de tijden der Caesars uit zich nog in vernielzucht. Onder voorwendsel die ruïnen bloot te willen leggen om den geleerden en toeristen gelegenheid te geven ze te bestudeeren en te bewonderen, ontdoet men ze van de schilderachtige omgeving, die daaraan de echte poëzie geeft.
Het hoekje, op onze gravure voorgesteld, is intusschen nog aan de opruimwoede der nieuwe meesters van Rome ontsnapt. Haasten wij ons daarom, het in onze Illustratie te bewaren; licht zal het spoedig op zijn beurt ‘verfraaid’, dat wil zeggen bedorven en vernield worden. Het vormt toch het uitgangspunt van de nieuwe opgravingen, die zich van hier uit tot het Forum zullen uitstrekken en tot op het antieke plaveisel zullen afdalen.
Niet ver van het Forum romanum op den weg van het Colyseum naar de Piazza Venezia staat nog, tusschen middeleeuwsche huizen ingebouwd, de ruïne van den zoogenaamden tempel van Minerva, menigmaal ook als forum Nervae aangeduid.
Van het gebouw, dat klaarblijkelijk eenmaal door bijzonderen rijkdom uitmuntte, is maar een klein gedeelte tot op onze dagen bewaard gebleven, maar dat is nog van groote decoratieve pracht. De twee gegroefde zuilen met Romeinsch-Corinthische kapiteelen vormen een onderdeel van den gevel. De kroonlijst vertoont een fraaie verdeeling en bijzonder rijke versiering; een prachtig fries met talrijke figuren boeit voornamelijk het oog van den belangstellenden beschouwer.
De wanden, eens met marmer bekleed en met pilasters gesierd, bestaan uit reusachtige blokken van travertijnsteen. Het oude plaveisel kan ongeveer acht meter beneden den tegenwoordigen beganen grond liggen, waarboven zich slechts de bovenste helft der zuilen verheft.
Dit gedeelte der Eeuwige Stad, bijna uitsluitend door de arme volksklasse bewoond, heeft ook thans nog iets van den stempel van het middeleeuwsche pauselijke Rome behouden. Een belangwekkend volksleven ontwikkelt zich hier nog op de straat en in de osteria of herberg, in de oude ruïnen aangebracht. Ook aanzienlijke vreemdelingen komen hier dikwijls uitrusten van de vermoeiende bezichtiging der overblijfselen van het antieke Rome. Zij vinden er voor weinig geld een kostelijk glas vino dei castelli romani en ook wat de keuken oplevert, zal wie niet volslagen verwend is, wel bevredigen.
Van de meest typische oorspronkelijkheid is dikwijls het inwendige van zulk een herberg, waar de gelagkamer en de keuken met het blank geschuurde koperen vaatwerk maar één vertrek uitmaken. Nooit ontbreekt er een schilderijtje van de Madonna met het altijd brandende lampje er voor. Op den donkeren achtergrond onderscheidt men de zware vaten, geteekend met de merken Frascati, Albano of Velletri, en waaruit de wijn rechtstreeks getapt wordt.
Elk volgend glas doet ons het leven vroolijker inzien en geeft ons een hooger gevoel van zelf behagen. Dan worden voor onze opgewekte verbeelding de schimmen van het oude Rome, de menschen, die hier vóór twee duizend jaren rondwandelden, weer levend; wij meenen ons overgeplaatst te midden der klassieke oudheid.