[Nummer 10]
Mgr. B. Lorenzelli,
Apostolisch internuntius.
Wij hebben het voorrecht, onzen lezers in ait nummer het portret aan te bieden van den vertegenwoordiger des H. Stoels bij het Nederlandsche hof, den apostolischen internuntius Mgr. Benedictus Lorenzelli. Ongetwijfeld zullen alle katholieken van Nederland met belangstelling de beeltenis beschouwen van den man, door wien de Kerk van ons vaderland in rechtstreeksche gemeenschap slaat met het geëerbiedigde Hoofd der katholieke wereld en die dus voor ons de plaats bekleedt van den H. Vader.
Heeft Mgr. Lorenzelli alleen om die hooge waardigheid reeds aanspraak op ons aller eerbiedige vereering, die eerbied voor zijn persoon kan slechts toenemen, wanneer wij de groote verdiensten en bekwaamheden nagaan, waardoor hij zich de verheven taak heeft waardig gemaakt, hem door Paus Leo XIII toevertrouwd.
Wat Mgr. Lorenzelli is, zal het best blijken uit een beknopt overzicht van zijn werkzaam leven en zijn onvermoeiden arbeid in den dienst der Kerk.
Den 11en Mei 1853 geboren, voltooide Mgr. Lorenzelli zijn letterkundige, wijsgeerige en godgeleerde studiën aan het aartsbisschoppelijk seminarie van Bologna en werd den 1en April 1876 door Zijne Eminentie kardinaal Morichino, aartsbisschop dier stad, priester gewijd. Na vervolgens tot doctor in de wijsbegeerte en godgeleerdheid bevorderd te zijn, werd hij door kardinaal Parocchi, den opvolger van kardinaal Morichini, naar Rome grezonden, ten einde daar het burgerlijk en canoniek recht te bestudeeren. Weldra werd hij tot professor in de moraal aan het seminarie benoemd, en toen hij in 1879 tot doctor in de beide rechten was bevorderd, benoemde Paus Leo XIII hem tot professor in de philosophie aan het groote college der Propaganda te Rome.
mgr. b. lorenzelli, apostolisch internuntius,
naar de laatste photographie.
Daar onderwees Mgr. Lorenzelli gedurende veertien jaren de wijsbegeerte van Aristoteles en den H. Thomas in tegenstelling met de valsche philosophie van vroeger en later tijd. Tevens gaf hij een jaar lang les in de dogmatiek aan het Romeinsch seminarie en toonde zulk een belangstelling en liefde voor het onderwijs, dat hij daags vóór zijn vertrek naar ons vaderland, den 7en Juli van het vorig jaar, nog een examen voor het doctoraat in de wijsbegeerte wilde bijwonen.
Tien jaren lang, van 1884 tot 1894, vereenigde Mgr. Lorenzelli het ambt van hoogleeraar met de bediening van rector aan het Boheemsch College te Rome, door Paus Leo XIII en de bisschoppen van het rijk des H. Wenceslaus gesticht. Onder Mgr. Lorenzelli op bescheiden voet begonnen, breidde het college zich, dank aan zijr ijverigen rector, voorspoedig uit en raakte weldra in het bezit van een huis en kerk aan de via Sistina, een der voornaamste straten van Rome op de hoogte van den Monte Pincio.
In de geleerde wereld heeft Mgr. Lorenzelli, die lid is van de Romeinsche academie des H. Thomas, zich een welverdienden naam verworven door het schrijven van verschillende wetenschappelijke werken, zooals La Psuologia d'Aristotile e la critica dei moderni; La teoria del materiale e dell' immateriale; Le senzanioni ed i Sensibili; Il teismo cristiano e la critica panleistica, enz. Gelijk uit de titels blijkt, hebben die werken hoofdzakelijk de verdediging der christelijke wijsbegeerte tegen de ongeloovige philosophie ten doel. In het jaar 1890 gaf de onvermoeide professor een volledigen cursus in de wijsbegeerte uit, in twee deelen, getiteld: Philosophiae Theoreticae Institutiones secundem doctrinas Aristotelis et sancti Thomae Aquinatis. De eerste oplage van dit belangrijke werk is thans reeds geheel uitverkocht.
Ondanks zijn ijverige studiën en de vele werkzaamheden, verbonden aan zijn professorale en rectorale bediening, wist Mgr. Lorenzelli nog gelegenheid te vinden, zich verdienstelijk te maken door de waarneming van diplomatieke functies, die als de voorbereiding waren tot de loopbaan, welke hij thans is ingetreden.
Tot tweemalen toe werd hij namelijk door den H. Vader als apostolisch ablegaat naar Weenen gezonden; de eerste maal in 1884 bij gelegenheid der verheffing van Mgr. Gangelbauer, aartsbisschop van Weenen, tot kardinaal, waarbij hij door den keizer van Oostenrijk met het commandeurschap der