Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (42.26 MB)

Scans (798.91 MB)

ebook (35.75 MB)

XML (2.95 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1896)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

De H. Caecilia. -

Het beeld van de beminnelijke schutsvrouw der gewijde toonkunst, dat wij ter gelegenheid van haar feestdag (22 November) in dit nummer geven, is een der beroemdste schilderijen van den vermaarden Italiaanschen schilder Carlo Dolci.

Deze werd in het jaar 1616 te Florence geboren, waar hij in armoedige omstandigheden opgroeide, maar een streng godsdienstige opvoeding ontving, die grooten invloed uitoefende zoowel op zijn werkzaamheid als kunstenaar als op zijn zachtaardig karakter.

Op negenjarigen leeftijd kwam hij in de werkplaats van Jacopo Vignali, waar zijn spoedig ontwikkeld talent hem vele begunstigers verwierf, onder welke zelfs leden van het vorstelijke buis der Medici. Veel invloed op de vorming van zijn talent oefende ook de schilder Matteo Roselli, tot wien Dolci zich vervolgens wendde.

Intusschen zag de godsdienstige kunstenaar zich van alle zijden door geestelijke heeren en vrome broederschappen aangezocht om voor hen tafereelen van heiligen te vervaardigen, en dit werd dan ook allengs uitsluitend zijn genre.

In het jaar 1646 viel hem de eer te beurt, in de academie zijner vaderstad opgenomen te worden. Als proefstuk daarvoor had hij de beeltenis moeten schilderen van den rijkbegaafden monnik Fra Angelico van Fiesole.

Dolci's schildertrant, waarvan onze gravure een fraai voorbeeld levert, vond ongemeenen bijval. Het zachte en teedere van zijn koppen, de droomerig-weemoedige uitdrukking zijner Maria's en Magdalena's viel evenzeer in den smaak van zijn tijd als de sierlijke bevalligheid, waarmee hij ze wist voor te stellen.

Overeenkomstig het verlangen van zijn bestellers bepaalde hij zich langzamerhand tot een zeker aantal geliefkoosde motieven, die op zijn schilderijen telkens terugkeeren.

Ondanks de waardeering, die hij vond, was Dolci evenwel niet gelukkig. Gelijk zoovele rijkbegaafde, maar al te gevoelige naturen werd hij door steeds toenemende zwaarmoedigheid gekweld, waarbij hij soms aan zijn talent vertwijfelde en zich met de zijnen aan ellende prijsgegeven waande.

Op zijn zestigste jaar werd hij naar Innsbruck geroepen om daar het portret te schilderen der verloofde van keizer Leopold I, de aartshertogin Claudia Felicitas.

Na zijn terugkeer nam zijn ongelukkige kwaal meer en meer toe en sloeg bijna tot verstandsverbijstering over. Hij stierf in 1686 te Florence, zijn vaderstad, die hij bijna nooit verlaten had.

De galerij Pitti aldaar bewaart nog verscheidene van zijn nagelaten werken, waaronder de rouwmoedige Petrus en de H. Andreas, vóór zijn marteldood in gebed verzonken. Een van zijn edelste werken is de orgelspelende Caecilia uit het museum te Dresden, waarvan wij in dit nummer een afbeelding geven. In dezelfde verzameling bewondert men nog van hem de Herodias met het hoofd van Johannes en Christus, het brood zegenend.

Een Madonna met Christuskind, een Mater Dolorosa en een allegorie van de oprechtheid bevinden zich in de keizerlijke galerij van Weenen, terwijl nog verschillende stukken van Dolci in Engelsche verzamelingen worden bewaard.

Zijn dochter Agnese was eveneens een begaafde schilderes, die vooral de origiueelen baars vaders kopieerde. Zij ontviel hem echter reeds in 1680.

Het gescheurde net. -

Ziedaar weer een van die aardige tafereeltjes uit het gewone leven, die altijd aantrekkelijk zullen blijven, wanneer ze met frissche levendigheid, met trouwe waarheid en warm gevoel naar de natuur op 't doek zijn gebracht.

De Fransche schilder Baille heeft er slag van, ons sympathie in te boezemen voor zijn figuren. In den jongen visscher, die daar op zijn gemak het gescheurde net zit te herstellen, heeft bij ons een type geleverd van kalme, gemoedelijke werkzaamheid, zooals men alleen op het platteland, onder de goede buitenlui aantreft. In tegenstelling met de zenuwachtig drukke stedelingen doen die menschen alles even bedaard. Zij overhaasten zich niet. Het meisje gunt zich al den tijd om het werk een poosje aan te kijken en een praatje te maken met den nettenboeter, die blijkbaar volstrekt niet afkeerig is van haar onderhoudend gezelschap.

Wie weet, wordt hier onwillekeurig en ongemerkt nog niet een ander net geknoopt, waarin geen visschen, maar twee jeugdige harten gevangen worden. Zeker is het dat de jonge visscher en het glundere meisje een heel aardig paar zouden vormen.

In den storm. -

In den storm is het geen hapje in den stuurstoel te staan van een dier groote zeekasteelen, die anders zoo trotsch den ontzaglijken Oceaan doorklieven, en tot taak te hebben, het reusachtige gevaarte, dat honderden menschenlevens in zijn schoot bergt, veilig door de opgeruide baren naar de behouden haven te voeren.

Het plaatje op de laatste bladzijde, dat ons den kapitein en den stuurman van zoo'n schip in den storm te zien geeft, kan ons eenigermate een denkbeeld geven van hetgeen zulke mannen in die oogenblikken doorleven moeten. Verbijsterd door den rook van de machine, hun door den wind in het gezicht geslingerd, door het geweld van den storm heen en weer geschud, zoodat zij zich maar met moeite aan de verschansing kunnen vastklampen, staren zij in de woedende golven waaruit onverbiddelijk de dood hun aangrijnst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken