De X-stralen en de douane.
Het was in het jaar 1844. De heer Gréterin, toenmaals directeur-generaal der Fransche douane, ging eens bij gelegenheid dat hij te Genève was, naar een der voornaamste horlogemakers van de stad en kocht er een kostbaar horloge.
‘Ik ben,’ zei hij tegen den koopman, ‘de directeur-generaal der Fransche douane. Er wordt met de Zwitsersche uurwerken aan de grens op groote schaal bedrog gepleegd. Zou u mij dit horloge gesmokkeld te Parijs kunnen bezorgen?’
‘Niets is eenvoudiger,’ antwoordde de horlogemaker.
‘Ik waarschuw u, dat van nu af de nauwkeurigste bevelen langs de heele grens zullen gegeven worden en dat de oplettendste waakzaamheid...’
De horlogemaker glimlachte fijntjes.
‘Stel u gerust, dit horloge zal even gauw te Parijs zijn als u zelf.’
‘Zonder dat er inkomend recht voor betaald is?’
‘Zonder dat de douane er ook maar de lucht van gekregen heeft.’
De heer Gréterin keerde naar zijn hotel terug, gaf zijn knecht bevel haastig zijn bagage bijeen te pakken, en verliet twee uren later Genève. Aan het douane-kantoor te Bellegarde aangekomen, maakte hij zich aan de beambten bekend, liet den bureau-chef komen en gelastte hem, het scherpste toezicht uit te oefenen, er bijvoegende, dat uit Zwitserland een horloge, voor hem bestemd, binnen gesmokkeld zou worden, een flinke belooning aan den kommies belovend, die er beslag op zou leggen.
Terwijl hij zijn bevelen gaf, werd de bagage van den directeur-generaal in een anderen postwagen overgeladen; en na allen nogmaals op het hart gedrukt te hebben, een oog in het zeil te houden, steeg de heer Gréterin in het rijtuig, eerbiedig gegroet door al zijn ondergeschikten. Twee dagen later was hij te Parijs.
Na een paar uren rust te hebben genomen, begaf hij zich naar zijn werkkamer en zag daar naast andere snuisterijen op den schoorsteen... het te Genève gekochte horloge.
Hij schelde zijn knecht. ‘Wie heeft dat horloge gebracht?’
‘Wel... meneer... de horlogemaker te Genève, bij wien u het gekocht hebt, heeft het mij gegeven... Hij verzekerde mij, dat u er prijs op stelde, het zelf mee te nemen, en....’
‘En?’
‘En ik heb het op het oogenblik van vertrek in de reistasch gedaan, die u zelf droeg. Zooeven heb ik het er uit gehaald.’
het ‘menschelijk lorgnet’ bij de x-stralen.
Zoo iets zal nu niet meer kunnen gebeuren. De douane beambten zouden thans tegen hun chef zeggen:
‘Neem ons niet kwalijk, mijnheer de directeur-generaal, het horloge, waarop u al onze oplettendheid vestigt, hebt u zelf bij u; wij zien het in uw gesloten reistasch...’
Dit is thans geen fabeltje meer, nu men over de vermaarde Röntgen- of X-stralen te beschikken heeft, die reeds op verschillend gebied zulke verrassende resultaten hebben opgeleverd.
In de staties te Parijs heeft men er proeven mee genomen en met behulp van de X-stralen den inhoud van allerlei soorten van pakketten, groote en kleine, onderzocht zonder ze te openen en alles dooreen te werpen. Maar men bepaalde de proefnemingen niet tot de bagage, men nam ook proeven op reizigers, ten einde door de X-stralen de voorwerpen te laten aanwijzen, die zij onder hun kleeren mochten hebben verborgen.
Men weet, dat de X-stralen, onzichtbaar voor ons oog, in het donker een aantal lichamen lichtgevend maken, omdat zij de eigenschap deelen, die vroeger alleen aan het spaath-fluoor was toegekend, van stralen op te nemen en ze daarna, na ze gewijzigd te hebben, weer door te laten. In het algemeen heeft men dezen regel gevonden, dat de lichamen naarmate ze dichter zijn meer ondoorschijnend zijn voor de X-stralen, en meer doorschijnend naar gelang hun dichtheid geringer is. Zoo laat het hout, een dicht lichaam, dat geen Jicht doorlaat, de X-stralen door, terwijl het glas, dat een dicht lichaam is en het licht doorlaat, de X-stralen tegenhoudt.
Nu heeft de heer Séguy, preparator aan de school voor pharmacie te Parijs, een ‘menschelijk lorgnet’ uitgevonden, dat, zooals de uitkomst bewezen heeft, bij de proefnemingen van groot gemak is gebleken. Het geheel is bevat in een koffer (M) van kubieken vorm, zestig centimeter lang en acht en twintig kilogram wegende. Dit koffer bestaat uit drie afdeelingen, waarvan de eene vier lichte, waterdichte accumulatoren (B) bevat; de tweede een bijzonderen transformator met hooge drukking (C), een soort van inductie-klos; de derde een flesch (A), die de X-stralen voortbrengt. Hier bevindt zich ook het eigenlijk gezegde lorgnet (L), dat bestaat uit een buigzame kamer, op de manier van de donkere kamer in de photographie.
Als men nu een pak (E) met behulp der X-stralen wil onderzoeken, plaatst men het zoo dicht mogelijk bij het lorgnet, dat is bijna vlak tegen het scherm, dat den achterwand van het lorgnet uitmaakt; en op een afstand van ongeveer twintig centimeter van het fleschje A. Men hoeft nu maar door het lorgnet te zien, om aanstonds de schaduw der dichtste voorwerpen, in het pak bevat, te bemerken.
Wij geven in dit nummer een photographische opneming weer van een tooneel, dat voor een paar weken in de groote goederenloods van de statie Saint-Lazare te Parijs is voorgevallen. Een verificateur der douane onderzocht met behulp van een ‘menschelijk lorgnet’ in tegenwoordigheid van verschillende autoriteiten een valies, dat door een douanier werd vastgehouden. Te midden van het linnengoed zag hij sigaren verspreid en werd hij metalen doozen gewaar, waarin smokkelwaar kon verborgen zijn. Verder werd een postpakket onderzocht, dat aangegeven was als in te houden een paar laarzen. Met behulp der X-stralen kreeg men op het scherm het schoeisel te zien, ontdaan van alle verpakking. Hier was geen bedrog gepleegd, maar wel met een ander post pakket,