Zangeres en koningin. -
Christine Nilsson, de beroemde zangeres, vertoefde in Engeland, waar zij bijzonder graag was, en werd verzocht, in een armenschool een concert te geven, opdat het jonge volkje ook eens het genot zou smaken, haar onvergelijkelijk mooie stem te hooren. Daar Christine Nilsson altijd bereid was, met haar talent goed te doen, gaf zij dadelijk haar toestemming. Er werd dus een avond voor het concert bepaald.
Daar verscheen de kapelmeester van koningin Victoria met het bevel, dat de zangeres op denzelfden avond haar medewerking moest verleenen tot een hofconcert.
In plaats van nu haar arme beschermelingen in den steek te laten, verklaarde zij, dat ze voor dien avond al bezet was, maar zich graag iederen anderen avond ter beschikking stelde.
De kapelmeester was stom van verbazing. Al zijn smeekingen hielpen niets; de zangeres volhardde bij haar weigering, maar verzocht natuurlijk, de koningin de reden daarvan mee te deelen.
Met kloppend hart keerde de kapelmeester naar de koningin terug, van wie hij geen vriendelijke ontvangst te gemoet zag. Maar de koningin bleef kalm. ‘Mevrouw Nilsson heeft gelijk,’ antwoordde zij. ‘Ik billijk de reden, die zij heeft opgegeven, ten volle. Schrijf haar maar voor het eerstvolgend hofconcert op, en verzoek haar bovendien mij de eer te bewijzen van een bezoek.’
Bij die gelegenheid trok de koningin een kostbaren, met diamanten en robijnen bezetten armband van de hand en schonk dien aan de kunstenares, die ze voortaan nog hooger schatte dan te voren.
het glaspaviljoen van bouvy op de brusselsche tentoonstelling.