Te Cuzca, de voormalige hoofdstad van het rijk der inca's, was ik nan plan, mijn voorraad proviand en ammunitie aan te vullen, en een bekwamen gids door het gebergte en de wildernissen te nemen. Langer dan mijn voornemen geweest was vertoefde ik te Cuzca, dat na de verwoesting der oude stad door de Spanjaarden in het jaar 1533 op de puinhoopen nieuw is opgebouwd. Nog zijn er geweldige overblijfselen der vroegere heerlijkheid te zien, natuurlijk niet meer dan puinhoopen, maar waaruit men kan opmaken, hoe grootsch het geheel eenmaal geweest is. De muren van den zonnetempel Juti dienen thans het Christendom, want op zijn puinhoopen bouwden de verovenaars de kerk en het klooster van San Domingo, terwijl de fondamenten van den tempel der Bruiden van de Zon thans het klooster Santa Catalina dragen. Het grootscht zijn echter de overblijfselen van het oude paleis der inca's en de vestingwerken op de rotsen van Sacsahuaman.
Eindelijk was mijn uitrusting voltooid, die bestond in aanzienlijke voorraden gedroogd ossen- en schapenvleesch, dat het vochtige klimaat der Montana nog het best weerstand biedt, verder in chocolade, zout, koffie en andere levensmiddelen. Van kruit en kogels was ik rijk voorzien; mijn goed tweeloopsgeweer, revolver en bowiemes waren in den besten toestand, en mijn kleeren beantwoordden volkomen aan de eischen der verre en gevaarlijke reis in wilde, onbekende streken.
Op aanraden van een Spaanschen koopman te Cuzco, die mij bij mijn inkoopen herhaaldelijk behulpzaam was geweest, had ik een Mesties als bediende aangenomen, een stevigen jongen, Pedro geheeten, die mij vooral van groote waarde was, omdat hij zich met de wilde Indianen in de Pampa's, van wier taal ik geen woord verstond, kon verstaanbaar maken. Met drie muildieren en twee ezels, gedeeltelijk dienend om bereden te worden, gedeeltelijk om pakken te dragen, braken wij in de vroegte van een heerlijken zomermorgen op.
Peru is het klassieke land der revoluties, en maar zelden geniet het een korten tijd van rust. Elke eerzuchtige officier, elke ondernemingsgezinde avonturier, waaraan hier geen gebrek is, wil een poging wagen om de bestaande orde omver te werpen en zich zelf aan het hoofd der republiek te plaatsen. Een hoop schavuiten, die niets te verliezen hebben, worden geworven, men trekt van plaats tot plaats, zet de ambtenaren af en vervangt ze door andere, en wanneer het geluk den leider der beweging gunstig is, bereikt hij met zijn bende, middelerwijl tot een heel leger aangegroeid, Lima, den zetel der regeering, die hij verjaagt, om zelf president te worden, tot vaak al zeer spoedig een andere partijganger komt en hetzelfde spelletje herhaalt.
Ten tijde van onze vertelling streden de beide republikeinen Castilla en Echenique om het presidentschap. De eerste had de Murochuccho's voor zich weten te winnen, die wegens hun bloeddorstigheid algemeen gevreesd waren. Deze Indianen, op wie de beschaving nog zoo goed als geen invloed had uitgeoefend, lieten zich de welkome gelegenheid om te rooven en te plunderen niet ontgaan, en aan hen had Castilla voor een niet gering gedeelte de overwinning op zijn tegenstander te danken.
Maar zeer langzaam werd onze reis voortgezet, want de zwaar geladen dieren en de slechte wegen lieten grooten spoed niet toe. Berg op en af ging het in vermoeiende marschen, die mij echter gelegenheid gaven, de met elke duizend voet hooger of lager afwisselende landschapsgezichten te bewonderen. Boven op de kale, door ijzige winden bestreken puna scheen alle leven uitgestorven te zijn; slechts hier en daar zag men een condor met majestueus klapwieken boven diepe afgronden zweven, of in de verte een hoop vicunas, een soort schapen die de Cordilleras bewonen, van rots op rots springen. Verder dierleven trof men in deze woestenij niet aan, en ook de plantenwereld was enkel door eenige mossoorten en een paar verschrompelde dwergdennen vertegenwoordigd.
(Wordt vervolgd)