De Millennium-tentoonstelling in Hongarije.
In de maand Mei van dit jaar zal Hongarije zijn duizendjarig bestaan vieren. Met fiere voldoening mag het Hongaarsche volk op de tien eeuwen terugzien, die sedert de verovering van Pannonië door de legerscharen van Arpad, Hongarijes eersten koning, verloopen zijn.
De eeuwenlange strijd tegen de Turken ter bescherming van het door de Halve Maan bedreigde Christendom, de roemrijke wapenfeiten ook van dit krijgshaftige volk ter verwerving en tot behoud van zijn nationale vrijheid zijn oorzaak geweest, dat Hongarije geen gelijken tred heeft kunnen houden met de ontwikkeling en beschaving der West-Europeesche landen.
Hebben de onophoudelijke oorlogen het voortschrijden op den weg der beschaving bemoeilijkt, in tijden van vrede legden de Hongaren zich met te meer inspanning en volharding op de ontwikkeling van hun land toe, dat thans krachtig en sterk, vol hoop het tweede duizendtal jaren van zijn bestaan te gemoet gaat.
De tegenwoordige koning van Hongarije, wiens hoofd reeds bijna dertig jaren met de kroon van den H. Stephanus gesierd is, heeft niets verzuimd om het duizendjarige feest der stichting van het Hongaarsche rijk zoo feestelijk en waardig mogelijk te maken, om de geheele beschaafde wereld, die tot het feest zal worden uitgenoodigd, te toonen, wat Hongarije was en wat het geworden is.
Een feestelijke zitting der beide Kamers in het nieuwe Parlementsgebouw, de opening van de Millennium-tentoonstelling en van de verbeterde IJzeren Poort aan den Beneden-Donau, de bouw van 500 nieuwe volksscholen en tal van andere openbare gebouwen, het oprichten van standbeelden voor Arpad, den stichter des rijks, en andere gedenkteekenen op verschillende geschiedkundig merkwaardige plaatsen des lands, internationale en nationale congressen, sportfeesten van allerlei aard en een groote historische optocht, - dit zijn de voornaamste punten van het rijk voorziene feestprogram.
Het glanspunt zal echter de opening zijn van de nationale tentoonstelling op den 2en Mei door koning Frans Jozef. Die tentoonstelling zal een beeld geven zoowel van het bewogen en roemrijk verleden van het Hongaarsche volk, als van den vooruitgang op het gebied van beschaving, landbouw en nijverheid.
Evenals in 1885 zal deze tentoonstelling gehouden worden in het Stadsbosch van Boedapest, dat men door een ondergrondsche electrische tram in vijf minuten zal kunnen bereiken. Behalve de dierententoonstelling, die buiten de stad gehouden wordt en een ruimte van 85.000 vierkante meter beslaat, zal het terrein der tentoonstelling 520.000 vierkante meter, dus 52 hectaren, groot zijn, waarvan 120.000 vierkante meter zijn bebouwd.
Op dit terrein zijn 165 zalen en paviljoens opgericht, hetgeen niet minder dan vijf millioen florijnen gekost heeft, en waarin ongeveer 17000 exposanten naast geschiedkundige gedenkteekenen en oude kunstschatten de meest uiteenloopende producten van landbouw en nijverheid, zoowel wapenen en ander oorlogstuig als de middelen, om van de zegeningen van den vrede gebruik te maken, ten toon zullen stellen.
De tentoonstelling bevat twee hoofdgroepen, de geschiedkundige tentoonstelling en die van onzen tijd. Het doel der eerste is, een trouw beeld te geven van Hongarijes ontwikkeling van vóór duizend jaar tot nu in de verschillende tijdperken.
Dit doel wordt het krachtigst bevorderd door een reeks gebouwen, aan den oever van den Stadsboschvijver opgericht door den bouwmeester Ignatius Alpar.
Deze gebouwen - of liever dit gebouw, want ze vormen een samenhangend geheel - waarvan de lezers in dit nummer twee welgeslaagde afbeeldingen vinden, geven reeds door hun bouwtrant een beeld van de geschiedenis der Hongaarsche bouwkunst van den tijd des eersten konings tot op onze dagen.
De bouwmeester had zich tot taak gesteld, alle Hongaarsche bouwstijlen, waarvan nog voorbeelden te vinden waren, te vertegenwoordigen, en het is mogen gelukken, de gedenkteekenen uit den ouden tijd met nabootsingen van de nieuwerwetsche bouwstijlen tot een harmonisch geheel te vereenigen.
Over een breede brug komt men door een ontzaglijke boogpoort, die een getrouwe navolging is van het portaal der in de dertiende eeuw gebouwde Jaker-kerk, in een in Romaanschen stijl opgetrokken klooster uit den tijd van Arpad.
Trouw aan de gewoonten van dien tijd, heeft men in dit klooster ook prachtige zalen voor den koning ingericht, onder wiens bescherming de heele tentoonstelling is tot stand gekomen. Door passende motieven is met deze groep het in Gothischen stijl gebouwde tweede hoofdgebouw verbonden, dat bestemd is voor geschiedkundige voorwerpen uit den tijd der koningen uit verschillende vorstenhuizen tot 1526. Het voornaamste gedeelte van dit bouwwerk is een goedgeslaagde nabootsing van het slot Bajda-Hunyad, in de 15e eeuw door Jan Hunyades in spitsboogstijl opgetrokken, en dat met zijn bastions tot in den vijver reikt. In deze groep vinden wij nog andere merkwaardige scheppingen, als de klassieke kapel van Csütörtökhely, het raadhuis van Bartfeld, den naar de Renaissance overhellenden vestingtoren van Schässburg.
Deze vormt den overgang tot de derde groep, die de bouwstijlen der Renaissance, van den barock- en pruikentijd vertegenwoordigt. De zalen dezer gebouwen zullen dienen voor de op Hongarije betrekking hebbende geschiedkundige merkwaardigheden, reliquieën en kunstschatten, die òf in het land zelf bewaard worden, òf door den Duitschen keizer, den czaar, den sultan en andere hooggeplaatste personen voor de tentoonstelling zijn afgestaan, en daarvan een der voornaamste aantrekkingspunten zullen uitmaken.
Van de andere merkwaardige gebouwen noemen wij nog het gebouw voor de directie en de feesthal. Het eerste bevat behalve een 17 meter lange zittingzaal kamers voor den president der tentoonstellingscommissie, minister Ernest Daniel, den directeur, den secretaris, enz. De feesthal, gebouwd naar het model van het lakenhuis te Leipzig, zal tot het houden van concerten, feestvergaderingen, voorlezingen en een tentoonstelling van beeldende kunsten dienen. Bij slecht weer zal de opening den Millenniumtentoonstelling hier plaats hebben. Bij mooi weer zal deze plechtigheid, waartoe behalve de keizer ook de meeste aartshertogen, verscheidene vreemde vorsten en de gezanten der vreemde mogendheden naar Boeda-Pest zullen komen, op het groote plein voor de Nijverheidshal geschieden, waar alle avonden een lichtende fontein zal werken.
Van bijzonder belang zal het uit ethnographisch oogpunt bezienswaardige tentoonstellingsdorp zijn, met typen van karakteristieke boerenwoningen uit alle streken des lands; verder de voorstelling der geschiedenis van de visscherij, de jacht en het Hongaarsche herdersleven, de tentoonstelling der producten van Bosnië en Herzegowina, de tentoonstelling der ministeries van Oorlog en Marine, de 10.000 vierkante meter groote machinezaal enz.
Daar het grootste gedeelte der gebouwen al bijna klaar is, kunnen de Hongaren nu reeds een overzicht hebben over de heele tentoonstelling en mogen zij zonder overdrijving beweren, dat de Millennium-tentoonstelling zoowel den landgenoot als den vreemdeling veel merkwaardigs te zien zal geven en Hongarije in den vreedzamen wedstrijd der volken een goed figuur zal maken.