Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.53 MB)

Scans (730.60 MB)

ebook (37.02 MB)

XML (2.79 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1894)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Scheeve torens.

Aan alles hier op de wereld komt een einde, ook aan het bestaan van bouwgewrochten, die voor de eeuwigheid gesticht schenen.

Zoo is kort geleden weer een der beroemdste bouwwerken van de wereld meedoogenloos opgeruimd. De scheeve toren van Saragossa, een voorwerp van algemeene belangstelling, werd op het einde van het jaar 1892 ‘wegens bouwvalligheid’ gesloopt. Of een restauratie niet meer mogelijk, dan alleen ten gevolge van den slechten staat der Spaansche financiën onuitvoerbaar was, kan hier in het midden blijven. Het feit verwekte in alle geval bij de vereerders van de gedenkstukken der oudheid ernstig leedwezen, ook al konden zij zich troosten met de gedachte dat er nog meer dergelijke merk waardige bouwwerken bestaan, zooals de scheeve toren van Pisa, die van Genua, Ravenna, Mantua, - alle in Italië, dat wel de specialiteit dier bouwkundige rariteit schijnt te hebben, dank misschien aan zijn vulkanischen bodem; - verder van Chesterfield en Bridgenorth in Engeland, - eindelijk, om ons vaderland niet te vergeten, ook de ‘grijze steenen reus’ te Delft, waarvan De Genestet zong:

 
Gelijk als Pisa heeft ook Delft haar scheeven toren,
 
Die, al voor eeuwen her, de ruste placht te storen
 
In 't klooster aan zijn voet, te sombren winternacht,
 
Maar sinds door geen orkaan nog werd ten val gebracht,
 
En pal staat, scheef maar pal, en naar wij vast vertrouwen,
 
In Delft het langer dan wij allen uit zal houen.

Bijna driehonderd jaar heeft de ‘nieuwe toren’ (Torre Nueva) te Saragossa gestaan in zijn dreigende houding, naar de kerk, aan de andere zijde de straat gelegen, overbuigende, als gestadig op het punt ze onder zijn val te verpletteren.

Ten jare 1594 gebouwd, diende hij tot in den laatsten tijd als klokkenstelling of wachttoren en wekte de algemeene ver- en bewondering dergenen, die hem aanschouwden.

Want het hooge baksteenen gevaarte, welks top langs een trap van 200 treden te bereiken was, vertoonde fraaie vormen en droeg niet weinig bij tot opluistering van het landschap. Van zijn hoogsten trans genoot men een prachtig gezicht over de stad en haar omgeving.

Van hechter bouw dan de ‘nieuwe toren’ te Saragossa scheen, is ongetwijfeld de scheeve toren van Pisa, die naast de prachtigste monumenten der bouwkunst het merkwaardige Domplein dezer interessante oude stad versiert. Gelijk de verschillende afzonderlijke zangen van een christelijk heldendicht, dat gevoeglijk met Dantes Divina Commedia te vergelijken is, verheffen zich op dat uitgestrekte plein vooreest de Dom, een der schoonste gedenkstukken der middeleeuwsche bouwkunst in Italië, dan het Campo Santo, dat is het kerkhof, met aarde uit Jerusalem gevuld, en... het zevende wonder van Italië, il Campanile storto, de scheeve toren, door den Duitschen meester Wilhelm en Buono Buonanni gebouwd in den jare 1179, gelijk een inschrift bij de deur aangeeft.

Hecht en zwaar, zooals een krachtig tijdvak hem voortbracht, bestaat de toren uit een zestig meter hoogen cilinder, gevormd door een dikken, fraai gemetselden muur, die aan de buitenzijde door acht omgangen in evenzooveel verdiepingen afgedeeld is.

Al deze verdiepingen zijn, welbeschouwd, maar herhalingen van de eerste verdieping, waar evenals bij al de andere door een rondloopende zuilenrij een open galerij wordt gevormd, die gelegenheid geeft, den toren zonder gevaar om te wandelen. Het aantal der zuilen van de verschillende verdiepingen bedraagt 207.

Dat de bouwmeesters van dit merkwaardig monument het er op gezet hadden, een stuk werk te leveren, dat de eeuwen trotseeren kon, blijkt duidelijk uit de zorgvuldige uitvoering. Het daartoe benoodigde materiaal, marmer en graniet, is niet alleen van uitstekende qualiteit, maar daarbij ook onberispelijk bearbeid, stevig verbonden en keurig samengevoegd. Men bereikt de verschillende verdiepingen langs een wenteltrap, die in haar geheel 293 treden telt, terwijl men nog een ladder beklimmen moet om boven op het plat te komen.

Heeft men dat bereikt, dan staat men hooger dan de klokken van den toren - aan de H. Maagd, het Lijden en de Gerechtigheid gewijd - die door haar schommelingen het overhangende gevaarte niet vermogen te schokken. Van dit plat, van welks hoogte Gallilei eenmaal den vrijen val der lichamen waarnam, geniet men een heerlijk gezicht op de zee, de nabij gelegen beroemde badplaatsen en de uit duizend bogen bestaande, door Cosmo de' Medici aangevangen en door Ferdinand I voltooide waterleiding, die de stad van drinkwater voorziet.

Minder sierlijk, ja zonder eenig sieraad, maar toch niet minder merkwaardig zijn de beide scheeve torens van Bologna, de Asinelli en de Carisenda of Torre mozzo, dat is afgestompte toren. Beide dagteekenen uit den tijd der Italiaansche republieken, toen enkele aanzienlijke familiën haar huizen en paleizen verschansten om zich aan de woede en de vervolging hunner vijanden te onttrekken.

Naar het heet, werden zij gebouwd, om te dienen tot wachttorens, van welker top men het omliggende land overzien en het heimelijk

[pagina 200]
[p. 200]

aanrukken van vijandelijke benden bespieden kon. In elk geval zijn ze zeker niet voor de mooiigheid opgericht; want noch in den vorm, noch in het materiaal (ruwe baksteen), noch in de bewerking daarvan is eenig streven naar sierlijkheid te bekennen. Blijkbaar werden beide gevaarten in de grootste haast opgetrokken, en wel de eerstgenoemde in het jaar 1109 door Gherardo Asinelli, de andere, naar verteld wordt, uit naijver van wege den eersten, door zekeren Carisenda of Garisendi. Zooals uit onze afbeelding blijkt, hebben de beide torens, die dreigend naar elkander overhellen, den vorm van gewone fabrieksschoorsteenen. De Asinelli verheft zich, bij de geringe breedte van zes meter, tot een hoogte van ongeveer 115 meter, waarbij hij één meter van de loodlijn afwijkt. De Carisenda, die ongeveer even smal is, heeft een hoogte van 42 meter, maar staat daarbij meer dan twee meter buiten het lood. Hun wanden zijn van onder tot boven kale muren, slechts hier en daar met gaten doorboord ten einde een spaarzaam licht te krijgen op de houten trappen, of dienende om in geval van noodige herstellingen de steigers te kunnen bevestigen. De trap van den Asinelli heeft 464 treden, waarvan er 449 tot den omgang, en de verdere 15 tot aan de klokken voeren.



illustratie
de gesloopte torre nueva te saragossa


Aan zijn voet staat deze toren tusschen oude onaanzienlijke huizen beklemd, maar van zijn plat, met hooge borstwering omgeven, geniet men een heerlijk uitzicht over de stad en verder over Cento, Imola, Butrio, Modena en zelfs op het afgelegen Ferrara. Het praatje evenwel dat men van zijn top niet minder dan 105 steden (cento e cinque città) zou kunnen overzien, vindt men er niet bewaarheid. Dat berust namelijk op een woordspeling, daar met cento niet het getal 100, maar de nabij Bologna gelegen vaderstad van den schilder Guercino bedoeld wordt



illustratie
df toren van pisa.


De Carisenda, die vroeger hooger was, werd wegens bouwvalligheid tot op zijn tegenwoordige hoogte verminderd. Hij wordt niet meer beklommen, vooreerst omdat er nu de aardigheid af is en verder omdat er boven geen gelegenheid is tot uitkijken.

Lieden, die kunstenarij voor kunst houden, een gril hooger schatten dan een ernstige gedachte, en wonderen zoeken waar zij het minst te vinden zijn, hebben willen beweren dat al deze torens met opzet zoo scheef gebouwd zijn. Zij schreven hun blijkbare verzakking aan het vernuft der bouwmeesters toe en zagen ze aan als bewonderenswaardige bewijzen van een verloren gegane of moeilijk te vatten kunstvaardigheid.

Van den toren van Pisa werd zelfs, op gezag van een Latijnsch opschrift, dat door lord Baltimore zou ontdekt zijn, beweerd, dat de bouwmeester zijn eigen scheefgegroeiden ruggegraat in het bouwwerk had willen vereeuwigen.

Sedert lang is die dwaling door de kenners wederlegd en het belachelijke van die opvatting aangetoond. Al valt, bij het gebrek aan juiste historische gegevens, wel niet precies uit te maken of de verzakkingen der bedoelde gebouwen plotseling of langzamerhand geschiedde, mag men toch veilig het laatste aannemen, daar de bodem voornamelijk in Pisa, dat vroeger dichter bij de zee lag dan tegenwoordig, evenals Bologna en Saragossa, door aanslibbing is gevormd en zoodoende, bij schijnbare vastheid, licht aan verzakking onderhevig is. Dat dit niet op alle punten in gelijke mate het geval was, lag misschien aan vergane planten-stoffen, ongelijke aardlagen of andere onregelmatigheden, die de bouwmeester op die diepte niet vermoedde. Een plotselinge schok of val zou ongetwijfeld een gedeeltelijke verwoesting der torens hebben meegebracht.

Waren die torens echter van den beginne af scheef aangelegd, dan zouden toch zeker van binnen de vloeren der verschillende verdiepingen alsmede de trappen waterpas zijn geplaatst. Ook de op elkaar rustende steenlagen van het metselwerk zouden stellig horizontaal gelegd zijn, wat evenwel niet het geval is.

Bovendien is op de wandschilderingen van Antonio Veneziano in den kruisgang van het Campo Santo te Pisa, die bijna tweehonderd jaren na den bouw van den toren werden uitgevoerd, die toren naast den dom en het klooster San Vito in volkome loodrechte stelling te zien.

Er blijft dus niets anders over dan aan te nemen, dat deze gebouwen langzamerhand verzakt zijn, en wel, nadat de kalk de afzonderlijke steenen zoo hecht had aaneengesloten, dat een verschuiven of afglijden, zelfs bij een aanmerkelijke overhelling, niet meer mogelijk was. Dat deze torens, ondanks hun scheeven stand, niet gevallen zijn, is niet alleen aan het stevig verband der bouwmaterialen alsmede hun kolossale dikte toe te schrijven, maar vooral hieraan dat het zwaartepunt niet buiten het grondvlak valt.



illustratie
de torens asinelli en carisenda te bologna



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken