In die hoedanigheid genoot hij het volle vertrouwen van zijn meester en vaak maakte hij gebruik van zijn invloed om ter gunste van anderen bemiddelend op te treden.
Eene lange rust in het paleis was hem echter niet gegund; terwijl het Groote Leger den veldtocht tegen Oostenrijk ondernam, werd Duroc met een diplomatieke zending naar Berlijn gestuurd en kort voor den slag bij Austerlitz keerde hij in het keizerlijk legerkamp terug, waar hij den degen weer opnam en in plaats van den gewonden generaal Oudinot de grenadiers der keizerlijke garde aanvoerde. Na den slag bij Jena was Duroc weer de diplomaat, die den vrede met Saksen teekende; een jaar daarop, in 1807, werd door zijn toedoen na den slag bij Friedland met de Russen een wapenstilstand gesloten en de Fransche keizer beloonde hem met den titel van hertog van Frioul, als een herinnering aan zijn heldenmoed, tien jaar geleden in Italië aan de oevers van den Isongo betoond.
Na den noodlottigen tocht naar Rusland en de vernietiging van het keizerlijke leger door de koude en de kanonskogels der Russen, was Duroc de rechterhand van Napoleon bij de reorganisatie der Fransche strijdkrachten.
Voor Napoleon, die ondanks zijn ontzettende nederlaag in de Russische sneeuwvelden zijn gezag in Middel-Europa wilde handhaven, was het dringend noodzakelijk een krachtig leger bij de hand te hebben, maar de middelen daartoe ontbraken. De stoere grenadiers, die Europa hadden veroverd, waren niet meer, en het Fransche leger bestond hoofdzakelijk uit jonge recruten, niet geoefend in den krijg en niet gehard tegen het ruwe soldatenleven. Om in de behoeften aan geschikte kanonniers te voorzien, werden de matrozen der oorlogsvloot bij het landleger ingedeeld. Maar voornamelijk deed zich het gebrek aan ruiterij gevoelen; remonte-paarden waren er niet genoeg voorhanden, en het zoogenaamde Eere-legioen, door Napoleon opgericht, leverde grootendeels onbruikbare manschappen.
Met een dergelijk leger werd de veldtocht van 1813 ondernomen, die met de. ontzettende nederlaag bij Leipzig eindigen zou. Duroc vergezelde den keizer en was getuige van de. eerste overwinningen der Franschen op de verbonden Russen en Pruisen. Maar de eene veldslag lokte den anderen uit. Na bij Lützen gezegevierd te hebben, moest Napoleon den 22n Mei bij Bautzen aan den vijand het hoofd bieden.
Ook hier zegevierden de Fransche adelaars, maar evenals na de vorige gevechten gevoelde Napoleon levendig het gemis aan 1 uiterij, waardoor hij in het krachtig vervolgen des vijands verhinderd werd. De Duitsche troepen hielden nog stand bij het dorp Makersdorf en de keizer besloot hen daaruit te verdrijven om dan den nacht in de stad Görlitz door te brengen.
Vergezeld van Duroc en van generaal Kirgener, reed de keizer in galop door de smalle dorpstraat, toen plotseling een kanonskogel op een boom afschampte, generaal Kirgener doodde en Duroc in den onderbuik trof. De keizer, die in galop voortreed, had niets bemerkt en stond verwonderd, toen een adjudant hem kwam melden, dat Duroc doodelijk gewond was. ‘Onmogelijk,’ zei hij, ‘ik heb hem zooeven nog gesproken.’
Op dat oogenblik kwam een ordonnans-officier berichten dat de vijand nog slechts zwakken tegenstand bood van den kant van Görlitz, maar Napoleon antwoordde niet en keerde met den adjudant op zijn schreden terug, naar het huis, waar Duroc was binnengedragen. Eenige officieren en de dokters Larrey en Yvan waren daar tegenwoordig, maar de toestand van den maarschalk was hopeloos.
Toen Napoleon binnentrad, was Duroc nog volkomen bij kennis, hij stak den keizer zijn hand toe en drukte ze aan zijn lippen. ‘Mijn heele leven,’ zei hij, ‘heb ik aan uwen dienst gewijd, en ik betreur het slechts, u niet meer van dienst te kunnen zijn.’
‘Duroc,’ sprak de keizer, ‘er is nog een ander leven, daar zullen wij elkaar wederzien.’
‘Ja, ja, sire,’ antwoordde de gewonde, ‘over een jaar of dertig, als gij uw vijanden overwonnen en de hoop van Frankrijk vervuld hebt. Ik heb als eerlijk man geleefd, ik heb mij niets te verwijten. Ik laat eene dochter na. Uwe Majesteit zal haar tot vader zijn.’
De keizer drukte zijn vriend de hand en bleef een kwartier bij het bed zitten met zijn voorhoofd steunend op de linkerhand. De diepste stilte heerschte in het kleine vertrek; eindelijk verbrak Duroc het eerst het stilzwijgen en zeide: ‘Ga heen, sire, dit schouwspel bedroeft u.’
Wankelend stond de keizer op, en leunend op den arm van twee militairen verliet hij de kamer, slechts zeggende:
‘Vaarwel dan, mijn vriend.’
Op bevel van Napoleon werd het lijk van Duroc naar Parijs gebracht om in de kerk der Invaliden te worden begraven, en in het huis, waar de maarschalk gestorven was, liet hij een gedenkplaat aanbrengen met de woorden: ‘Generaal Duroc, hertog van Frioul, groothofmaarschalk van keizer Napoleon, stierf hier, door een kanonskogel getroffen, in de armen van zijnen keizer en vriend.’