De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13
(1896)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 129]
| |
[Nummer 17] | |
Een zilveren Communiefeest in Suriname.Op den eigen dag dat onze H. Vader Leo XIII het vijf-en-zeventigste herinneringsfeest zijner eerste H. Communie vierde, bracht een onzer katholieke bladen een treffend bericht omtrent een gelijksoortige feestviering, een zilveren Communiefeest namelijk in Suriname. De ZeerEerw. Heer A.J. van Koolwijk, vroeger missionaris in de West, thans rustend geestelijke te Hees, bij Nijmegen, had van zestien inboorlingen uit Suriname een photographische groep ontvangen als bewijs dat zij het vijf-en-twintigjarig jubilé hunner eerste H. Communie plechtig herdacht en daarbij hun ouden zielzorger, door wien zij voor het eerst tot de Tafel des Heeren waren toegelaten, niet vergeten hadden. De waardige priester heeft ons welwillend toegestaan, een reproductie van die merkwaardige groep in de Belgische Illustratie te plaatsen en ons tevens inzage gegeven van den daarbij gevoegden brief. De aanhef van dat hartelijk schrijven luidt als volgt: ‘Den 25en Mei vierden wij in eenvoud en stichting ons zilveren Communiefeest in de St.-Rosa-kerk, alwaar ten halfnegen een plechtige Hoogmis voor ons werd opgedragen. De ZEerw. Pater Luyben, pastoor dier kerk, had alles zeer net doen versieren en wij hadden voor bouquetten gezorgd. Diezelfde bouquetten ziet u te midden van onze groep rondom uw portret.’ Daar de pastoor sinds vele jaren zijn Communiekinderen niet meer had teruggezien en er dus reden tot bezorgdheid was, dat hij ze niet zoo dadelijk zou herkennen, had men bij de photographie een genummerde naamlijst gevoegd en elk portret der zestien feestelijk gekleede communicanten van een daarmee kloppend nummer voorzien. Op die wijze werd de herkenning vergemakkelijkt. De naamlijst sloot met de weemoedige woorden: ‘De overigen zijn afwezig of reeds de eeuwigheid ingegaan....’ Wij stelden er prijs op, het feit onder de oogen onzer lezers te brengen als een nieuwe aansporing tot invoering van het schoone gebruik, den verjaardag der eerste H. Communie feestelijk te herdenken.
een zilveren communiefeest in suriname.
Naar een photographie. In den 9en jaargang onzer Illustratie deelde MathildeGa naar voetnoot1) mede hoe de bekende Pastoor Brouwers in 1890 met heel zijn parochie van Bovenkerk op luisterrijke en stichtende wijze het gouden feest zijner eerste H. Communie vierde, en hoe deze wakkere zielzorger er steeds voor ijverde, dat het vieren van zulk een jubilé | |
[pagina 130]
| |
in zilver en goud tot een algemeene gewoonte zou worden gemaakt. Zij herinnerde bij die gelegenheid aan de vragen, door Pastoor Brouwers op het eucharistisch congres te Antwerpen gesteld en die wij hier nog eens meenen te mogen herhalen: ‘Wie viert al niet, meer of minder, den verjaardag zijner geboorte? Wie uwer viert niet gaarne een blijde zilveren bruiloft? En wanneer er sprake kan zijn van een gouden bruiloft, van een huwelijk of van een priesterwijding, wie uwer zou willen in gebreke blijven? En waar blijft dan de logica van onzen geest of de dankbaarheid van ons hart, wanneer wij niet herdenken, niet vieren den verjaardag, de zilveren bruiloft, de gouden bruiloft van onze eerste H. Communie?’ De brave katholieken uit Suriname, zooals men uit hun afbeeldsels in dit nummer ziet, meerendeels kleurlingen in de eenvoudige en toch zwierige dracht van hun land, hebben getoond dat de logica van hun geest en de dankbaarheid van hun hart op dit stuk niets te wenschen overliet. Zij hebben, in hetzelfde jaar dat de H. Vader zijn diamanten Communiefeest vierde, hun zilveren gevierd. Zoowel de nederige feestviering te Suriname als de luisterrijke plechtigheid op den 21en Juni 11. te Rome moge ons een spoorslag zijn om den verjaardag onzer eerste H. Communie niet te vergeten. Zorgvuldig wordt de gedachtenisplaat bewaard, ter herinnering aan dien onvergetelijken dag ontvangen. Zij draagt gewoonlijk het onderschrift: ‘Bid voor uwen herder.’ Moge die plaat, in sierlijke lijst aan den wand prijkende, ons steeds herinneren aan den gelukkigsten dag van ons leven en ons stemmen tot dankbaarheid jegens God en den trouwen zielzorger, die ons voor de eerste maal het Brood des Levens reikte. |
|