tusschen de Zwarte Zee en de Zee van Marmora, maar ook omdat Constantinopel een levendig verkeer onderhoudt met de aan beide oevers gelegen steden, die alle min of meer als voorsteden der Turksche hoofdstad kunnen aangezien worden. Ongeveer 60 kleine stoombooten en talrijke slankgebouwde, pijlsnel de golven klievende Turksche kaiks onderhouden de gemeenschap.
De oevers van den Bosporus, vooral de Europeesche, bieden een schilderachtigen aanblik aan. Bergen van gemiddeld 240 meter hoogte met steile rotswanden wisselen af met groenende dalen, door cypressen, laurieren en honderdjarige platanen overschaduwd. Dorpen, villa's en tuinen, zomerpaleizen en kiosken, bekroond met burchten en ruïnen uit het Byzantijnsche en Genueesche tijdvak, omkransen de beide oevers. Tot bescherming van Constantinopel tegen een aanval uit het Noorden zijn aan beide zijden van het kanaal talrijke verdedigingswerken, forten en batterijen aangelegd.
Onder de beroemdste punten mag men de keizerlijke lustsloten Dolmagbadsje en Besjiktasj, en het prachtige paleis Tachiraghan, de gewone residentie des sultans, rekenen.
Onze gravure verplaatst ons aan den Bosporus op een punt, waar zijn breedte betrekkelijk gering is, en veroorlooft ons een kijkje op zijn schilderachtige omgeving met haar breede koepels en slanke minarets. Vooral nu men dag aan dag in de bladen over den Bosporus hoort, zullen onze lezers dit Oostersch tafereel met genoegen beschouwen.
TWEE VLIEGEN IN ÉEN SLAG of de GYMNASTISCHE CIJFERKUNST.