Bij de Platen.
Galilei ontdekt de wetten van den slinger in de kerk te Pisa. -
De slinger wordt door de meeste menschen voor niets anders aangezien dan een soort onderdeel van de klok, terwijl hij in werkelijkheid het uurwerk zelf is en al de raderen, kettingen, hefboompjes, schroefjes en wijzers enkel maar dienen om de schommelingen, die de slinger in bepaalde tijdruimten maakt, te tellen en aan te wijzen.
de lamp van galilei in den dom te pisa.
Ja, dit eenvoudig dingetje, bestaande uit een metalen staafje, waaraan een gewicht in den vorm van een schijf bevestigd is, behoort tot de bewonderenswaardigste en nuttigste werktuigen, waardoor het mogelijk is geworden, verschillende raadsels der ons omringende natuur te doorgronden, de gewichtigste sterrekundige waarnemingen te doen, bewijzen te leveren voor de beweging der aarde om zich zelve, kennis te verkrijgen omtrent haar gedaante, haar gewicht, de werking van haar aantrekkingskracht, ja zelfs omtrent haar inwendige gesteldheid.
Nu heeft men wel van oudsher slingers in allerlei vorm gehad, maar men wist er niets van belang mee uit te richten vóór Galileo Galilei, die grootste natuurkundige der zestiende eeuw, de wetten van den slinger ontdekt had.
Dit gelukte hem reeds, terwijl hij nog student was aan de hoogeschool te Pisa, en daarmee opende hij de reeks van zijn groote wetenschappelijke ontdekkingen, die hem een eereplaats onder de grootste vernuften der menschheid verzekerd hebben.
Galilei had zich in het jaar 1581 naar Pisa begeven, om daar in de wijsbegeerte en de geneeskunde te studeeren. Weldra echter wijdde hij zich aan de natuurwetenschappen, die toen ter tijd nog lang niet die ontwikkeling gekregen hadden, welke zij later bereiken zouden.
Op zekeren dag nu, zoo verhaalt men, werd de jonge student in den dom van Pisa getroffen door de gelijkmatige schommelingen van een lamp, die bij het aansteken in beweging was geraakt en eerst na lang heen en weer slingeren pas tot rust kwam.
Het viel hem op dat die slingeringen telkens korter werden en de lamp dus telkens kleiner bogen beschreef, doch dat de tijdruimte voor iedere schommeling dezelfde bleef.
Dit kwam hem heel opmerkelijk voor; thuis gekomen, dacht hij over de waarneming na, nam nieuwe proeven en kwam zoodoende tot de ontdekking van de toenmaals nog nieuwe waarheid: dat de tijd, dien een slinger voor zijn schommelingen noodig heeft, altijd dezelfde blijft en alleen van de lengte van den slinger, niet van de grootte der bogen, die hij beschrijft, afhankelijk is.
Deze ontdekking der wet van den slinger is van het grootste belang geworden voor de natuurwetenschappen en de werktuigkunde. Onze beroemde landgenoot Christiaan Huygens wendde ze aan om aan uurwerken een gelijkmatigen gang te geven en werd zoo de uitvinder der slingeruurwerken. Later werden de wetten van den slinger nog op andere verschijnselen in de natuur toegepast, en wanneer wij op het oogenblik omtrent de omwenteling der aarde, haar snelheid, haar gewicht, haar gedaante en afwisselende dichtheid nauwkeurige gegevens bezitten, dan hebben wij dit aan Galilei's ontdekking te danken.
Onze gravure stelt den jeugdigen student voor op het oogenblik dat in de kerk zijn aandacht door de schommelingen der Godslamp getrokken wordt. Ofschoon de kunstenaar van dit merkwaardig moment een heel fraai en levendig tafereel heeft ontworpen, is het toch duidelijk te zien dat hij nooit in den dom van Pisa geweest is; want het gothisch gebouw, waarin hij de handeling verplaatst, heeft met het wereldberoemde bouwgewrocht der merkwaardige Italiaansche stad niet de minste overeenkomst.
Ook de Godslamp, waarop het oog van den jeugdigen Galilei gevestigd is, lijkt in het minst niet op de lamp, die thans nog in den dom te Pisa als de lamp van Galilei wordt aangewezen. Op deze bladzijde geven wij daarom een afbeelding van die merkwaardige lamp. Zooals men ziet, is het eigenlijk een kolossale kroon, bestaande uit twee hoepels, waarvan de bovenste gedragen wordt door engelfiguren, met de voeten op den ondersten hoepel rustende. Op die hoepels zijn kandelaars aangebracht, waarop kaarsen kunnen gestoken worden, terwijl een menigte lampjes, in den vorm van schaaltjes, nog naar beneden afhangen. Een derde kring van kaarsen en lampjes is boven de twee hoepels op het ornament van de kroon aangebracht.