De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

Kerstnacht.

Der Englen gezang klonk in juublend akkoord

Door 't flonkerend blauw van den nacht;

Het werd door de herders van Bethlem gehoord

En ruischte zoo heerlijk en zacht:

‘Aan God in den Hooge zij lof, dank en eer!

Hij schonk u zijn eeuwigen Zoon;

Met Hem daalt op aarde de vrede nu weer,

Den goeden van wille ten loon.’

‘Geboren is Hij, die zoo lang werd verwacht,

Uw Redder, de Heer van 't heelal;

Hij ligt als een machteloos Kind, zonder pracht,

Op stroo - in een kribbe - in een stal!’-

Met harten van heilige vreugde vervuld

Verlaten de herders het veld,

En zoeken en vinden in doekjes gehuld

Het Kindje door d' Engel gemeld.

Zij knielen aanbiddend voor 't kribbetje neer....

't Kind ziet hen met vriendelijk oog,

Lacht allen zoo liefelijk toe keer op keer,

Heft zeegnend zijn handjes omhoog.

Ook wij knielen neder, o goddelijk Kind!

Och, deel ook uw zegen ons mee,

En schenk ons wat allen, die goed zijn gezind,

Beloofd is: uw hemelschen vreê!

U zij voor uw liefde, zoo wonderbaar groot,

Erkentlijk ons harte gewijd;

U blijven wij immer tot aan onzen dood

Getrouw onder 't Kruis in den strijd!

MARIE.