De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 12
(1895)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
te ontvangen. Ook hier was de begroeting even hartelijk, even warm, even geestdriftig. De Koninginnen trokken het gewest in de volle lengte door; overal stond de bevolking der aan de spoorlijn gelegen plaatsen aan den weg geschaard, om haar vorstinnen toe te juichen, en vooral een blik, een groet op te vangen van het koningskind, dat, als nooit een monarch te voren, alleen reeds door haar aanminnige verschijning aller harten wint en juichtonen op aller lippen brengt. Na een kort bezoek aan Venlo kwamen Hare Majesteiten in den namiddag van Maandag 20 Mei in de grijze stad van St. Servaas aan, die zich, om dit heuglijke feit te vieren, op het feestelijkst getooid had. Ja, het scheen een nobele wedstrijd te zijn, welke van de steden in het Zuiden de meeste pracht en schittering zou ten toon spreiden, om koningin Wilhelmina en haar doorluchtige Moeder - de Moeder van heel het volk tevens - te toonen, dat de katholieke gewesten bij geen andere in liefde, trouw en aanhankelijkheid wilden achterstaan. En dit bewijs hebben zij - Maastricht niet het minst - voldingend geleverd. Geen enkele wanklank kwam deze grootsche en indrukwekkende harmonie verstoren; bij dit jubelfeest viel alle verschil in stand, in rang, in afkomst weg. Allen begroetten met dezelfde geestdrift de landsvorstin, het onderpand en de hoop van de tienduizenden, die juichend de zegekoets omgaven, waarin zij haarintrededeed, gelukkig door de huldiging van haar getrouw volk.
tribune voor de koninginnen bij den wedren te maastricht.
het verlaten der st.-servaaskerk door hare majfsteiten.
DE KONINGINNEN IN HET ZUIDEN. Wat hoeven wij hier die schitterende feesten | |
[pagina 61]
| |
in het geheugen terug te roepen, waarmee Maastricht het bezoek der koninginnen vierde, daar zij onvergetelijk gegrift blijven in ieders aandenken en de geschiedrollen ze zullen vereeuwigen!
de koninginnen rijden uit van het gouvernementsgebouw te maastricht.
DE KONINGINNEN IN HET ZUIDEN. Maar toch zullen de lezers ongetwijfeld met belangstelling eenige gezichten beschouwen uit de feestvierende stad, vervaardigd naar photographische opnamen. Allereerst het verlaten van het statige gouvernementsgebouw, waarbij men de beide vorstinnen goed kan zien, Koningin Wilhelmina in haar wit costuum, vriendelijk lachend tegen de bijeenverzamelde menigte, de Regentes in het stemmige zwart, verheugd vooral om de hulde, die haar Dochter gebracht wordt. Tevens kan men daarbij de eigenaardige decoratie in oogenschouw nemen, die aan de woning van den commissaris der koningin was aangebracht: breede versieringen van levend groen, zwaar neerhangend tusschen de ramen, dooreengestrengeld met vlaggen. Doch ook de straat zelf toonde een rijkdom van guirlandes, vlaggen en ballons en openbaarde daardoor de feestelijke stemming, die op die dagen alle Maastrichtenaars bezielde. Was 's Maandags de fakkeloptocht het mooiste moment, bezochten de Koninginnen Dinsdag de tentoonstelling van land- en tuinbouw en den St.-Pietersberg, en werd haar dien dag het huldeblijk van Maastricht aangeboden: een monumentje van verguld zilver, ongeveer drie decimeter hoog, een engel met een zilveren ster, het stadswapen in de hand, staande op een voetstuk in Gotieken still, de randen met edelgesteenten ingelegd, - Woensdag bezochten de vorstinnen onder meer de oude kerk van St. Servaas, den zetel van het dekenaat Maastricht. Door de geestelijkheid, met den zeereerwaarden pastoor-deken Sevriens aan het hoofd, ontvangen, bezichtigden Hare Majesteiten dit meesterstuk van Romaanschen bouwstijl, waarbij de groote bouwmeester dr. Cuypers, die zich voor de restauratie van dit monument zoo verdienstelijk heeft gemaakt, als cicerone dienst deed. Merkwaardig ook was het bezoek aan de onderaardsche gewelven, de vermaarde krypten, waar het graf van den H. bisschop Servatius en de Karolingische graftomben in oogenschouw werden genomen. Hierna namen Hare Majesteiten een kijkje in de zoogenaamde Keizer Karelkapel, een zeldzaam mooie steenen zaal, terwijl het jonge koninginnetje zelfs een heel eind den 240 treden hoogen toren besteeg. Nog bezochten de vorstinnen de fabelachtig rijke schatkamer van St. Servaas, waarbij de thesaurier, de weleerwaarde heer Schmeitz, de voornaamste merkwaardigheden toonde aan Hare Majesteiten, die telkens belangstellend om inlichtingen vroegen. Onze fraaie gravure stelt het oogenblik voor, waarop de Koninginnen, na door de eerwaarde geestelijkheid uitgeleide te zijn gedaan, in haar rijtuig hebben plaats genomen, opnieuw toegejuicht door een talrijke menigte, die zich aan den aanblik van het innemende koningskind maar niet kon verzadigen. Na het dejeuner in het gouvernementsgebouw reden Hare Majesteiten opnieuw uit, thans om den grooten wedren (concours hippique) bij te wonen, die door den Cercle Equestre te Maastricht was aangeboden. Op onze gravure ziet men de tribune, rijk gedrapeerd, waarin de koninginnen hebben plaats genomen, om van daar het krijgshaftige spel gade te slaan, waarin de laatste afstam- | |
[pagina 62]
| |
meling der Oranjes wel belang moet stellen. Met dankbaarheid moeten wij erkennen, dat, terwijl de bevolking op de ondubbelzinnigste wijze van haar gehechtheid aan het Oranjehuis blijk gat, de Koninginnen tegen geen vermoeienis opzagen, om wederkeerig haar onderdanen te toonen, dat zij belang stelden in alles, wat het volk aangaat en zich dan ook met geheel haar persoon gaven aan de trouwe stad, die haar zoo waardig en vorstelijk had ontvangen. |
|