De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 13
(1896)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNapoleon I en Paus Pius VII.Er zijn weinig tafereelen in de wereldgeschiedenis zoo treffend als de strijd tusschen den geweldigen keizer Napoleon I en den zachtzinnigen Paus Pius VII. Men hoeft niet naar de middeleeuwen terug te gaan om voorbeelden te zoeken van hardnekkigen strijd tusschen wereldlijke en geestelijke macht, tusschen machtige keizers en het Pausdom, en om tevens het bewijs te vinden, dat de Paus, hoe zwak en verlaten hij ook moge zijn, steeds overwinnaar blijft in den schijnbaar ongelijken strijd. De gebeurtenissen in den aanvang dezer eeuw bevestigen opnieuw, dat het Pausdom zich door geen macht ter wereld overheerschen laat. Keizer Napoleon was geen man zooals vele bekrompen staatkundigen uit onzen tijd, die den godsdienst als een overtolligen ballast beschouwen, of erger nog, die den godsdienst trachten uit te roeien en te verdelgen. Met zijn helderen blik begreep hij, (ofschoon zelf niet godsdienstig) hoe de godsdienst voor het menschdom noodzakelijk is, hoe het volk zonder godsdienst niet leven kan; maar zijn fout was het, den godsdienst dienstbaar te willen maken aan zijn politieke plannen. Hij begreep den invloed, dien de Paus over de wereld uitoefent, en onderschatte dien niet, doch in zijn heerschzucht en onverzadelijken trots wilde hij den Paus overheerschen en diens macht misbruiken tot bereiking van zijn eigen eerzuchtige bedoelingen. Dat was de oorzaak van den grooten strijd tusschen Napoleon en Paus Pius VII, een strijd, die jaren duurde, maar waarin ten slotte de zwakke en vervolgde de zege wegdroeg over zijn machtigen vervolger.
Na den dood van Paus Pius VI, die in ballingschap was gestorven, werd de Benedictijner monnik Gregorius Barnabas Chiaramonti, bisschop van Imola, den 14en Maart van het jaar 1800 te Venetië tot Paus gekroond. Rome bevond zich nog in de macht der Franschen, maar Oostenrijkers en Russen dwongen hen spoedig het grootste gedeelte van Italië te ontruimen, en de nieuwe Paus, die den naam Pius VII had aangekomen, deed onder het gejubel des volks zijn intocht in Rome. Weinige weken te voren hadden in het revolutionnaire, godsdienstlooze Frankrijk gewichtige gebeurtenissen plaatsgegrepen: generaal Napoleon Bonaparte, kortelings uit Egypte teruggekeerd, had de regeering van het Derectoire omver geworpen, en als eerste Consul de teugels van het bewind ter hand genomen. De geniale veldheer begreep, dat hij, om de verschillende partijen te bevredigen, op de eerste plaats het wapengeluk der Franschen moest herstellen; hij trok naar Italië, versloeg de Oostenrijkers bij Marengo en heroverde een groot gedeelte van het schiereiland. In Parijs teruggekeerd, nam Napoleon het groote werk ter hand om in het diep geschokte Frankrijk, dat tijdens den storm der revolutie troon en altaar had verwoest, den godsdienst | |
[pagina 4]
| |
lentelandschap, naar de schilderij van a. köster.
| |
[pagina 5]
| |
pius vii en napoleon te fontainebleau, naar de schilderij van jean-paul laurens.
| |
[pagina 6]
| |
weer te herstellen; hij deed dat, niet zoozeer uit persoonlijke overtuiging, dan wel om daardoor het overgroot gedeelte des volks voor zijn regeering te winnen. Met vreugde nam Pius VII het voorstel tot onderhandelingen aan; met veel inschikkelijkheid tegenover de hooge eischen des eersten consuls, kwam er tusschen Frankrijk en den H. Stoel een Concordaat tot stand, doch Napoleon, in wien reeds de zucht was ontwaakt meester te zijn in kerkelijke aangelegenheden, voegde daaraan de zoogenaamde organieke artikelen toe, die op de treurigste wijze inbreuk maakten op de rechten en vrijheden der Kerk. De gebeurtenissen volgden elkander snel op. Bonaparte had zich de keizerskroon op het hoofd gezet en om in de oogen des volks zijn waardigheid een hoogere wijding te verleenen en daardoor zijn macht te bevestigen, ontbood hij Pius VII naar Parijs, om zich plechtig door hem tot keizer te laten kronen. Voor het welzijn van den godsdienst ondernam de Paus de moeilijke reis naar de Fransche hoofdstad, en ofschoon hij van den keizer niet de welwillendheid ondervond, dien hij met reden van hem mocht verwachten, kon hij zich toch met eigen oogen overtuigen, hoe de godsdienst in het diepgeschokte Frankrijk weer opbloeide. Doch spoedig na zijn kroning zocht Napoleon twist met den H. Stoel. In Lombardije mengde hij zich in kerkelijke aangelegenheden, die buiten zijn bevoegdheid lagen; kort daarop wilde hij den Paus dwingen, het huwelijk te verbreken van zijn broer Jérôme Bonaparte, die in de Vereenigde Staten in den echt was getreden met een koopmansdochter uit Baltimore. Standvastig weigerde Pius VII de heiligheid des huwelijks te schenden en trotseerde manmoedig de gramschap des keizers. Tijdens den veldtocht, die met de schitterende overwinning bij Austerlitz eindigde, liet Napoleon eensklaps de pauselijke havenstad Ancona door zijn soldaten bezetten en gaf daarmee een begin van uitvoering aan zijn voornemen om den geheelen Kerkelijken Staat te overweldigen. ‘Gij zijt de souverein van Rome, maar ik ben er de keizer van,’ schreef hij na den slag van Austerlitz in een hoogst aanmatigenden brief aan den H. Vader, ‘dus moeten mijne vijanden ook uwe vijanden zijn.’ Napoleon wilde Pius VII dwingen zijn havens voor de Engelschen te sluiten en aan dat land den oorlog te verklaren, en voortdurend zette hij aan zijn eischen nieuwe bedreigingen bij. Den 2en Februari 1809 rukte generaal Miollis aan het hoofd der Fransche troepen Rome binnen, en toen Pius VII kort daarop met den banvloek antwoordde, liet de keizer hem in den nacht van den 5en op den 6en Juli gevangen nemen en naar Savona voeren. De volgende bijzonderheden omtrent de gevangenschap des Pausen ontleenen wij aan het werk Napoleon I, door F.J.A.L. Cordens.Ga naar voetnoot1) Een harde gevangenschap wachtte den Paus te Savona. Hij was van alle verkeer buitengesloten; het was hem verboden aan iemand audiëntie te verleenen dan in tegenwoordigheid zijner bewakers, zelfs schrijfgereedschap werd hem ontnomen, en zijn meeste getrouwen waren van hem verwijderd. Nu begon de keizer al de kunstgrepen zijner politiek om den Paus te doen zwichten. In zijn oogen was Gregorius Barnabas Chiaramonti een man zonder talenten, weinig thuis in de wetenschappen, en met een zwak karakter; de daden, waarbij Pius VII eenigen moed had getoond, moesten volgens den keizer worden toegeschreven aan zijn ministers en en raadslieden. Daarom nam hij die raadslieden uit de omgeving des Pausen weg, overtuigd, dat hij hem gemakkelijk door beloften en bedreigingen zou overwinnen als hij geheel aan zich zelf overgelaten en van allen steun was beroofd. Maar de Paus bleef standvastig, en alle pogingen om hem te bewegen, afstand te doen van zijn rijk, wees hij met beslistheid van de hand. De gevangenschap des Pausen gaf weldra tot grootere verwikkelingen aanleiding. Verschillende bisschopszetels in Frankrijk stonden leeg of waren bezet door prelaten, die de keizer had aangesteld; standvastig weigerde Pius VII die wederrechtelijke handelwijze goed te keuren en de keizerlijke inmenging in godsdienstzaken te dulden. Geheel eigendunkelijk beriep nu Napoleon, door een in soldatentaal geschreven brief, een nationaal Concilie te Parijs om de bisschopskwestie te regelen. Den 25n April 1811 kwam het Concilie bijeen, maar verschillende bisschoppen protesteerden met kracht tegen de vorderingen des keizers, eischten de onmiddellijke invrijheidstelling des Pausen en verklaarden dat het Concilie, zonder toestemming des Pausen bijeengeroepen, niet bevoegd was besluiten te nemen. De getrouwe prelaten werden met hechtenis gestraft. Pius VII, tot wien de keizer een gezantschap had gezonden, liet zich tot eenige belangrijke concessiën bewegen, maar Napoleon was nog niet voldaan, en na zijn gevangene eenige maanden schijnbaar met rust te hebben gelaten, zond hij plotseling het bevel naar Savona om den Paus naar Fontainebleau over te brengen. Den 9en Juli 1812 om negen uur 's avonds kreeg de Paus het bevel om te vertrekken; eerst echter werd hij gedwongen andere kleeren aan te doen om door het volk onderweg niet te worden herkend. Na een lange, vermoeiende reis, kwam hij uitgeput van krachten op den berg Cenis; het doorgestane lijden was voor zijn zwakke gezondheid te veel en in het klooster op den berg verviel hij in een zware ziekte. De officieren, die hem begeleidden, maakten zich over zijn toestand ongerust en vroegen aan de regeering te Turijn of zij hun reis moesten staken of voortzetten; het antwoord was, dat zij hun opdracht kenden en die ten uitvoer moesten brengen. De ziekte des Pausen was belangrijk verergerd en den 14en werden hem de H.H. Sacramenten der stervenden toegediend; maar de bevelen van Napoleon moesten worden opgevolgd en denzelfden avond nog werd de H. Vader in een rijtuig geworpen en begon de moeilijke reis naar Fontainebleau. Vier dagen duurde ze en op dien lijdenstocht moest Christus' plaatsbekleeder zich ontberingen getrooste, die den gemeensten misdadiger zouden worden gespaard. In al dien tijd was het hem niet vergund het rijtuig te verlaten en als hij voedsel moest nemen, werd hij het een of ander koetshuis binnengereden, dat daarna zorgvuldig gesloten werd. Den 20n Juni kwam Pius VII voor het kasteel van Fontainebleau, zijn nieuwe gevangenis, waar hij weken lang een pijnlijk ziekbed vond ten gevolge der doorgestane ontberingen. Door die gewelddaden hoopte Napoleon de laatste krachten des Pausen uit te putten en hem, naar lichaam en geest gebroken, tot een willoos werktuig te maken in zijne hand. Maar de Voorzienigheid waakte over den grijzen Opperherder, en spoedig zou de keizerlijke dwingeland in de sneeuwvelden van Rusland ondervinden, dat God door geen macht ter wereld Zijn plaatsbekleeder ongestraft laat beleedigen. De ongelukkige veldtocht van het jaar '12 had Napoleon niet wijzer gemaakt. Uit Rusland teruggekeerd, haastte hij zich, nieuwe legers op de been te brengen, maar in zijn verblindheid en dwazen trots hoopte hij nog altijd, dat de Paus het fiere hoofd voor hem zou buigen. Pius VII bracht in het slot van Fontainebleau kommervolle dagen door. Uitgeput naar lichaam en geest, was hij slechts omringd door prelaten, die den keizer tot werktuig dienden en hem op alle wijzen tot inwilliging van diens onrechtmatige eischen zochten over te halen. Met Nieuwjaar van 1813 liet Napoleon den Paus door een kamerheer gelukwenschen en naar zijn gezondheid informeeren. De Paus beantwoordde die beleefdheid door kardinaal Doria naar Parijs te zenden, met wien overeengekomen werd de onderhandelingen weer aan te knoopen. Toen de Paus, zwichtend voor den drang zijner omgeving, bijna geneigd scheen aan de vorderingen des keizers toe te geven, moest aan Napoleon de eer der overwinning worden gegund. In den avond van den 19en Januari, kwam hij, door Marie Louise vergezeld, onverwachts te Fontainebleau; hij omhelsde den Paus en bewees hem allerlei betuigingen van eerbied en vriendschap. De grijze Pius VII, die in de harde gevangenschap zijn krachten voelde sloopen en door de koorts was ondermijnd, had reeds zoo lang ieder vriendschapsblijk ontbeerd en was gevoelig getroffen door die handelwijze des keizers. Napoleon bleef eenige dagen bij hem en trachtte door sluwheid, door vleierij en ook weldra door bedreigingen den Paus voor zijn wil te doen bukken. De heftige Corsikaansche natuur des keizers kwam in opstand tegen de kalme berusting van den grijsaard, die in zijn leuningstoel gedoken, met gebogen hoofd naar hem luisterde. Napoleon, na al zijn welsprekendheid te hebben uitgeput, ontstak in de hevigste woede; in zijn blinde drift verweet hij den Paus, geen verstand te hebben van kerkelijke zaken, en zijn waardigheid vergetend, smeet hij een paar meubels omver en balde dreigend de vuist tegen de weerloozen grijsaard. Pius VII behield echter zijn onverstoorbare kalmte. ‘Comediant,’ fluisterde hij, wel wetend dat die vlagen van drift tot 's keizers overredingsmiddelen behoorden. Op den duur echter werd de strijd hem te zwaar, zijn geestkracht was verlamd, zijn krachten waren gebroken en eindelijk teekende hij de voorloopige artikelen voor een nieuw Concordaat, die de keizer hem voorlegde. Toen de Paus in een oogenblik van zwakte zijn naam onder het stuk plaatste, deed hij het echter onder voorbehoud dat het Concordaat eerst dan zou worden openbaar gemaakt wanneer hij over alle artikelen afzonderlijk in een Consistorie had beraadslaagd. Napoleon luisterde echter niet meer; in zijn blijdschap rukte hij den Paus het papier uit de handen en snelde heen om genoemde artikelen oogenblikkelijk te laten afkondigen als het Concordaat van Fontainebleau en met een Te Deum zijn overwinning te vieren. Na het vertrek des keizers verviel de Paus in een diepe neerslachtigheid; de kardinalen, die uit de gevangenschap terugkeerden, wezen hem op de gevaarlijke gevolgen, die uit het gebeurde zouden kunnen voortvloeien, en Pius VII, die met hun raad volkomen instemde, herriep in een brief aan den keizer alle artikelen van het zg. Concordaat. De gebeurtenissen van het jaar '13 en de daaropvolgende inval der verbondenen in Frankrijk verhinderden Napoleon, zijn onzaligen strijd tegen de Kerk ten einde te brengen. In het begin van het jaar 1814 werd de Paus naar Savona teruggebracht en eerst toen geheel Italië verloren en half Frankrijk door de vijanden was bezet, zond Napoleon het bevel den Paus in vrijheid te stellen. Napoleon's macht was gebroken, de zoo machtige keizer vertrok naar het land der ballingschap, terwijl Pius VII zegevierend zijn intocht deed in Rome. Maar toen Napoleon op het eenzaam St.-Helena was verbannen, toen was het Pius VII, die bij de Engelsche regeering er op aandrong, de gevangenschap van zijn pijniger zooveel mogelijk te verzachten, en wederom was het Pius VII, die den keizer een geestelijke zond om hem vóór zijn dood met God te verzoenen. Zoo wreken zich de Pausen. |
|