Bij de Platen.
Uit den Grieksch-Turkschen oorlog. -
Hebben wij in ons vorig nummer al een paar afbeeldingen gegeven, die betrekking hebben op den oorlog, in het Zuidoosten van ons werelddeel gevoerd, wij twijfelen niet, of onze lezers zullen met dezelfde belangstelling de gravures in dit nummer beschouwen, welke belangrijke episodes uit de worsteling tusschen de Halve Maan en het christen Balkan-koninkrijkje weergeven.
Den 16en April was de oorlog feitelijk al begonnen, al werd hij eerst twee dagen later verklaard. Op genoemden dag trachtten de Turken zich meester te maken van de hoogten van den berg Elias bij Nezeros, dicht bij de Macedonische grens, welke stelling tot dusver door geen der beide partijen was bezet. De Grieken weerden zich hardnekkig en dreven tot tweemaal toe de Turken terug, maar ten slotte moesten zij voor de overmacht zwichten. Deze schermutseling - want veel meer was het niet - geeft onze gravure op de vierde bladzijde te zien.
Veel ernstiger en veel verwoeder was de strijd, twee dagen later om het bezit van den Meloenapas gevoerd. Door dezen pas loopt de weg van Elassona, waar bij het uitbreken der vijandelijkheden het Turksche hoofdkwartier was gevestigd, naar Larissa, waar de Grieksche generale staf zijn verblijf had gevestigd. Voor de Turken was het bezit van dat strategische punt van het hoogste belang, omdat dan de vlakte van Thessalië voor hen open lag, en de Grieken waren natuurlijk besloten zoo hardnekkig mogelijk tegenstand te bieden, ten einde te voorkomen, dat het Turksche leger op hun grondgebied zou doordringen.
De sleutel tot de engte was Menaxo, waar de Turken een sterken post hadden. Zaterdagavond vóór Paschen drongen de Grieken den