De keizerlijke standaard of rijksbanier is van goudlaken, met de wapens van het rijk aan beide zijden in olieverf geschilderd. Boven aan den stok is het blauwe lint der Sint-Andreasorde geknoopt. De einden van het lint zijn aan beide zijden versierd met tweehoofdige adelaars en twee opschriften, het devies: ‘God is met ons’ en den datum der stichting van het Russische rijk (862) en dien der invoering van het Christendom in dat land (988). De stof is te Lyon vervaardigd; het schilderwerk is van den heer Balaschow, kunstschilder aan de keizerlijke academie.
De keizerskroon, die bij de kroning van Alexander III gebruikt werd, dagteekent van Catharina II, die ze heeft laten maken. De kroon is versierd met 58 groote diamanten en 4878 diamanten van mindere grootte.
Het gezamenlijk gewicht dier steenen is 2858 karaat. Bovendien is er een groote robijn in gezet van 389½ karaat en 75 fijne paarlen van 745 karaat. De robijn draagt een kruis van allerfijnste diamanten. De punt is een diamant, genaamd ‘de Maan van het Gebergte,’ afkomstig van den troon van den sjah Nadir. Van voren en van achteren is de diadeem versierd met twee gekruiste lauwertakken, door een lint bevestigd. De waarde dier kroon bedraagt 823,976 roebels.
De schepter van Alexander III werd voor het eerst gebruikt bij de kroning van Paul I. Hij is van goud en aan het handvat versierd met drie rijen diamanten; aan het uiteinde flonkert de beroemde diamant Orlow, die den rijksadelaar draagt.
Omtrent de Orlow zijn heel wat histories in omloop.
Volgens sommigen vormde die diamant eertijds het oog van den gouden leeuw van den grooten Mogol; het andere oog van dien leeuw berust tegenwoordig bij de Engelsche kroondiamanten.
Een ander verhaal zegt, dat een Fransch soldaat in Spaanschen dienst dien diamant gestolen had. Hij vluchtte naar Malabar, waar hij den steen aan een scheepskapitein verkocht; deze verkwanselde hem weer voor 2000 guinjes aan een jood, die hem overdeed aan een Perzisch koopman, Lazarew genaamd De sjah wilde den nieuwen eigenaar dwingen, hem zijn schat af te staan, maar de Pers was hem te slim af; hij hield zich ziek, deed zich een insnijding in de dij en borg daar het kleinood in.
Toen de wond geheeld was, verklaarde hij, den kostbaren steen niet te bezitten; hij werd, in de gevangenis geworpen, doch na vruchtelooze nasporingen weer op vrije voeten gesteld. De leeperd reisde nu te voet naar Sint-Petersburg en stelde zich voor aan Catharina II. Door een chirurgijn liet bij zich den diamant uitsnijden, maar vroeg er zulk een hooge som voor, dat de keizerin weigerde den koop te sluiten.
De jood ging nu naar Amsterdam, waar graaf Alexis Orlow den diamant kocht voor 450.000 roebels in zilver, een lijfrente van 2000 roebels en een brief van adeldom. Orlow bood vervolgens de czarin zijn koopje als geschenk aan.
Deze steen, naar graaf Orlow genoemd, weegt 194¾ karaat, 't is een der grootste die bestaan. In 1865 werd de waarde van den schepter, die achtereenvolgens door Paul I, Alexander I, Nicolaas I, Alexander II en III, werd gebruikt, geschat op een waarde van 2.399.410 roebels.
De rijksappel dagteekent van Paul I. Hij is van goud, omgeven door een bladerwerk van diamanten. In het midden bevindt zich een groote diamant (peer); bovenop ligt een prachtige ovale saffier, met diamanten omgeven, en daarboven verheft zich een kruis van diamanten.
prins von hohenlohe-schillingsfürst, de nieuwe Duitsche Rijkskanselier.
Het rijksschild is eenvoudig. Het is bekleed met 42 platen jaspis, die met goud, robijnen en turkooizen zijn ingelegd.
Een der attributen, die even als de rijksstandaard den keizer nooit verlaat, is het rijkszwaard. Dit wapen heeft een stalen lemmet, 1.30 M. lang, met drie gleuven over de geheele lengte. Een der platte kanten van het lemmet is in goud gedamasceerd met een tweehoofdigen adelaar, die een kronkelenden draak in zijn klauwen heeft; op den anderen staat een griffioen met een getrokken degen. De greep eindigt in twee gekroonde adelaarshoofden; evenzoo het kruis. De scheede is met goudlaken bekleed.
In zijn hoedanigheid van opperhoofd van den godsdienst bezit de czaar een kruisbeeld. Het is van goud met vier armen, waarin zich een splinter bevindt van het Heilig Kruis. Het is versierd met kostbare steenen en hangt aan een gouden keten van gevlochten koord.
De czaar heeft vier zegels. Zijn eigen zegel is zeer eenvoudig. Het gelijkt op een munt ter grootte van een rijksdaalder. In de holte is een tweehoofdige adelaar gegraveerd. De andere zegels van verschillende grootten, en die dienen moeten naar gelang de belangrijkheid der te zegelen stukken, dragen het rijkswapen.
Al deze attributen worden den nieuwen czaar bij zijn kroning plechtig overhandigd.