Bij de Platen.
Het bezoek van Maria aan Elisabeth. -
Treffende groep! De Maagd van Nazareth, die door de boodschap des Engels vernomen had dat zij de moeder van den Zoon Gods zou worden en tevens dat haar nicht Elisabeth op haar ouden dag nog met de geboorte van een zoon zou worden verblijd, was haastig over het gebergte getogen om haar beminde bloedverwante en vriendin te bezoeken.
De Heilige Geest was over haar gekomen en de kracht des Allerhoogsten had haar overlommerd. Vol van inwendigen jubel deelde zij tevens van harte in de vreugde, die haar nicht zou ten deel vallen. In Gods geheimen ingewijd en omtrent Zijn raadsplannen voorgelicht, wist zij dat het kind, door Elisabeth verwacht, de voorlooper zou wezen van haar eigen Zoon. En het was haar dus een behoefte des harten, Elisabeth te zien en te spreken, om gezamenlijk met haar te juichen in beider geluk, met haar God te aanbidden en te danken om het groote geheim, dat door Zijn almacht in haar voltrokken was.
het kremlin te moskou. Naar een photographie.
Nauwelijks heeft zij den drempel van Elisabeths woning overschreden, of daar valt de reeds bejaarde vrouw haar eerbiedig te voet met den uitroep: ‘Wat geluk geschiedt mij, dat de Moeder des Heeren tot mij komt!’
Ook Elisabeth was dus reeds ingelicht omtrent het groote wonder, waarover hemel en aarde juichten. Zij wist wie zij herbergde in de nederige Maria, die tot haar kwam om haar te dienen in de dagen dat haar verwachting zou vervuld worden. Het was de Moeder van God, die zij in haar huis ontving, en zij verwelkomde haar dan ook met den groet, dien wij nog dagelijks haar nazeggen:
‘Gezegend zijt gij boven alle vrouwen en gezegend is de Vrucht uws lichaams.’
Thans kon Maria haar jubelende blijdschap niet langer beteugelen en ontboezemde de overstelpende aandoeningen baars harten in den heerlijken lofzang, dien de Kerk nog dagelijks in haar vespergebeden herhaalt:
‘Magnificat anima mea!.... Mijne ziel maakt groot den Heer en mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker, omdat Hij heeft neergezien op den ootmoed Zijner dienstmaagd.... Zie van nu af zullen alle geslachten mij zalig prijzen!....’
Joseph, Maria's bruidegom, en Zacharias, Elisabeths echtgenoot staren het tooneel in zwijgende bewondering aan. Zacharias, de hoogepriester, trouwens is stom van het oogenblik af dat de engel hem de geboorte zijns zoons aankondigde en zal de spraak niet herkrijgen, voor hij zijn Johannes aan het vaderhart mag drukken.
Treffende groep, die de Fransche schilder Bouguereau ons met een bijzonder gelukkig geïnspireerd penseel heeft weergegeven, en die de lezer ter gelegenheid van het feest van Maria's Bezoek (2 Juli) niet zonder stichting in dit nummer beschouwen zal.