Bij de Platen.
Naar den stal. -
De mooie dagen zijn voorbij dat het vee den korten nacht in de open wei kon doorbrengen. Al zijn de boomen nog niet geheel van hun bladertooi beroofd, de gele en bruine tinten van het loof kondigen aan dat dit niet lang meer de takken sieren zal. Er hoeft maar een enkele najaarsstorm te komen en de verschrompelde bladeren verstuiven links en rechts.
Bij dag bieden bosch en veld, in die wisselende herfstkleuren, onder de gouden zonnestralen een schilderachtig gezicht, en in de zachte najaarszon kan het vee zich nog te goed doen in de malsche wei. Maar de vroeg invallende nachten zijn guur en kil, en tegen den avond moeten de koeien al gauw binnengehaald worden naar den warmen stal. De teekenaar van ons tafereeltje heeft een paar van die gemoedelijke beestjes op hun weg naar huis, onder leiding van een boerinnetje, ontmoet en het kalme groepje naar het leven geschetst.