me voel komen als ik zelfs maar aan een geneeskundig instituut denk.
Ditmaal bleet ik echter van dat onaangenaam gevoel bevrijd. En geen wonder! In plaats van de traditioneele glazen kast met hare naar menschenvleesch hongerende messen, in plaats van de guillotine-achtige snijtafel en verdere lugubre dingen, welke in zulk een zaal thuis hooren, een aantal toestellen, waaronder al dadelijk een fiets, een soort hobbelpaard en vele andere oogenschijnlijk bekende machinerieën in het oog vallen, die te zamen eerder aan een tentoonstelling van een mécanicien doen denken dan aan een geneeskundige inrichting.
De over poulies rondloopende riemen, welke door een motor worden bewogen, zetten aan dezen indruk nog meer kracht bij, en in weerwil van mijn in het water gevallen opmerking over het gering aantal ziekten, dat door de toestellen van Zander zou genezen kunnen worden, dacht ik aan den schaterlach der Zweedsche dokters en voelde zoo iets als een instemming daarmee in mij opkomen.
Ditmaal was ik echter voorzichtig genoeg dit zooveel mogelijk voor den heer Hage te verbergen, en daar ben ik nog blij om; want inderdaad werden mij hier al de verklaringen duidelijk, welke hij mij van zijn inrichting gegeven had.
Alvorens ik nu zoo goed mogelijk oververtel wat ik daar hoorde en zag, moet ik nog even de opmerking maken, dat elk toestel voor een bepaalde spiergroep werkt en voor geene andere.
Daar staat een toestel bestemd om de armen zijwaarts te doen strekken. De patiënt neemt op het bankje plaats, grijpt de twee hefboomen vast en tracht die naar achter te drukken, wat hem moeilijker of gemakkelijker zal afgaan, naarmate het tegenwicht op de bezijden uitstekende stang meer naar achter of naar voren is geschoven.
Onderstaande gravure geeft dit zoo duidelijk aan, dat ik den belangstellenden lezer slechts behoef te verzoeken haar een oogenblik zijn aandacht te schenken, en verdere verklaring zal onnoodig zijn.
zijwaarts strekken der armen.
Duidelijk zal het ook zijn, dat het gewicht hier het op den duur niet vol te houden harde werk van den heilgymnast vervangt.
Men geve er intusschen wel acht op, dat het steeds onvermoeide toestel dat werk regelmatiger zal doen dan de hand van den heilgymnast, omdat hier van schokken of stooten geen sprake kan zijn. Maar ten andere behoort ook in aanmerking te worden genomen, dat een machine maar eene machine is en het dus aan den heilgymnast is overgelaten, om het gewicht naar de krachten van elken patiënt afzonderlijk te stellen.
En om aan te toonen, dat het niet ieders werk is, wijs ik er op, dat Dr. Zander bij het stellen van de weerstanden die factoren in rekening heeft gebracht, waarbij een juiste kennis vereischt wordt van de wetten van den hefboom - immers alle spieren werken op hefboomen - en een nauwkeurige bepaling van hetgeen de in werking gebrachte spierbundel kan en niet kan, met dien verstande nl., dat de vermeerdering en de vermindering van weerstand op ieder punt juist samenvalt met de toenemende en de afnemende krachtsontwikkeling van de spier gedurende hare werking.
draaien van den voet.
Met het oog op bovenstaande gravure zou ik nu op dezelfde wijze het draaien van den voet en het sidderen van het lichaam kunnen beschrijven, doch ik vertrouw, dat het zien der gravures voldoende zal zijn, om ze te begrijpen, want ook d t pleit voor het vernuft van hun uitvinder, dat zij zoo buitengewoon eenvoudig zijn.
Na het reeds gezegde kan men nagaan, dat het aantal toestellen groot is, en dit is noodzakelijk, wijl elke spier op hare wijze werkt en het toestel dienovereenkomstig is ingericht. Als ik dus zeg, dat er voor de beweging van de verschillende spieren van den arm 13 toestellen zijn, voor de beenen en voeten evenveel en nog eens zooveel voor de bewegingen van het bovenlijf, zal het duidelijk worden, welk een volmaaktheid door Zander reeds bereikt is.
Maar trekken de toestellen, waarbij de patiënt zelf meewerkt, door hun eenvoud aan, ook bij de door motorkracht bewogen massage-toestellen staat men verbaasd over hun even prettige als vernuftige werking.
Men heeft last van borstbeklemming. Welnu, men gaat als de dame op de gravure in het toestel voor borstverwijding zitten en de machine neemt u als met gutta percha handen bij de schouders, terwijl zij u te gelijker tijd als met een plumeau over den rug schuiert, en het gevolg is, dat ge niet alleen diep moet ademhalen, maar ook regelmatig.
Ik noem dit voorbeeld om de gravure, doch nog vele andere zou ik aldus kunnen beschrijven. Hier kan men de trapbewegingen van een fietser, daar het huppelen van een ruiter uitvoeren; ginds kloppen hamertjes, als waren ze van gomelastiek, op uw rug en borst; verder kan men er bibberen als een jongen, die door het ijs is gezakt, maar heel wat lekkerder. Allen, die welke kuur ook meegemaakt hebben, verklaren, dat zij zich gevoelen als hadden zij een lange wandeling gedaan, behalve de vermoeidheid.
Zooeven sprak ik van het toestel, waarbij hamertjes op den rug van den patiënt kloppen, en wil daarop een oogenblik terugkomen, om de groote rol, welke het speelt bij hartziekten. Niet alleen de heer Hage, maar alle heilgymnasten, die met de toestellen van Zander werken, hebben toch de ondervinding opgedaan, dat door de rugkloppingen een abnormale hevige werking van het hart binnen één tot anderhalve minuut ophoudt.
In een voordracht, door Dr. Heiligenthal, dirigeerend badarts te Baden-Baden, gehouden over de behandeling van hartziekten met dit toestel, deelde hij mede, dat Dr. Zander een vermindering van den pols waarnam van 130 tot 90 slagen na een minuut werkens.
Nu ik dit schrijf, heb ik voor me liggen een boekje, waarin precies wordt meegedeeld hoe in 't algemeen de heilgymnast te werk gaat bij hartziekten, doch hoe belangwekkend dit ook is, vooral om de manier waarop de heilgymnastische methode zenuw na zenuw, spier na spier aanport, om zoo goed te zijn het hart verder met rust te laten en den bloedsomloop zijn geregelden gang te laten gaan, toch geloof ik, dat ik genoeg gezegd heb, om den lezer te overtuigen, dat de mechanische heilgymnastiek in staat is, ook de dieper liggende zenuwen en spieren dan die van armen en beenen b.v. langzamerhand te dwingen haar verwaarloosden plicht te hernemen.
Ik laat hier een regel wit open, omdat in de inrichting van den heer Hage, behalve de toestellen van Zander nog andere gevonden worden, nl. die van Dr. Beely, die van Dr. Fischer en die van Dr. Krukenberg, welke niet minder de aandacht verdienen en over welke laatste ik nog iets wensch te zeggen.
Heeft Zander toch bij het maken zijner toestellen uitsluitend gedacht aan het opwekken van spiergroepen, welke hare werkzaamheid nog bezitten, Krukenberg heeft toestellen gemaakt, om spiergroepen, welke geheel of gedeeltelijk verlamd zijn, weder tot werkzaamheid op te wekken.
Het spreekt vanzelf, dat hier geen sprake kan zijn van het genezen van geboren lammen en kreupelen, doch hoe dikwijls komt het niet voor, dat spieren, na een beroerte of door het langdurig verblijf in een verband of bij andere verlammingstoestanden, waarbij de zenuwbaan niet geheel en al is verwoest, als geheel lam worden beschouwd en de gewone dokter de schouders moet optrekken als de patiënt hem vraagt: Zal ik nog ooit 't gebruik van armen, handen of beenen terugkrijgen?
Nu de toestellen van Dr. Krukenberg bestaan, kan de dokter aan bovengenoemden lijder een bevestigend antwoord geven, wat zeker een zaak van zeer groot belang is.
In plaats van precies te gaan uitleggen hoe deze ingenieus gevonden toestellen in elkaar zitten, wil ik liever met een voorbeeld hun werking even nagaan.
Veronderstellen we dan, dat iemand het gebruik zijner handen heeft verloren, omdat de spieren, die de beweging in zijn polsgewrichten veroorzaken, verlamd zijn.
De handen van den patiënt worden dan gelegd op een beweegbare plaat en met riemen daaraan bevestigd, terwijl de armen vastgemaakt zijn op een vaststaande plaat. De beweegbare plaat kan eene schommeling maken en die schommeling wordt in werking gezet door een ijzeren slinger aan de plaat vastgehecht.
Om die schommeling zonder horten of stooten te doen plaats hebben, is aan de andere zijde der beweegbare plaat een rad aangebracht, dat zoodra de slinger in beweging komt, diens gang regelt, en daar nu ook aan de slingerstang een tegenwicht is bevestigd, gaat het beweegbaar plaatje schommelen zoodra men den slinger aan den gang maakt.
Dit laatste gebeurt nu. Het plaatje schommelt mee en natuurlijk ook de handen, en de handen zóódanig, dat de verlamde polsgewrichten genoodzaakt worden de beweging mede te maken, en wel een beweging, welke zij natuurlijk zouden doen als zij gezond en normaal waren.
Wat gebeurt nu met de spieren? In het begin laten zij met zich sollen. Nu, dat moeten zij wel, zij hebben geen andere keus. Maar door dat sollen worden de spieren wakker, en wakker zijnde gaan ze zachtjesaan meedoen.