De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

Bij de Platen.

De Spaansche koningskinderen. -

Het aardige groepje op onze eerste bladzijde zal den lezers niet geheel vreemd voorkomen. In den 10en jaargang gaven wij op bladz. 377 de koninklijke familie van Spanje te zien, en al zijn de koningskinderen in dia drie jaar flink uit de kluiten gewassen, niemand die ze niet herkent.

De kleine koning, Alfons XIII, ruim tien jaar oud, is een ferme jongen geworden, een echte Spanjaard, met een rond en open gelaat, dat onwillekeurig ieders sympathie afdwingt voor het kind, dat al op den dag van zijn geboorte met de koningskroon getooid werd.

Torst thans nog zijn liefdevolle moeder, de edele donna Maria Christina, de volle zwaarte van den regeeringslast, moge deze zijne katholieke Majesteit niet te zeer drukken, wanneer hij zelf de teugels van het bewind in handen zal nemen. En bij dezen wensch voegen wij van zelf dezen anderen: moge de Spaansche kroon niet haar schitterendste parel verliezen, maar de opstand op Cuba, door de Yankee's en de loge gesteund, weldra door de wakkere nakomelingen van den grooten Cid gedempt worden.

Naast het jonge koninkje vormen zijn beide zusters, de infante Maria de la Mercedes, in 1880, en de infante Maria Teresia, in 1882 geboren, een liefelijke verschijning, en het groepje van koningskinderen boeit onwillekeurig onze aandacht.

De twee nieuwe katholieke leden der Eerste Kamer. -

Gaven wij op bladzijde 172 van den 11en jaargang de portretten der katholieke leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, een aanvulling is sedert noodig geworden, èn omdat wij een zetel in ons Hoogerhuis bijwonnen, èn omdat een verdienstelijk afgevaardigde, de nestor der katholieke leden, ons ontviel.

Bij de jongste periodieke verkiezingen in Juli 1896 werd het laatste liberale Eerste-Kamerlid voor Gelderland, jhr. Coenen, niet herkozen, maar in zijn plaats naar het Binnenhof afgevaardigd de heer mr. F.J.M.A. Reekers, jarenlang een hoogst verdienstelijk lid der Tweede Kamer voor het district Haarlemmermeer, bij de verkiezingen in 1894 door een anti-revolutionnair vervangen.

Den 19en September jl. verwisselde de heer mr. P.J.A. Smitz, die sedert 1877 Noord-Brabant in de Eerste Kamer vertegenwoordigde, het tijdelijke met het eeuwige, en als zijn opvolger wezen de Provinciale Staten van dat gewest hun ambtgenoot mr. J.W. van den Biesen aan, die zich in menig opzicht jegens de katholieke zaak groote verdiensten heeft verworven, en met den heer Reekers een sieraad zal zijn van de katholieke partij in de Eerste Kamer en van die Kamer zelf.

De gedenkpenning van Z. Exc. Mr. Fock. -

Den 11en November jl. was het vijf en twintig jaar geleden, dat het koninklijk besluit verscheen, waarbij de heer mr. C. Fock benoemd werd tot commissaris des konings in Zuid-Holland, welke hooge betrekking hij den 1n December aanvaardde.

Dit zilveren jubilé is niet ongemerkt voorbijgegaan. Gaven de Provinciale Staten van Zuid-Holland, de burgemeesters in dat gewest, de ambtenaren ter provinciale griffie, de Senaat der Leidsche universiteit, waarvan de heer Fock curator is, van hun hoogachting jegens den jubilaris blijk, diens ambtgenooten hadden reeds eerder getoond, in hoe hooge waardeering en sympathie de commissaris van Zuid-Holland bij hen staat.

mr j.w. van den biesen,
dan 13en October gekozen tot lid van de Eerste Kamer, voor Noord-Brabant.

Zondag den 22n November begaven de commissarissen der koningin uit alle provinciën des lands, behalve die uit de provinciën Utrecht en Drente, beiden tot hun leedwezen door ongesteldheid verhinderd, zich naar de woning van mr. Fock in de residentie, ten einde hem persoonlijk met den feestdag van zijn 25jarige ambtsvervulling geluk te wenschen.

Zij boden den heer Fock een zilveren medaille aan, waarop aan de eene zijde de wapenen der tien provinciën om dat van Zuid-Holland heen, en aan de keerzijde in een stijlvollen lauriertak deze opdracht: ‘Aan Mr. C. Fock aangeboden door zijne ambtgenooten bij gelegenheid van het feest zijner 25jarige ambtsvervulling. 1871 - 11 November - 1896.’

De commissaris der koningin in Noord-Holland, jhr. mr. Schorer, richtte namens zijn ambtgenooten het woord tot den heer Fock en schetste de verdiensten, die de jubilaris zich in de kwarteeuw van zijn commissarisschap heeft verworven.

Stippen wij ten slotte aan, dat de medaille in de zoo gunstig bekende fabriek van den heer Begeer te Utrecht geslagen is.

gedenkpenning ter huldiging van mr. c. fock,
commissaris der koningin in Zuid-Holland.