De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14(1897)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 310] [p. 310] Twee roosjes. Twee rozeknopjes prijkten eens Aan d'eigen groenen stam, Toen op een zomermorgenstond Een jonge moeder kwam: Zij plukte één roosje; En na een poosje Zou 't knopje-fijn Ontloken zijn. Zij nam het naar heur kamer mee, Waar 't lieve wiegje stond. Een zoet-lief kindje lag daarin Met lachjes om den mond. Zij nam een van zijn handjes teer En lei daarin het bloempje neer, Waaraan de dauw nog glinstrend hing. - Dat kindje was haar eersteling. Het tweede roosje prijkte nog Op d'eigen stam alléén, Toen op een najaarsavondstond De moeder weer verscheen: Zij plukte 't roosje; En na een poosje Zou 't bloempje fijn Ontbladerd zijn. Zij nam het naar een kamer mee, Waar 't gele kistje stond. Een bleek-koud kindje lag daarin Met toegesloten mond. Op zijn gevouwen handjes teer Lei zij 't verwelkte bloempje neer, Waaraan de dauw der oogen hing. - Dat lijkje was haar eersteling. MARIE. Vorige Volgende