De juweelenmarkt te Antwerpen. -
Hoe jammer dat die prachtige schilderijen-verzameling, de Exposition des Beaux Arts naar evenredigheid zoo weinig bezoekers trekt. De belachelijk lage entréeprijs van tien centimes behoeft hen, die verscheidene franken weggooien om hier en daar in een Oostersche tent een Arabier te zien dansen, toch niet af te schrikken. Of zou de reden zijn, dat de Schoone Kunsten op eenigen afstand der tentoonstelling een plaats hebben gevonden en daarom allicht worden voorbijgegaan?
Wel is waar heeft de wufte, de lichtzinnige kunst ook hier een plaats veroverd, vooral in de Fransche afdeeling; maar er is nog zooveel goeds, zooveel edels te aanschouwen, en ook er valt zooveel te leeren.
De bezoeker vindt hier kunstvoortbrengselen van de voornaamste meesters in Frankrijk, België, Duitschland, Rusland, Noorwegen. Italië, enz., om van de Hollandsche kunstenaars niet te spreken, die wij van harte toejuichen om het goed figuur, dat zij op dezen wedstrijd maken. De kunstvoortbrengselen dier verschillende landen te bestudeeren en onderling te vergelijken, blijft een bron van genot en men betreurt de uren niet, die men in de Beaux Arts heeft doorgebracht.
Wij zullen ons een oogenblik wenden naar de Belgische afdeeling. Onder de honderden schilderijen, die de wanden versieren of bedekken, zijn er natuurlijk vele, die allesbehalve doen vermoeden, dat men zich in het land van Rubens bevindt, maar ook hoe krachtig en schoon toont zich hier de groote Vlaamsche kunst. Onder de talrijke schilders, die met den besten uitslag de Vlaamsche traditiën hooghouden, mag de talentvolle Van der Ouderaa met eere worden genoemd. Behalve door zijn inzendingen in de Beaux Arts heeft hij zich reeds door andere meesterwerken een grooten naam verworven.
Van een zijner geroemde werken geven wij den lezer een reproductie te aanschouwen; zij stelt voor: de juweelenmarkt te Antwerpen.
Zooals in alle groote steden in de middeleeuwen speelden ook in Antwerpen de marktprivilegiën een groote rol. Tweemaal in het jaar, den tweeden Zondag vóór Pinksteren en den tweeden Zondag na Maria-Hemelvaart werd de opening der jaarmarkt door trompetgeschal plechtig den volke aangekondigd. De markt, die gehouden werd nabij de Lieve-Vrouwe-Kerk op het Groene Kerkhof en in de naburige straten, duurde dan zes weken, en uit alle landen der wereld stroomden er de kooplieden samen, evenals nu nog op de beroemde Leipziger mis of in het half Aziatische Nisjni Novgorod.
De voornaamste aantrekkelijkheid der Antwerpsche jaarmarkten vormde de juweelenmarkt, waar, behalve edelgesteenten, ook goud en zilver, schilderijen, borduurwerken en andere kostbaarheden werden te koop geboden, en die door het penseel van Vander Ouderaa levendig is weergegeven.
Wat een drukte en vertier heerscht er onder den grooten zuilengang, waar de kooplieden hun waren hebben uitgestald. De rijkdom dier tijden spreidt zich hier op kwistige wijze ten toon in de kleederdracht der Oud-Antwerpsche ingezetenen en in de kostbaarheden, waarnaar zij kooplustig hun blikken wenden.
Begeerig ziet de edelman op den voorgrond naar de kostbare vaas, die een Oostersch koopman hem aanbiedt. Zijn vrouw schijnt hem tot koopen aan te sporen, maar hij wantrouwt wellicht den sluwen Oosterling, die er niet op ziet met het onverschilligste gezicht van de wereld een overdreven prijs te vragen. Doch wacht maar; de Oosterlingen zijn joden in den handel en onze koopman zal den prijs zijner sieraden wel zoo verlagen, dat de edelman ze met genoegen koopt en er voor hem nog een redelijke winst overschiet.
Wat verder zijn op een tafel kelken, wierookvaten en andere kostbaarheden tentoongesteld. Met het oog van een kenner staat een grijze monnik te zien of er niets bij is, wat tot sieraad van zijnkloosterkeik kan strekken. Naast hem is een jonge poorteres in onderhandeling over den prijs van een zilveren keten, wellicht een versiering voor 't een of ander heiligenbeeld.
Ook op de binnenplaats, buiten de kolonnade, heerscht drukte en bedrijvigheid en een der bestgeslaagde groepen is wel die der twee kooplieden, waarvan de een, met de hand op den schouder van den andere geleund, met levendige gebaren hem tot het toeslaan van den koop zoekt te bewegen.
Vander Ouderaa heeft het leven in de machtige Vlaamsche koopstad in al zijn volheid geschilderd; zal menigeen zijn vrouwenfiguren niet fijn en edel genoegvinden, in vergelijking met die, zooals de Venetiaansche school bijvoorbeeld ze ons geeft, toch zalmen haar een groote mate van gevoel en uitdrukking niet ontzeggen en een blik op degeheele schilderij met haar schoone groepen en talrijke typen, waarin de meest verschillende gemoedsbewegingen zich spiegelen, dwingt ons al aanstonds bewondering af voor het kleurenrijk palet van den Belgischen meester.