hun aankomst, een gure wind door de palmen woei, onder een grauwen, zonloozen hemel, was te koud voor hen, die gewoon zijn aan de heete Afrikaansche lucht.
de wereldtentoonstelling te antwerpen. - Vijver in het Congo-dorp.
Wij zullen een kijkje gaan nemen in hun dorp, en ons voor een oogenblik verplaatsen in de binnenlanden van Afrika. Onze eerste gravure geeft een gezicht op het dorp en den grooten vijver. Een paar huizen trekken al aanstonds de aandacht: het een heeft veel weg van een reusachtigen bijenkorf, het andere en grootste, met de beschilderde palen en een groote blauwe vlag er naast, is, als wij ons niet bedriegen, voor de soldaten ingericht. De huizen zijn gebouwd van bamboe en riet en hebben over het algemeen niet veel sierlijks; een enkel is van buiten met zwarte figuren beschilderd. Meer wordt er ten koste gelegd aan de versiering van binnen, natuurlijk een versiering op zijn Afrikaansch, want Europeesche salon-ameublementen moet men er niet gaan zoeken. Op den grond liggen hier en daar potten flesschen, ketels, bijlen en gereedschappen, want de Congoleezen zijn niet in Antwerpen gekomen om niets te doen, neen, ze oefenen ook hier hun ambacht uit.
Het Congo-dorp moet ook zijn industrie hebben, anders is het niet compleet. Zoo zijn er fabrikanten van palmolie en aardewerk; een ander maakt prauwen en sloepen, waarvan men er op onze gravure een gedeeltelijk zien kan rechts in den vijver, onder het groote gebouw, dat het einde is der machinengalerij; een vierde is een specialiteit in het vervaardigen van korven, manden en matten; verder zijn er smeden, lood- en koperwerkers, die, het zij tot hun eer gezegd, in het bewerken dier metalen zeer bedreven zijn. In hun vijver kunnen zij zich afkoelen als ze het te warm krijgen (daar hebben zij echter nog niet veel hinder van gehad), of rondvaren in hun prauwen en naar de geldstukjes visschen, die door de bezoekers in het water geworpen worden; hier en daar (zooals op onze eerste gravure tusschen de twee huizen) zijn rotsen aangebracht; een waterval stort er ruischend naar beneden om het Congolandschap te volmaken, en een brug, uit een paar omgehouwen palmboomen bestaande, voert over den waterval heen.
Onze tweede gravure geeft een kijkje op het dorp en den plantengroei. Overal verheffen zich hooge varens, palmen en acacia's, te midden van wier donker groen de witte en gele huizen scherp afsteken. Hoe jammer dat de illusie gedeeltelijk wordt benomen door de hooge gebouwen, die zich rondom verheffen. De hooge witte toren van Kemmerich, een reclame voor het bekende vleeschextract, die zich ver boven de hutten verheft, herinnert er steeds aan, dat wij te Antwerpen in een negerdorp rondwandelen, maar niet in de Congo-streek.
Zooeven zeiden wij, dat zich onder de Congoleezen een dertigtal soldaten bevinden. 't Is wel de moeite waard die forsche, zwaar gebouwde zwarten te zien exerceeren onder bevel van hun Belgischen kapitein; in de stiptheid en gelijkheid, waarmede alle commando's worden uitgevoerd, evenaren zij de best gedrilde Europeesche soldaten. Geen wonder dat zij de algemeene belangstelling wekken, als zij door het dorp marcheeren, trompetters voorop, in hun donkerblauwe met rood gegalonneerde uniform en wijde, korte zouavenpantalon.
Maar het trompetgeschal sterft in de verte weg; nog een laatsten blik geworpen op die zwarten met hun zonderlingen gelaatstooi, waarbij het vel van hun voorhoofd op kunstmatige wijze als een hanekam wordt omhoog getrokken; nog een oogslag op het dorp met zijn hutten en palmen, zijn waterval en rotsen en het blinkende meer, en wij verlaten de Congo-afdeeling, hoogst voldaan over al het wetenswaardige, dat hier den bezoeker boeit.
de wereldtentoonstelling te antwerpen. - Hutten en plantengroei in het Congo-dorp.