Een hulde aan het H. sacrament van Mirakel te Amsterdam.
Nu de H. Kerk weer het groote feest viert ter eere van het Allerheiligste Sacrament des Altaars, meenen wij dat het onzen lezers niet anders dan aangenaam en stichtend kan zijn, wanneer wij hun de afbeeldingen aanbieden van het grootste huldebetoon, dat wellicht ooit in ons land aan het aanbiddellijk Altaargeheim is gebracht geworden.
Wij bedoelen de aanbieding van de keizerskroon aan het H. Sacrament van Mirakel door keizer Maximiliaan en de processie jaarlijks ter eere van dit wonder gehouden in het Amsterdam vóór de Hervorming.
Het zal wel overbodig zijn, hier de geschiedenis nog eens te verhalen van het Mirakel der H. Stede; wij durven die bij onze katholieke landgenooten als algemeen bekend veronderstellen. Vele schrijvers, dichters, beeldhouwers en schilders hebben in de laatste eeuwen herhaaldelijk hun kunst aan de verheerlijking daarvan gewijd. De twee fraaie gravures, die wij hier geven, zijn genomen naar bas-reliefs in brons uitgevoerd voor het hoogaltaar in de H.-Nicolaaskerk te Amsterdam, en stellen voor, het eene, keizer Maximiliaan met zijn echtgenoote neerknielend voor het altaar an zijn kroon offerende, terwijl de heeren van zijn gevolg andere rijke geschenken dragen: een kelk, een staf en kostbare misgewaden; het andere, de processie, waarbij het H. Sacrament van Mirakel gedragen wordt onder een troonhemel, door de vier Burgemeesters van Amsterdam getorst.
Deze beide bas-reliefs vormen slechts een klein onderdeel van den rijken schat van kunstwerken, die zich in de prachtige St.-Nicolaaskerk, op de Prins-Hendrikkade te Amsterdam, bevinden. Weinig bekend is het nog, hoe de vrome mildheid van edele gevers en de kunstzin van echt christelijke kunstenaars dezen tempel tot een waardige hoofdkerk der groote en machtige stad Amsterdam verhieven. Zij werd volgens de plannen van den architect A.C. Bleijs in Renaissance-stijl gebouwd en in Februari 1888 geconsacreerd. De Zeer Eerwaarden Heer Pastoor Van Born z.g. mocht het geluk smaken deze schoone kerk in zijn hoogen ouderdom nog voltooid te zien. Zijn onvermoeide pogingingen had hij gewijd, om Amsterdam met een waardige hoofdkerk te begiftigen en het was op een heerlijken lentemorgen dat het H. Sacrament overgebracht werd uit het schamele zolderkerkje van de Heintjeshoeksteeg, dat na den kerkeroof den patroon der Hoofdstad tot Kerk was gewijd, naar het zoo luisterrijk versierde nieuwe bedehuis.
In zijn zware taak was de ZeerEerw. Heer Pastoor trouw bijgestaan door verscheidene katholieken van schier vorstelijke mildheid, waaronder wij slechts mejuffrouw Geertruida Schmitz durven vermelden, de geefster van het hoogaltaar, daar zij zich niet meer onder de levenden bevindt en haar naam voor de Amsterdammers onafscheidelijk aan de Sint-Nicolaas-kerk verbonden is.
Dit hoogaltaar en de andere beeldhouwwerken zijn alle afkomstig uit het bekende atelier van de heeren Van den Bossche en Crevels te Amsterdam en doen de kunstvaardigheid en vooral den oprechten godsdienstzin dezer echt katholieke kunstenaars alle eer aan.
Behalve met deze beide bas-reliefs, is dit altaar nog versierd met de beelden van de H.H. Nicolaas en Gertrudis in brons, en van twee Engelen, die de lijdensteekenen dragen; terwijl het geheel bekroond wordt door een prachtige marmeren groep, den verrezen Christus voorstellend tusschen twee in aanbidding verzonken Engelen, en verder met rijke ornamenteele zinnebeelden is getooid.
Twee beelden even verheven als rein in opvatting staan aan weerszijden van het altaar en stellen den Zaligmaker en onze Lieve Vrouw der H.H. Harten voor; wij gelooven niet te veel te zeggen, als wij hier het vermoeden uitspreken, dat deze beelden in ons land in edele, fijne conceptie niet licht zullen worden overtroffen. Zij alleen zijn reeds een bezoek aan de H.-Nicolaaskerk meer dan waard.
De preekstoel is eveneens met de twaalf Apostelen in marmer en steen versierd, terwijl het eene zijaltaar een groot bas-relief vertoont, den H. Josef als patroon der Kerk, en het andere een fraai Madonnabeeld draagt.
In den voorgevel prijkt bovendien een zegenende Christus met de vier Evangelisten. Zooals men ziet zijn in deze kerk verscheidene echt christelijke kunststukken vereenigd, van welker hooge waarde wij een klein denkbeeld geven door de voorstelling der beide bas-reliefs.
Den kunstenaar is het uitnemend gelukt zijn personen leven, beweging en gloed bij te zetten. Het gelaat van den priester, die het H. Sacrament draagt, is een goed gelukt portret van den eerbiedwaardigen grijsaard, pastoor van Born, die met den psalmist met recht kon uitroepen: ‘De ijver voor Gods huis heeft mij verteerd.’ Eere aan de kunstenaars, die hun talent in dienst stellen van zulk een schoone, verheven zaak als de verheerlijking van God en Zijn Heiligen!
Van harte hopen wij dat deze regelen menigeen zullen aansporen, bij een bezoek aan Amsterdam de kerk van den H. Nicolaas, die vlak bij de haven der stad haar schoone torens