velen zijner leerlingen leden aan ruggegraatsverkrommingen, alsmede, dat hij onmachtig was iets daartegen te doen.
Niemand beter dan Zander wist, dat die kwaal door oordeelkundige toepassing van gymnastische bewegingen kon en moest verholpen worden, maar evenals zoovelen vóór hem, was hij niet bestand tegen de uitputtende werkzaamheden van een heilgymnast.
En toch, hij wilde en zou hulp brengen.
Dat willen deed bij hem de gedachte opkomen, om de lichamelijke kracht van den heilgymnast te doen vervangen door een toestel. Maar hoe moest dat toestel ingericht zijn?
De vraag toch, welke hij zich stelde, was deze: Als ik een toestel kon maken, waarvoor men bepaalde spieren moet gebruiken, om het in beweging te brengen; als ik aan dat toestel te gelijker tijd een tegenwicht kon bevestigen, dat ik naar believen kon vermeerderen of verminderen; als ik eindelijk dien weerstand zóó kon inrichten, dat hij stuk voor stuk, in overeenstemming met de wetten, waarnaar de spierkracht werkt, toe- en afnam, dan was ik klaar.
Maar al was Zander een goed gymnast en een goed arts, dat zijn nu juist geen diploma's voor een werktuigkundige.
Toch stond het bij hem vast, dat het kon, en eveneens, dat er zeker vooreerst niets van zou komen, als hij zelf de hand niet aan den ploeg sloeg.
Uit het voorbeeld van Ling wist hij immers, dat hij op de regeering van zijn land niet kon rekenen, daar deze, toen hij in 1812 aan de Zweedsche regeering het verzoek deed, om te Stockholm een Instituut voor gymnastiek op te richten, van den minister ten antwoord kreeg: ‘Wij hebben kunstenmakers en koorddansers genoeg zonder bezwaar van 's lands schatkist.’
Met den smid en den timmerman van het dorp begon hij echter zijn eerste proeven, en niet alleen slaagden deze zoo volkomen, dat de toestellen, welke op het huidig oogenblik gebruikt worden, behalve nette afwerking, nog geheel en al dezelfde zijn, maar ook, dat hij in betrekkelijk korten tijd reeds 27 toestellen bezat, alle ingericht voor afzonderlijke spieren.
Het spreekt vanzelf, dat zijn vinding druk over de tong ging en dat hij bij nagenoeg alle dokters den wind van voren kreeg. Dit belette hem echter niet voort te gaan, maar toch duurde het nog zeven jaren eer de Zweedsche Geneeskundige Vereeniging met waardeering over zijn vinding sprak.
Toen dat echter eenmaal gebeurd was, ging het als van een leien dakje, want acht jaren daarna werd hij bij het vierde eeuwfeest van de Universiteit te Upsala tot doctor honoris causa benoemd en kort daarop ontving hij van de regeering niet alleen een ridderorde, maar wat hem meer waard was, een staatsondersteuning, om de tentoonstellingen te Philadelphia, te Brussel en te Parijs te bezoeken, waar zijn vinding de hoogste prijzen verwierven.
Van Zweden uit heeft de vinding van Zander zich een weg gebaand naar Duitschland en vandaar naar ons land, en onze groote steden bezitten dan ook reeds een Zander-Instituut, waaronder dat van den heer Hage een eervolle plaats inneemt.
Eer ik met den heer Hage naar zijn zaal ging, waar de toestellen staan, dacht ik een heel heldenstuk te doen, door hem de opmerking te maken, dat het aantal gebreken, kwalen en ziekten, dat door de Zander-methode kan genezen worden, toch wel zeer beperkt moest zijn, want, zoo redeneerde ik, 't gaat bij een mensch toch nog over meer dingen dan over spieren.
De heer Hage lachte me goedmoedig toe en in dien lach zag ik, dat ik een domheid gezegd had, wat me trouwens nog meer bleek, toen hij me een lijstje in de hand gaf van de kwalen, welke in de Zander-Instituten met goed gevolg kunnen worden behandeld.
Om het gewicht van de zaak laat ik van dat lijstje hier een overzicht volgen:
I. De schadelijke gevolgen van een zittende levenswijze; gebrek aan beweging.
Wat dit beteekent, weten zeer veel menschen, alsook het recept dat er gewoonlijk voor gegeven wordt: Gaat wandelen in de open lucht! Maar weinig menschen denken er gewoonlijk om, dat dit recept iemand wel eens naar den kelder kan helpen. Daarbij is het duidelijk, dat door loopen slechts een bepaald aantal spieren in beweging komen en dat iemand, die een zittend leven leidt, behoefte kan hebben aan beweging van spieren, welke op haar dooie gemak blijven rusten, al loopt de patiënt van Aken naar Keulen.
Bij de Zander-toestellen is dat anders; alle spieren krijgen daar een beurt en die beweging werkt zoo opmonterend, dat de vermoeidheid verdreven wordt.
De schrijver van de rubriek ‘Van Dag tot Dag’ in het Handelsblad, die een Zander-kuur meemaakte, spreekt daarover in de volgende behartenswaardige woorden:
Neen, er gebeurt een wonder! Wanneer men een uurlang die gymnastiek actief en lijdelijk heeft medegemaakt, dan gevoelt men zich uitgerust, opgelucht, opgevroolijkt. Nu zou ik eene flinke wandeling willen gaan maken, denkt men bij het verlaten van het Zander-Instituut. Maar, dat kan niet, men moet naar 't kantoor, om urenlang stil te zitten en te schrijven en te bewijzen, dat wij en onze partij gelijk hebben en dat er bijzonder veel goeds en ook nog wel wat onvolkomens in het lieve vaderland is. Maar zelfs dat stilzitten en schrijven valt gemakkelijker na deze harmonische gymnastiek, welke alle spieren beurtelings een beurt geeft, en werkt met machinerieën, die den weerstand, welke ze ons bieden, nauwkeurig regelen naar den voorraad kracht, waarover we beschikken.
‘Dit schijnt raadselachtig, maar het is waar! Die man der wetenschap in Zweden helpt hen, die zonder vermoeienis geen beweging kunnen nemen. En door die beweging zelve overwint hij het gevoel van vermoeienis, terwijl hij het verlies van kracht belet door nieuwe kracht te geven.’
2o. Bijna alle hartziekten, en van deze getuigen de berichten uit Zweden, dat de genezing daarvan in de Zander-Instituten een zaak is, zoo zeker als tweemaal twee vier.
3o. Zwakke lichaamsontwikkeling en langdurige zwakte na zware ziekten.
4o. Zenuwziekten, ziekte van de ademhalingsorganen, ziekten van het maag- en darmkanaal, verschillende constitutioneele ziekten, als bloedarmoede, jicht, algemeene vetzucht, bleekzucht, suikerziekte enz. en eindelijk alle ziekten van de bewegingsorganen, waaronder ook de ruggegraats-verkrommingen.
Eerlijk moet ik bekennen, dat ik van dat lijstje stond te kijken.
De heer Hage zat me lachend aan te staren en wachtte met een ondeugenden trek om den mond op hetgeen ik zou zeggen.
‘Jawel,’ zei ik eindelijk, ‘het lijstje is grooter dan ik kon denken; maar dan is het ook duidelijk, dat de geneeswijze van Zander nog lang niet algemeen is, alsmede dat er heel wat water onder de brug door zal moeten spoelen, eer iedereen, die met een van de genoemde ziekten geplaagd is, aan de Zander-methode denkt.’
‘Veel meer dan gij meent,’ was het antwoord. ‘Een blik in het register van den consulteerenden geneesheer zou u heel wat anders leeren; doch ieder zal begrijpen, dat, al lijken we voor een gedeelte op de heeren dokters, nl. wat het genezen van sommige kwalen aangaat, wij met hen gelijk staan in het bewaren van het geheim der patiënten.’
‘Maar nog iets,’ hernam ik, ‘vertel mij eens ronduit: welke verwachtingen hebt gij van de toekomst uwer kunst?’
‘Mijn persoonlijke verwachtingen,’ zei de heer Hage, ‘zijn zeer bescheiden; want voortdurend neemt het getal patiënten zóó toe, dat ik zoo goed als den geheelen dag bezet ben, en als dat zoo den geheelen dag blijft voortgaan, zal ik gauw de inrichting moeten uitbreiden, waartoe ik echter eerst bij gebleken hooge noodzakelijkheid overga. Spreekt gij echter in het algemeen, dan behoef ik u er slechts op te wijzen, dat b.v. in Zweden de Zander-geneeswijze zóó algemeen is, dat men daar bij kwalen, die door deze methode kunnen verholpen worden, naar zulk een Instituut gaat, in plaats van naar den apotheker, en ik kan u verzekeren, op grond van de ervaring, welke ik reeds opdeed, dat ook zulke toestanden hier in wording zijn.’
‘Een laatste vraag, mijnheer Hage, en ik stel u deze met het oog op de algemeene en zeer juiste volksmeening, dat de behandeling van ziekten door specialiteiten enorm duur is, - komt de Zander-geneeswijze ook zoo hoog in de papieren en valt zij daarom buiten het bereik der gewone menschen?’
Voor alle antwoord reikte de heer Hage mij zijn tarief over, waarvan ik dat der tweede klasse hier overneem: Mechanische behandeling per dag f 1.20, per week f 6, per maand f 24, per kwartaal f 60, en abonnement per jaar f 200. Armen op bepaalde uren gratis.
Ik wist genoeg, en iedereen zal er met mij alles van weten, die evenals ik eens een dokters- en apothekers-rekening heeft betaald, welke over een langere ziekte liep.
(Wordt vervolgd.)