Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (37.26 MB)

Scans (753.35 MB)

ebook (30.61 MB)

XML (3.00 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1897)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De jongste Heiligverklaringen.

Op Hemelvaartsdag 11. was de St. Pieter te Rome getuige van een plechtigheid, zooals zij maar twee of drie malen in een eeuw aanschouwt en dan ook sinds het jaar 1867 niet meer gezien had, namelijk de luisterrijke afkondiging van twee nieuwe heiligen, Antonius Maria Zaccaria en Petrus Fourier.

Onze gravure kan eenigszins een denkbeeld geven van den aanblik, dien de schitterende basiliek bij dat grootsch en zeldzaam schouwspel opleverde. Doch om ons de plechtigheid, waarbij al de praal van den katholieken eeredienst zich in haar volle majesteit ontvouwt, beter voor den geest te stellen, zal het noodig zijn in enkele bijzonderheden te treden.

Twee maanden lang was men bezig geweest met het maken der toebereidselen, waaraan door meer dan tweeduizend werklieden werd gewerkt, ongerekend degenen, die gestadig met het onderhoud van het ontzaglijke gebouw belast zijn.

Behalve den pauselijken troon in de abside waren er tien tribunes opgericht; twee voor de regeerende vorsten en de ridders van Malta; twee voor het corps diplomatique, het pauselijk hof en de Romeinsche patriciërs; vier voor de kapittels van het Vaticaan en van St. Jan van Latranen, voor de postulatoren der beide heiligverklaringen, voor afgevaardigden uit de congregaties, door de nieuw ingeheiligden gesticht, alsmede voor de afstammelingen van de familie der beide heiligen; twee eindelijk voor de genoodigden der feestcommissie.

De troon des Pausen verhief zich op een estrade van 27 meter hoogte bij 23 meter breedte en was bekroond met een fronton, waarop de beelden prijkten van de apostelen Petrus en Paulus, terwijl in het midden een stralende duif den H. Geest verbeeldde. Aan den voet der estrade stonden twee candelabres van 9 meter hoogte, gedragen door leeuwen en engelen van verguld koper, en in het midden een geknielde engel van 2 meter hoogte, die een korf met bloemen droeg.

Heel de kerk was behangen met rood brocatel, bezaaid met gouden sterren en met gouden franje omzoomd. Niet minder dan 8000 meter stof waren daarvoor gebruikt.

Van de vier groote pijlers, die den reuzenkoepel schragen, hingen vier banieren af, elk 9 meter hoog bij een breedte van 6 meter, en waarop de voornaamste mirakelen waren voorgesteld, door de voorspraak der nieuwe heiligen verkregen.

Boven de deuren der basiliek las men op schilden de volgende opschriften:

‘Stroomt toe, Romeinen en vreemdelingen, komt de zonen en helden vereeren van het katholiek geloof, dat te midden van wederwaardigheden en moeilijkheden, te midden der verlaging van zeden en karakter, te midden der schipbreuken van de menschelijke wijsheid, altijd schitterend, krachtig en zegevierend overeind staat. - Roemrijke heiligen, eer van Italië en Frankrijk, toont door uw machtige bescherming, die wij in de moeilijkheden van deze dagen afsmeeken, dat gij in den hemel de liefde tot uw aardsch vaderland niet hebt afgelegd.’

Van de gewelven hingen tallooze lichtkronen af, tien van 16 meters omvang bij 8 meter hoogte in de groote bogen der zijkapellen en twee nog grootere aan weerszijden van het altaar der confessie. Door een driedubbelen lichtkrans stelden zij een ontzaglijke tiara voor van 22 meters omvang bij een hoogte van 13 meter.

De geheele balustrade van den koepel was daarbij met toortsdragers bezet. In het geheel wierpen tijdens de plechtigheden tusschen 25 en 30.000 kaarsen haar gouden licht over de schitterende vergadering.

De plechtigheid der heiligverklaring bestaat uit vier deelen: de inleidende processie, - de aanvragen om de heiligverklaring tot den Paus gericht, - het afkondigen der nieuwe heiligen, - en eindelijk de plechtige mis, die ditmaal niet, zooals gebruikelijk is, door den H. Vader zelf, maar door kardinaal Oreglia in diens tegenwoordigheid werd opgedragen.

De processie gaat uit van de Sixtijnsche kapel, waar de H. Vader even vóór achten afdaalde, zich met de plechtgewaden bekleedde en het Ave maris stella aanhief. Degenen, die er aan deelnamen, gingen twee aan twee, met een brandende kaars in de eene hand en in de andere een gebedenboek, opzettelijk voor deze gelegenheid gedrukt.

Aan het hoofd der processie schreden onder hun banieren de kloosterlingen der bedel en monniksorden en de reguliere kanunniken van Latranen voort, gevolgd door het kruis, de wereldlijke geestelijkheid, de leerlingen van het Romeinsch seminarie, het college der pastoors, dat der zangers, alsmede de geestelijkheid der overige basilieken.

Na de geestelijkheid kwamen de leden van de H. Congregatie der Riten, de consultoren, de prelaten, de procuratoren en advocaten der heiligverklaringsprocessen. Zij werden onmiddellijk gevolgd door een groep, die de twee banieren der nieuwe heiligen droeg. De banier van den H. Petrus Fourier werd gevoerd door leden der aartsbroederschap van het Allerh. Sacrament der St.-Michaelskerk in het Borgo, omringd door reguliere kanunniken van Latranen, waarvan enkelen de koorden der banier vasthielden, anderen brandende kaarsen droegen. De banier van den H. Antonius Maria Zaccaria werd gedragen door leden der aartsbroederschap van den H. Gaetanus, omringd door paters Barnabieten eveneens met brandende kaarsen.

[pagina 100]
[p. 100]


illustratie
aan den rijn. - de plek der vier meren bij boppard, naar de schilderij van r. püttner.


[pagina 101]
[p. 101]


illustratie
de heiligverklaring der zaligen antonius maria zaccaria en petrus fourrier.


[pagina 102]
[p. 102]

Daarna kwamen de leden der pauselijke kapel, de gewone kapelaans, waarvan sommigen de kostbare tiaren en mijters van Z.H. droegen, de eere- en dienstdoende kamerheeren, de pauselijke zangers, geestelijken met het pauselijk kruis, het wierookvat of verschillende sieraden, en eindelijk meer dan driehonderd vijftig prelaten, patriarchen, aartsbisschoppen en bisschoppen van den Latijnschen en de Oostersche ritussen, gevolgd door de kardinaal-diakenen in dalmatiek, de kardinaal-priesters in kasuifel, de kardinaal-bisschoppen in kap, alle in witte met goud geborduurde gewaden overeenkomstig de kleur voor den Hemelvaartsdag.

Voorafgegaan door een prins-assistent bij den pauselijken troon, den vice-kamerling der H. Kerk, twee auditeurs der Rota, twee kardinaal-diakens-assistenten, den dienstdoenden kardinaaldiaken en twee ceremoniemeesters, verscheen ten slotte de H. Vader, gedragen op de sedia gestatoria, onder een baldakijn, door hooge waardigheidbekleeders vastgehouden en door de flabelli of veerwaaiers omwuifd.

De H. Vader droeg den mijter op het hoofd en was gehuld in den pauselijken mantel. De linkerhand hield in een zijden doek een brandende kaars vast, terwijl de rechter zich nu en dan ophief om het volk te zegenen.

Achter Z.H. sloten de auditeur-generaal der apostolische kamer, de tresorier-generaal, de majordomus, het college der apostolische protonotariussen en de generaals der geestelijke orden den stoet.

De schitterende processie trok het groote middelschip door en begaf zich naar het altaar van het H. Sacrament, waar allen eenige oogenblikken met den H. Vader neerknielden, om hem vervolgens te geleiden naar den troon, waar hij aller hulde ontving. De kardinalen kusten hem de hand, bedekt met de gouden franje van den mantel; de patriarchen, aartsbisschoppen en bisschoppen kusten het kruis van den stool, terwijl de overigen tot den voetkus werden toegelaten.

Ieder nam daarna de voor hem bestemde plaats in, terwijl twaalf aartsbisschoppen en bisschoppen zich nederzetten op de treden van den troon zelf, zoodat de Paus zich hier vertoonde als het middelpunt en het hoofd der gansche hiërarchie.

 

Terwijl allen de brandende kaars nog in de hand hielden, trad kardinaal Aloisi Masella, in zijn dubbele hoedanigheid van prefect der Riten en procurator der canonisatie, vergezeld van een ceremoniarius en een consistoriaal advocaat, op den troon toe, om geknield den H. Vader dringend (instanter) te verzoeken, de beide zaligen op de lijst der heiligen te doen inschrijven.

Namens den H. Vader antwoordde Mgr. Volpini, secretaris der breven, dat hoewel de zaak reeds onderzocht was, toch de voorlichting van het hemelsche hof nog zou worden ingeroepen. En twee kapelaan-zangers hieven daartoe de litanie van alle Heiligen aan.

Vervolgens herhaalde de advocaat het verzoek nog dringender (instantius), waarop het Veni Creator gezongen werd om de voorlichting des H. Geestes te vragen. En toen daarop het verzoek voor de derde maal allerdringendst (instantissime) was herhaald, deelde eindelijk de prelaat-secretaris mee dat Z.H., overtuigd dat de verzochte inheiliging Gode aangenaam zou wezen, daaromtrent uitspraak zou doen.

Bij die woorden stond de heele vergadering op, en de Paus, met den mijter op het hoofd, gezeten op zijn troon als leeraar en hoofd der algemeene Kerk, sprak de formule der heiligverklaring uit:

‘In den naam der H. en ondeelbare Drieeenheid, tot verheffing van het katholieke geloof en vermeerdering van den christelijken godsdienst, krachtens het gezag van onzen Heer Jesus Christus, der gelukzalige apostelen Petrus en Paulus en het Onze, na rijp beraad, na de goddelijke voorlichting afgesmeekt en het gevoelen onzer eerwaardige broeders, de kardinalen, patriarchen, aartsbisschoppen en bisschoppen der geheele wereld ingeroepen te hebben, verklaren en besluiten Wij dat de Zalige Antonius Maria Zaccaria en Petrus Fourier, belijders, heiligen zijn, en Wij ze op de lijst der heiligen inschrijven, bepalende dat door de heele H. Kerk jaarlijks hun gedachtenis als van heilige belijders, die geen Pausen zijn, godvruchtig zal worden gehouden, van Antonius Maria op den 5en Juli en van Petrus op den 9en December.

In den naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes. Amen.’

Na die plechtige woorden bedankte de advocaat Z.H. en verzocht hem te gelasten, de breven van heiligverklaring te doen verzenden, waarop aan de protonotariussen werd verzocht, van alles acte op te maken.

Nu hief de H. Vader zelf het Te Deum aan, waarbij onmiddellijk door het gansche volk werd ingestemd. De klokken der basiliek barstten los in luid gebeier, dat door het klokgelui van alle kerken van Rome werd beantwoord.

En na het Te Deum klonk voor het eerst de bede tot de nieuwe heiligen:

‘Bidt voor ons, heilige Antonius-Maria en Petrus.’

Het Amen, door het gansche volk uitgegalmd, besloot de plechtigheid der heiligverklaring.

Daarna nam de plechtige mis een aanvang, waaronder, bij de offerande, de zinnebeeldige aanbieding plaats had van kaarsen, brood, wijn, water, twee tortels, twee duiven en eenige kleine vogeltjes. Het brood werd aangeboden in een verguld en een verzilverd mandje, de wijn in een verguld, het water in een verzilverd vaatje, terwijl de vogels in vergulde kooien werden aangebracht.

Aangrijpend vooral was op het oogenblik der elevatie het geschal der zilveren bazuinen, van den hoofdingang der basiliek opgegaan en boven uit den koepel beantwoord door een koraal van honderden kinderstemmen, dat als de hemelsche muziek van lovende engelen klonk.

En na afloop der mis werd de Heilige Vader weer door denzelfden luisterrijken stoet, als waarmee hij gekomen was, teruggebracht. Onze gravure stelt dien zegevierenden terugtocht voor en vertoont Leo XIII op den draagzetel, onder het hooge baldakijn met de wuivende vederbossen, als een triomphator, maar te gelijk als een zegenend vader voortgedragen tusschen de duizenden en duizenden, die de ontzaglijke ruimte der basiliek vullen en haar marmeren gewelven doen weergalmen van den jubelenden kreet: Evviva Leone XIII! Evviva il Papa-Re! Leve Leo XIII, de Paus-Koning!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken