Naar de Zuidpool.
Al jaren lang is op bijeenkomsten van aardrijkskundigen en natuurvorschers op een expeditie naar het gebied van de Zuidpool aangedrongen, zonder dat er tot dusver iets van gekomen is. Wel hoorde men voor eenige jaren, dat Nordenskjöld, de koene Noordpoolreiziger, ook een tocht naar de Zuidpool wilde ondernemen, maar ook deze hoop werd niet verwezenlijkt.
Meer dan vijftig jaren zijn verloopen, sedert de laatste expeditie onder J.C. Ross in het gebied der Zuidpool was doorgedrongen. Drie jaar geleden lokte het vooruitzicht op een goede vangst walvischvaarders tot aan het kustgebied der Zuidpool, doch voor de wetenschap hebben zij maar bedroefd weinig mee naar huis gebracht. Ook de Zuidpoolreis van den Zweed Borchgrevink, die zich op den walvischvaarder Antarctic als matroos verhuurd had, den Kerst- en Nieuwjaarsnacht van 1894 onder de zuider-middernachtszon doorbracht en als eerste menschelijk wezen de kust van Victorialand betrad, heeft onze wetenschap van de Zuidpool slechts weinig verrijkt, wel daarentegen het verlangen naar een zuiver wetenschappelijke expeditie opnieuw verlevendigd.
Thans eindelijk is het den ijveraars voor zulk een expeditie gelukt, haar voor te bereiden. De Duitsche Zuidpoolcommissie heeft zich met de maatschappij voor aardkunde te Berlijn in verbinding gesteld, om een expeditie uit te rusten, en de Oostenrijksche vrienden van een zoodanige onderneming hebben daarvoor hun steun beloofd. De uit de Oostenrijksche expeditie van 1870 tot 1874 roemrijk bekende Noorpoolreiziger Von Payer - nog in een onzer vorige nummers maakten wij van hem gewag - zal de leiding der Zuidpool-expeditie op zich nemen.
Het ligt voor de hand, naar het nut te vragen, dat van zulk een kostbare onderneming - de kosten der expeditie, waarvan de duur op drie jaar geraamd wordt, zijn op ongeveer een millioen mark geschat - verwacht wordt. De eerste vraag, die bij iederen mensch opkomt, is natuurlijk, wat is er in dat onder sneeuw en ijs bedolven land te halen? Stoffelijke schatten niet; geen goud, dat sedert Columbus' tijd de drijfveer van alle ontdekkingsreizen is geweest; evenmin handelswegen, die groote winsten voor de toekomst beloven. Wat er te halen is, kan dus enkel de wetenschap belang inboezemen.
Vooreerst moet de zuiver aardrijkskundige vraag naar den vorm en de gesteldheid van het land worden beantwoord. Sedert de oudheid heeft men over de Zuidpool allerlei fabeltjes verteld. Hoe dieper de scheepvaart naar het Zuiden doordrong, hoe meer het in de phantasie ontstane werelddeel om de Zuidpool kleiner afmetingen begon aan te nemen. Nu weten wij wel, dat het gebied aan de Zuidpool omtrent vier millioen vierkante mijlen beslaat, maar slechts enkele kustlijnen daarvan zijn bekend. Het binnenland is nog nooit door den voet eens menschen betreden.
Wij weten niet, of het om de Zuidpool gelegen land een samenhangend vastland of een eilandengroep is, of wij dus van een Zuidpoolcontinent, dan wel slechts van een Zuidpoolarchipel mogen spreken. Hoeveel over deze vraag ook gesproken is, bevestigend heeft nog niemand ze in den een of in den anderen zin kunnen beantwoorden. Aardrijkskundigen van naam hebben zich zoowel voor de een als voor de andere veronderstelling verklaard. Zelfs de waarnemingen van de Challenger expeditie in 1874 aan gene zijde van den zuiderkeerkring hebben het geheim niet kunnen ontsluieren. Zoolang het niet gelukt is, den geweldigen ijsmuur, die zich tot een hoogte van zestig meters boven den zeespiegel verheft, door te varen of over te klimmen, en in het binnenland door te dringen, is de vraag naar de gedaante des lands niet met zekerheid te beantwoorden.
Behalve de aardrijkskunde hebben de aardkunde en de aardmeetkunde, de weer- en klimaatkunde, van de navorsching van het Zuidpoolgebied de beantwoording van belangrijke vragen te verwachten.
De Zuidpool is onbetwistbaar een vulkanisch gebied. Terwijl de oppervlakte van het land in eeuwige rust onder het ijs schijnt te liggen, zijn de onderaardsche krachten onophoudelijk werkzaam. De ontdekkingsreiziger Ross vond den in het uiterste Zuiden van Victorialand gelegen vulkaan Erebus in volle werkzaamheid. De daarnaast gelegen vulkaan Terror spuwde wel geen vuur, maar toonde toch alle kenschetsende vormen van een uitgedoofden vulkaan. De uiterlijke gedaante zoowel als de aard der steenen en zelfs wat men in de maag der zeevogels vond stellen het buiten allen twijfel, dat de heele kust van het Zuidpoolgebied uit een krans van vuurspuwende bergen bestaat, waarvan de weerga alleen gevonden wordt in den vulkanengordel, die den Grooten Oceaan omslingert.
Nog niet lang geleden kwam het internationale congres van aardmeetkundigen te Berlijn bijeen,