Bij de Platen.
Kwajongensstreken. -
kwajongensstreken, naar de schilderij van e. hader.
Jongens blijken toch overal en altijd dezelfden! Het aardige schilderijtje dezer laatste bladzijde verplaatst ons in het een of ander ouderwetsch dorpje ergens in het Zwarte Woud, maar de deugnieterij, die er op is afgebeeld, is van alle landen en van alle tijden.
Twee schoolbengels scheppen er vermaak in, de kleine raampjes van meesters huiskamer met sneeuwballen te bombardeeren. Verontwaardigd over zulke verregaande brutaliteit, gooit de waardige man het venster open en steekt niet alleen het grijze hoofd naar buiten, maar ook nog een hand, met een stok gewapend.
Hij zal de rakkers wel krijgen, dus foetert hij; maar de deugnieten zijn er op verdacht: terwijl de eene zich onder het besneeuwde bloemenrekje van het raam schuilhoudt, dringt de ander zich behoedzaam achter het deurkozijn, nog met een sneeuwbal in de hand, gereed om den meester, zoodra hij zijn hoofd naar binnen getrokken heeft, dat projectiel als toegift na te slingeren.
Men ziet dat de klachten over de baldadigheid der schooljeugd niet precies van vandaag of gisteren zijn.