en zagen bij het schijnsel daarvan twee kerels, die op hun gemak zakken met katoen vulden, die zij uit een aantal aangebroken balen getrokken hadden. Omtrent dertig van die zakken lagen op den grond en de helft daarvan was al gevuld. De dieven spraken fluisterend met elkaar, en na een oogenblik wachtens gaf de kapitein den detectives een teeken. Dezen gingen de trap af en traden de roovers met overgehaalde revolvers te gemoet. Een hunner trok een mes, de andere greep een katoenhaak, maar toen zij den loop der vuurwapens dreigend op zich gericht zagen, gaven zij zich over. Zij werden gekneveld en voor den kapitein gebracht, die ze in verhoor nam, maar zij weigerden op zijn vragen te antwoorden.
smokkelaars en havenpolitie te New-York. De gevangen smokkelaars worden aan wal gebracht.
‘Ook goed,’ zei de politie-beambte, ‘we zullen ook zonder jullie met de anderen wel klaar komen.’
De beide politie-agenten, die in de politieboot no. 1 waren achtergebleven, kregen bevel, naar een in de nabijheid geankerd stoomschip te roeien. Na lang gewacht te hebben kwam uit de duisternis van den nacht een boot zoo plotseling te voorschijn, of zij door een geest bestuurd werd. Zonder geraas te maken gleed zij onder den spiegel van den lichter en die er in zat liet een zacht gefluit hooren. De kapitein, die zich aan boord van den lichter bevond, beantwoordde dit gefluit en vroeg met gedempte stem: ‘Ben jij het, Tom?’
‘Ja,’ antwoordde de man in de boot, ‘gauw, want de vloed komt op.’
‘We zijn klaar,’ gaf de kapitein ten antwoord.
De man in de boot werd het politievaartuig niet eer gewaar, voor dit hem vlak op zijde was en hij in den loop van twee revolvers keek. Na korten tegenstand werd hij gevangen genomen en bekende, dat de wachter op den lichter, in het complot betrokken was. Daar ze van dien kant niets hadden te vreezen, waren de rivierschuimers van de pier uit aanboord gegaan. De stoomboot Patrol werd onmiddellijk van de goede vangst verwittigd, om de roovers aan land en verder in hechtenis te brengen.
Daar de inkomende rechten in de Vereenigde Staten hoog en bijna alle goederen daaraan onderworpen zijn, werken zij de smokkelarij in de hand, want hoe hooger de inkomende rechten, hoe grooter de winst, en hoe meer artikelen daaraan onderhevig zijn, hoe meer zich het smokkelen uitbreidt.
Elk stoomschip heeft passagiers aan boord, die de smokkelarij als beroep uitoefenen en, jaar in jaar uit, tusschen Europa en Amerika heen en weer reizen, tot ze eindelijk de douane in handen vallenen hooge boeten moeten betalen. Dit belet hun evenwel niet, de zaak toch voort te zetten, want ze levert veel op en het verlies is spoedig weer ingehaald.
Ook dames versmaden het volstrekt niet, edelgesteenfenten, kant, zijde en andere kostbare stoffen òf beroepsmatig, wat vooral modisten doen, òf bij gelegenheid te smokkelen.
Met het oog hierop heeft de New-Yorker douane vrouwelijke inspecteurs aangesteld, die met kennersblik haar aan land stappende zusters monsteren en de verdachten in afzonderlijke vertrekken onderzoeken. De smokkelaarsters weten door het handig opnaaien van oude strooken nieuwe kleeren het voorkomen van gedragen te geven, of zich kant en zijde zoo kunstig om het lichaam te wikkelen, dat alleen het geoefende oog der inspectrices de list doorziet en de schuldige door het afwikkelen van den zorgvuldig omgeslagen gordel ontmaskert.
Ook de bemanning en beambten der binnenloopende schepen trekken niet zelden van hun positie partij, om zich door smokkelarij te verrijken.
Vaartuigen, die met havanna-sigaren, koffie of andere koloniale waren in de baai van New-York komen, worden door lieden, met wie de eigenaars in onwettige handelsbetrekkingen staan, op den dag der aankomst afgewacht. Reeds vóór de landing varen zij ze in de buitenste bocht te gemoet, nog voor de douanekotter zich laat zien, en van boord worden hun de waren in waterdichte zakken in zee toegeworpen. Ze visschen ze dan op en laden ze aan het strand in eigen wagens Reeds menig douanebeambte, die den moed had, de smokkelaars te overvallen, heeft zijn koenheid met zijn leven moeten betalen en zijn graf op het zand van het strand gevonden.
smokkelaars en havenpolitie te New-York. - Het graf van den douanebeambte.