De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 10

Wetenswaardig Allerlei.

Het luchten van kleedingstukken. -

Het is een der eerste en dringendste vereischten tot behoud der gezondheid, enkel droge goed, geluchte kleeren te dragen. Door zeer veel jongelieden en schoolkinderen wordt dit vereischte evenwel niet nagekomen. De door zweet of regen nat geworden kleedingstukken, vooral ondergoed, worden 's avonds op elkaar gelegd en den volgenden morgen nat of klam weer aangetrokken, wat vooral in het koude, natte seizoen een onbehaaglijk gevoel verwekt. Bij velen wordt het luchten van natte kleeren - wat het doelmatigst in een kamer, overloop of keuken gespannen geschiedt aan touwen, - alleen nagelaten, omdat het met hun schoonheidsgevoel in strijd is. Alsof de gezondheid niet veel meer waard is dan alle aesthetica ter wereld.

Het poetsen van juweelen. -

Juweelen, die in goud of zilver zijn gezet, mogen nooit met water in aanraking komen wegens het gevaar dat zich water achter den steen dringt en zich daar met stofdeeltjes vermengt, waardoor de glans van den steen schade lijdt. Voor juweelen, die, zooals men dat noemt, a jour zijn gezet, vervalt dat bezwaar. Om ze te drogen legt men ze in een doosje met zuiver houtzaagsel en laat ze daarin eenige uren liggen; het zaagsel wordt daarna met een drogen borstel verwijderd. Ook voor gouden en zilveren voorwerpen is het zeer aan te bevelen, dat zij een tijdje in fijn zaagsel worden bewaard; zij zien er daarna uit als nieuw.

Tegen het dikwijls vullen van petroleumlampen. -

't Is een vervelend werk als de katoen in de lampen te kort wordt en de pit, zooals men zegt, begint te zakken. Aanhoudend moet er dan bijgegoten worden en 't is vrij onaangenaam als men gezellig bij elkander zit, dat de lamp weer uitgeblazen moet worden en opnieuw gevuld. 't Gemakkelijkste middel daartegen, zal men zeggen, is er een nieuw katoentje in te doen. 't Is zoo. Maar onze Hollandsche huismoeders hebben nu eenmaal de eervolle reputatie van zuinigheid: zij gooien niet graag een groot stuk weg en troosten zich met de gedachten: een enkelen keer bijvullen is ook zoo erg niet.

Een goed middel is het volgende: men naaie onder aan de katoen een stukje flanel of uitgerafelde wol, dat tot op den bodem der lamp hangt. Dit slurpt de olie op, geeft nieuw voedsel aan het katoen, en men behoeft niet bang te zijn, dat men door het vervelende zakken der pit in zijn bezigheden zal worden gestoord.