Bij de Platen.
Het vertrek voor de vischvangst. -
Al de pogingen, door de onchristelijke regeeringen van de laatste kwarteeuw in het werk gesteld, om het geloof uit de harten der Franschen te roeien, hebben niet kunnen verhinderen, dat in Bretagne ten minste dat geloof nog even levendig en kinderlijk-oprecht is als eeuwen terug. En dat kon ook moeilijk anders. De Bretagners zijn een volk, dat zijn bestaan vindt op zee, dat zijn halve leven doorbrengt op den eindeloozen plas, honderdmaal blootgesteld aan de gevaren van schipbreuk, stortzeeën en orkanen. Ieder oogenblik als het ware worden zij aan het bestaan van een God herinnerd, wat de noodlottige theorieën der moderne wijsgeeren daaromtrent ook mogen zeggen.
In elke kustplaats, van waar jaarlijks de visschers vertrekken voor de gevaarlijke reis naar New-Foundland of IJsland, is dan ook bij het strand een Calvarieberg opgericht, waar de Bretagners een laatste gebed gaan storten, voor zij zich op hun broos vaartuig inschepen, waartoe de achtergeblevenen hun toevlucht nemen, als de storm loeit en hen doet vreezen voor het leven hunner dierbaren op den eindeloozen Oceaan.
Treffend is dan ook de voorstelling op de gravure in dit nummer, die de laatste oogenblikken voor het vertrek ter vischvangst in beeld brengt. Stoere mannen, bekommerde vrouwen en onschuldige kinderen buigen het hoofd voor den Christus, die de wijde watervlakte beheerscht, en smeeken Hem, dat Hij alle gevaren zal afwenden van de schepelingen, die op zoo moeizame wijze het brood moeten verdienen voor hun gezin. En als over eenige maanden de schepen met volle lading aan de vaderlandsche kust zullen landen, zal het eerste werk zijn, een dankgebed te storten aan de voeten van Hem, die over hen gewaakt heeft te midden van het woeden der stormen en hen behouden heeft teruggevoerd naar het dierbaar Bretagne, waar zij dan geruimen tijd in den schoot van hun gezin kunnen doorbrengen.