Albrecht Durer schildert zijn vrouw. -
De vrouw van den beroemden Duitschen meester mocht zich tot dusver in een allesbehalve gunstige reputatie verheugen. Bij verschillende oude schrijvers werd ze voorgesteld als een tweede Xantippe, die haar hoogbegaafden echtgenoot het leven volstrekt niet veraangenaamde.
De nieuwere geschiedvorsching evenwel heeft aangetoond dat voor die voorstelling alle bewijs ontbreekt, terwijl daarentegen veel omstandigheden er voor pleiten, dat Durer in zijn vrouw een trouwe levensgezellin en een voortreffelijke huismoeder gehad heeft.
In den tijd, dat hij van zijn zwerftochten teruggekeerd, zich in zijn geboortestad Neurenberg als meester schilder vestigde en de jonge Agnes Frey, de dochter van een aanzienlijk en vermogend meester huwde, heeft hij aan haar zijde volop het huwelijksgenot gesmaakt.
Als jong echtgenoot schiep hij de bekoorlijke kopergravure, waarop hij zich zelven in vertrouwelijk gesprek aan de zijde van zijn beminde wederhelft, wandelend moet hebben voorgesteld.
‘De zonneschijn, die op het landschap rust,’ zegt een van Durers jongste levensbeschrijvers omtrent dat tafereel, ‘schijnt de weerglans van zijn eigen geluk te zijn.’
Een weerschijn nu van dien zonneglans vinden wij ook op de schilderij, in dit nummer weergegeven, waar wij Durer bezig zien, de beeltenis zijner geliefde Agnes te malen. Hij heeft haar, met een gordijn tot achtergrond, zóó geplaatst dat het volle daglicht uit het open venster op haar welgevormde gestalte valt en ziet haar nu met scherp schildersoog aan om straks met zekere hand in weinige forsche trekken haar beeld op het paneel te tooveren.
Het tevreden, schalke lachje op Agnes' gelaat spreekt van die onschuldige opgeruimdheid, die het beste loon is voor ijverige, zorgzame werkzaamheid in den kleinen huiselijken kring.