Met toestemming van den vorst rustte bij ten jare 1527 in Spanje drie schepen uit, die, onder bevel van Ambrosius Dalsinger uit Ulm, naar Amerika zeilden en de provincie Caracas in bezit namen, welke de keizer als pand aan Welser overliet. Maar reeds twintig jaar later werden de Welsers uit die bezitting verdreven en Welser zelf ter dood gebracht. Kort te voren had hij ook in vereeniging met Neurenberger kooplieden schepen naar Oost-Indië gezonden om daar nieuwe handelsbetrekkingen aan te knoopen.
Maar nog vermaarder dan Bartholomeus Welser werd zijn nicht Philippine, de dochter van zijn broer Anton. In 1527 geboren, was zij een naar lichaam en geest hoogbegaafd twintigjarig meisje, toen in 1547 de rijksdag van Augsburg de voornaamste vorsten en grooten des rijks in haar vaderstad samenbracht. Bij die gelegenheid trok zij de aandacht van den jongen aartshertog Ferdinand, den tweeden zoon van den lateren keizer Ferdinand I.
De jongelieden leerden elkander kennen en liefhebben en besloten elkaar voor altijd toe te behooren, maar zij rekenden helaas buiten de overwegingen van rang en stand, die hen jaren lang van elkander gescheiden zouden houden. De koningszoon mocht de patriciërsdochter niet de zijne noemen; maar ondanks alle tegenwerkingen bleven de gelieven elkander trouw en na negen jaren werd het hun eindelijk vergund een huwelijk te sluiten, dat echter op den uitdrukkelijker! eisch van Ferdinands vader, die inmiddels de keizerskroon van Karel V geërfd had, streng geheim moest worden gehouden.
Het werd in Januari 1557 gesloten door den biechtvader van den aartshertog, Johannes de Cavalleriis, in tegenwoordigheid van Philippines tante, Catharina van Loxan. In Juni van het volgende jaar werd uit dit huwelijk een zoon geboren, die den naam van Andreas ontving en in 1560 door een tweede zoontje, Karel gevolgd werd. Hun overigens zoo gezegende echt moest intusschen geheim blijven en nog in 1561 moest Ferdinand dit zijn keizerlijken vader bij uitdrukkelijk verdrag beloven en tevens voor zich en zijn nakomelingen afstand doen van alle rechten tot opvolging in de erfvorstendommen. Toch schonk de keizer ditmaal zijn zoon vergiffenis voor het tegen zijn wil gesloten huwelijk en regelde de aangelegenheden van Philippine en haar kinderen.
Men verhaalt dat de jonge moeder, gebukt gaande onder de pijnlijke gevolgen der geheimhouding, vooral ook voor haar kinderen, in persoon den keizer was te voet gevallen opdat hij eindelijk mocht toestemmen, dat drukkende geheim op te heffen.
Dit tooneel heeft de schilder van onze gravure met evenveel gevoel als meesterschap in de karakteriseering der personen weergegeven. Met haar beide kinderen aan de hand knielt Philippine voor den onverbiddelijken grijsaard neer en smeekt hem, toch medelijden te hebben met de onschuldige kleinen, die immers de telgen zijn van zijn geliefden zoon Ferdinand.
Maar helaas, de eer en waardigheid van zijn geslacht, die hij door de verbintenis van zijn zoon met de patriciërsdochter bezoedeld acht, veroorloven den strengen vader niet, het harde verbod op te heffen.
Eerst in 1576, toen keizer Ferdinand reeds dertien jaren dood was, ontsloeg Paus Gregorius XIII den aartshertog van de belofte der geheimhouding, die hij tegenover zijn vader had afgelegd, en mocht Philippine zich met haar kinderen in eer hersteld aan de wereld vertoonen. Haar gemaal, die sinds zijns vaders dood over Tirol regeerde, had haar het schoone slot Ambras bij Innsprück geschonken. Daar leefde zij met haar echtgenoot en kinderen in ongestoord huiselijk geluk. Een groot minnaar van kunst en wetenschap, sierde Ferdinand de vorstelijke woning met al wat weelde en goede smaak keurigs kunnen bijeenbrengen. Hun huis werd een verzameling van kunstvoorwerpen, die sedert het jaar 1806 naar Weenen overgebracht, thans nog beroemd is.
Philippine stierf in het jaar 1580 en werd in de hofkerk te Innsprück begraven. Haar zoon Andreas stierf als kardinaal en bisschop van Brixen en Constanz te Rome in 1600. Haar tweede zoon Karel, die den krijgsmansstand gekozen had, ontving in 1605 het markgraafschap Burgau als Oostenrijksch leen, vestigde zich te Günzburg aan den Donau en stierf in 1618.
De treffende geschiedenis van Philippine Welser werd door den bekenden dichter Redwitz tot de stof gekozen voor een aangrijpend drama.