De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

Niet te voorbarig.

Gij zult den dag niet vóór den avond prijzen,
Hoe klaar de morgen zij, hoe schoon de dag!
Vaak zag men laat nog 't zwoele wolkfloers rijzen,
En de avond sloot met storm en hagelslag.

Gij zult den dag niet vóór den avond laken;
Men zag zoo vaak na regen, storm en nood
Het wolkfloers straks den dampkring ijler maken:
De dag verglom in 't gouden avondrood.

Prijs dus den morgen op den schoonen morgen;
Doe op den dag betamelijk uw plicht;
Laat voor den avond maar den Hemel zorgen,
Die beide zendt: èn wolk èn zonnelicht!

Naar Gerok.
H. Ermann, S.J.