Bij de Platen.
‘Kom er eens af als je durft!’ -
Honden en apen kunnen over het algemeen nogal goed met elkaar overweg, zooals ieder onzer zich herinnert uit onze kinderjaren, toen wij ons verlustigden in de koddige vertooningen, door de gemelde schrandere dieren in roode, gegalonneerde rokjes bij gelegenheid van de kermis tot vermaak van de jeugd opgevoerd.
Maar men moet niet vragen hoeveel geduld en volharding, hoeveel stokslagen misschien ook, er wel noodig geweest zijn om die vierhandige en vierpootige kunstenaars tot die goede harmonie en dat onberispelijke samenspel te brengen, waarvan wij in die dagen de opgetogen toeschouwers waren.
Van nature toch schijnt er weinig verwantschap of overeenstemming te bestaan tusschen een rechtgeaarden, wakkeren, trouwen hond, den aangewezen vriend en gezel van den mensch, en een zoo leelijk, valsch en laf beest als een aap, die caricatuur van den heer der schepping. En eer kunnen we ons dan ook voorstellen dat die twee als onverzoenlijke vijanden, dan dat zij als vrienden en broeders gemoedelijk naast elkander leven.
De Belgische schilder Charles Duchêne heeft aan die aloude veete tusschen honden en apen de stof ontleend voor een vermakelijk genrestukje, waarmee hij op den laatsten Parijschen Salon groot succes oogstte en dat, in dit nummer weergegeven, ook door onze lezers met genoegen beschouwd zal worden.
De wederzijdsche wrok is hier tot fellen krijg uitgebarsten en de hond op de leer zou niets liever wenschen dan den strijd maar eens voorgoed uit te vechten. Daar is de aap evenwel niet toe genegen en hij heeft de wijk genomen op een hooge kast, vanwaar bij zich vergenoegt zijn vijand kwaadaardig aan te grijnzen.
‘Kom er eens af als je durft!’ grauwt de hond hem toe, maar het zal hem wel geraden zijn, hoog en droog op zijn veilig plaatsje te blijven zitten; want waarschijnlijk zou hij, zich buiten die stelling wagende, niet met één, maar twee vijanden te doen krijgen. En hij zal terecht denken: dat is een te ongelijke partij!